Arbeid en Vrije tijd

Arbeid en vrije tijd

Brede welvaart hangt voor veel mensen sterk af van het hebben van passend en betaald werk. Daar staat tegenover dat ook vrije tijd grote invloed heeft op de levenskwaliteit die mensen ervaren. Werk en vrije tijd moeten dan ook in balans zijn (CBS). Een goede match tussen de regionale arbeidsmarkt en bijvoorbeeld opleidingsniveau is een belangrijke voorwaarde van een vitale economie, en voor Drenten zelf zorgt het hebben van een baan en zekerheid van inkomen voor een betere brede welvaart.

In het kort

  • Drenthe doet het minder goed op het gebied van arbeidsparticipatie vergeleken met de rest van Nederland. De bruto arbeidsparticipatie in Drenthe is 72,9% en de netto arbeidsparticipatie ligt op 70,6%. Dit ligt lager dan het landelijk niveau (72,2%).
  • In Drenthe steeg het aantal banen in 2022 en daalde het werkloosheidspercentage. Dit komt overeen met het landelijk beeld. De krapte op de arbeidsmarkt (als de vraag naar werk groter is dan het aanbod) is in 2022 ongekend hoog.
  • 44% van het Drents Panel geeft aan (zeer) tevreden te zijn met de werkgelegenheid en 88% is (zeer) tevreden met de reistijd.
  • Het aantal hbo- en wo-opgeleiden ligt in Drenthe onder het landelijk gemiddelde en is redelijk stabiel over de jaren heen. Binnen de provincie zijn er grote regionale verschillen.
  • Laaggeletterdheid in Drenthe is op provinciaal niveau gelijk aan landelijk, maar per gemeente zijn de verschillen groot en kan het aandeel laaggeletterdheid sterk oplopen.

Arbeidsparticipatie

De arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de beroepsbevolking op de arbeidsmarkt actief is. Bij de bruto arbeidsparticipatie kijken we daarbij naar iedereen die werkt of actief op zoek is naar werk. Bij de netto arbeidsparticipatie kijken we alleen naar werkenden. Een hogere mate van arbeidsparticipatie draagt bij aan de economische welvaart van de provincie, maar ook aan het in stand houden van sociale voorzieningen. Het hebben van een baan biedt bovendien sociale contacten, mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling en het gevoel een bijdrage te leveren aan de samenleving, dit wordt positief geassocieerd met hoger welzijn.

Met een 11de plek in het overzicht van alle provincies ligt de bruto arbeidsparticipatie in Drenthe relatief laag, op 72,9%. De stijging  van 1,5% ten opzichte van de vorige meting is in lijn met de landelijke trend. Het landelijk gemiddelde is 74,8%. Utrecht kent met 77,5% de hoogste bruto arbeidsparticipatie van het land en Limburg met 70,6% het laagste. De afstand tot de arbeidsmarkt is het grootst onder jongeren en met name laagopgeleiden.

Landelijk is de netto arbeidsparticipatie 72,2%. In de afgelopen jaren is het verschil steeds wat kleiner geworden. Door een afnemende werkloosheid is de netto arbeidsparticipatie de afgelopen jaren toegenomen van 65,2% in 2013 tot 70,6% in 2022. Intussen is de krapte op de arbeidsmarkt (als de vraag naar werk groter is dan het aanbod) ook in Drenthe in 2022 ongekend hoog.

De gemeenten in Drenthe volgen de landelijke trend, maar de Oost-Drentse gemeenten blijven achter ten opzichte van de West-Drentse gemeenten. De uitzondering is de gemeente Westerveld, in die westelijke gemeente ligt de netto arbeidsparticipatie lager (68,8%). Net als in voorgaande jaren is de netto arbeidsparticipatie het laagst in de gemeente Emmen (67,5%) en het hoogst in de gemeenten Meppel (73,4%) en De Wolden (72,8%).

Werkgelegenheid

Banen en sectoren

In 2022 waren er in Drenthe ruim 235.000 banen. Dit beslaat zo’n 27% van de totale werkgelegenheid in de drie noordelijke provincies (ruim 800.000 arbeidsplaatsen). De werkgelegenheid in Drenthe nam met 7,6% toe in de periode 2018-2022.

Van 2019 op 2020 kromp de werkgelegenheid minimaal met 0,1% in Drenthe, als gevolg van de coronapandemie. Vervolgens groeide in 2021 en 2022 de economie in Drenthe bovengemiddeld met respectievelijk 2,3% en 3,0% ten opzichte van 1,3% en 2,9% landelijk.

De gemeente Assen kent duidelijk de hoogste concentratie banen binnen de provincie (82 banen per 100 inwoners, in de leeftijd van 15 tot en met 74 jaar), maar ook Meppel (79 per 100) en Hoogeveen (75 per 100) kennen een vrij hoge concentratie. De laagste concentratie zien we in Borger-Odoorn en Aa en Hunze (beiden 46 per 100).

In Drenthe is de gezondheidszorg de grootste sector. Bijna één op de vijf banen in Drenthe is een baan in de zorg (19,9%). Drenten werken ook veel in de handel (17,5%), zakelijke dienstverlening (12,3%) en industrie (10,9%). In vergelijking met Nederland is vooral het aandeel banen in de zorg groot en het aantal banen in de zakelijke dienstverlening wat kleiner.

De laatste jaren steeg de werkgelegenheid in de meeste sectoren. De zakelijke dienstverlening,  onderwijs, en zorg waren in de periode 2018-2022 de grootste stijgers (+12%, +12%, +11 % respectievelijk). Alleen de sector nutsbedrijven daalde in de periode 2018-2022 (bijna -2,4%).

Vacaturegraad

De vacaturegraad betreft het aantal vacatures per duizend banen, gemeten in het vierde kwartaal van het jaar. Deze cijfers zijn beschikbaar op provinciaal niveau en geven een indruk van de krapte op de arbeidsmarkt (dat houdt in dat de vraag naar werk groter is dan het aanbod). Een erg krappe arbeidsmarkt kan belemmerend werken, maar enige krapte biedt ook ruimte voor mensen die normaliter minder goede kansen op de arbeidsmarkt ervaren.

Drenthe staat voor de vacaturegraad op de 7de plek landelijk, net iets onder het landelijk gemiddelde met 47 vacatures per 1.000 banen (landelijk 48). De vacaturegraad liet een stijgende lijn zien tussen 2015 en 2019 en een scherpe afname in 2020. In 2021 nam de vacaturegraad zeer sterk toe, en is nu hoger dan toen de daling in 2019 inzette. Drenthe volgt de landelijke trendlijn op de voet.

Een hoge vacaturegraad is een indicator van een krappe arbeidsmarkt. Sinds het herstel van de economische crisis zien we inderdaad dat de vacaturegraad stijgt en in 2020 met de coronacrisis een duidelijk daling. Momenteel zien we de nadelen van een te krappe arbeidsmarkt in de zorgsector – deze sector kende al personeelstekorten, maar dit is versterkt door corona.

Werkloosheid

Voor de werkloosheid kijken we naar het aantal niet-werkende werkzoekenden dat geregistreerd staat bij het UWV. Het percentage niet-werkende werkzoekenden is berekend ten opzichte van de 15- tot 75-jarige beroepsbevolking. In Drenthe is de werkloosheid afgenomen van 3,6% in 2021 naar 3,2% in 2022. Landelijk is de werkloosheid hoger (3,5%). Sinds 2018 is de werkloosheid lager dan het landelijk gemiddelde. Het verschil met het Nederlands gemiddelde fluctueert echter gedurende het jaar, bijvoorbeeld door seizoenswerkgelegenheid in landbouw, horeca, detailhandel en bouw in Drenthe. Hierdoor neemt de werkloosheid af in het voorjaar en de zomer en toe in het najaar en de winter.

Het werkloosheidspercentage ligt in alle Drentse gemeenten op of onder het landelijk gemiddelde van 3,5%. De werkloosheidspercentages zijn in 2022 het hoogst in de gemeente Assen (3,5%), Emmen en Meppel (3,4%). De laagste percentages vinden we in De Wolden (2,7%), Midden-Drenthe en Tynaarlo (2,8%).

Een klein deel van mensen met een WW-uitkering komt vervolgens in de bijstand, landelijk ging dat in 2022 om 2,9% (UWV, 2023). Net als vorig jaar ligt het doorstroompercentage in de arbeidsmarktregio Drenthe ligt op het landelijk gemiddelde. Het percentage mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht kwam nam in alle arbeidsmarktregio’s af. De afgelopen jaren kenmerken zich door een krappe arbeidsmarkt met veel vacatures en een lage werkloosheid. Dat biedt veel kansen voor iedereen die op zoek is naar een baan. Mede daardoor komen er minder mensen in de bijstand terecht, ook vanuit een WW-uitkering. De doorstroom van WW naar bijstand is in Drenthe hoger in de grootstedelijke gebieden. Dit heeft te maken met het hogere aandeel alleenstaanden en laagopgeleiden. Ook stromen er gemiddeld meer 50-plussers door van de WW naar de bijstand, als gevolg van een minder gunstige arbeidsmarktpositie.

Zie ook Materiële Welvaart voor meer over bijstandsuitkeringen.

Jeugdwerkloosheid

Voor de jeugdwerkloosheid gebruiken we het aandeel bij het UWV geregistreerde werkzoekende jongeren onder de 27 jaar (niet alle werkloze jongeren laten zich registreren bij het UWV, omdat ze niet altijd recht hebben op een uitkering). In Drenthe ligt dit met 4,8% hoger dan landelijk (3,8%). Het percentage geregistreerde werkzoekende jongeren onder de 27 jaar was in 2021 het hoogst in Emmen (6,2%), Assen (6,1%) en Meppel (5,9%). Ook in Westerveld, Coevorden en Hoogeveen lag het aandeel jongeren boven het landelijk gemiddelde (maar onder het provinciegemiddelde). De werkloosheid onder jongeren is vaak veel hoger dan de algemene werkloosheid. De verschillen binnen de provincie zijn ook groter en duidelijker zichtbaar dan bij de algemene werkloosheid. De stedelijke gemeenten vallen in negatieve zin op. Een mogelijke (deel)verklaring vinden we in het opleidingstype, dat sterk varieert  binnen de provincie. Jongeren zonder startkwalificatie (dat wil zeggen zonder een diploma op havo-, vwo- of mbo-2-niveau) zijn vaker werkloos (Nederlands Jeugdinstituut, 2023).

Tevredenheid werk

Met het herstel na de economische crisis stijgt de werkgelegenheid sinds 2017 en dat zien we terug in hoe de Drentse panelleden het aanbod van werk ervaren: er is een duidelijk stijgende lijn in hoeveel panelleden tevreden zijn over de hoeveelheid beschikbaar werk in de regio. Het Drents Panel is in toenemende mate tevreden met de werkgelegenheid in de regio. In 2022 was 44% tevreden, ten opzichte van 33% in 2018. Objectief gemeten doet Drenthe het minder goed op het gebied van werk vergeleken met de rest van Nederland. Met een 10de plek van alle provincies is de netto arbeidsparticipatie in Drenthe laag.

Inwoners van gemeente Aa en Hunze zijn het meest positief over de hoeveelheid beschikbaar werk in hun regio. Het minst tevreden zijn inwoners in de gemeente Westerveld. In 2022 waren jongeren (18-34 jaar) en mensen met een andere afgeronde havo-, vwo- of mbo-opleiding het meest positief over de werkgelegenheid in hun regio.

 

Reizen naar werk

Ook de tevredenheid met de reistijd naar het werk is van invloed op de werk- en privébalans. De gemiddelde woon-werkafstand van Drenten in 2021 is 26,4 kilometer. Het gemiddelde voor Nederlanders is een stuk korter met 19,4 kilometer. Op gemeenteniveau zijn er verschillen te zien. Inwoners van de gemeenten Westerveld (32,9 km) en Borger-Odoorn (31,6 km) moeten gemiddeld de grootste afstand afleggen. In Hoogeveen (23,5 km) hoeft men gemiddeld het minst ver te reizen, op de voet gevolgd door Noordenveld met 23,8 kilometer (CBS, 2023). Toch is 88,1% van de Drenten (zeer) tevreden met de reistijd (laatst beschikbare data is van 2020). Hiermee staat de provincie op de 2de plek van alle provincies en lijkt de grotere afstand niet ten koste te gaan van de tevredenheid.

Uit onderzoek onder het Drents Panel blijkt dat stedelingen iets minder vaak bereid zijn om lange afstanden af te leggen. Mensen die op het platteland wonen, zijn vaker bereid om drie kwartier of langer te reizen. Het aanbod van werk binnen een acceptabele reisafstand van het woongebied is van belang voor de leefbaarheid in een gebied. Drentse panelleden willen best een eindje reizen naar hun werk. 10% geeft aan minder dan 15 minuten onderweg te willen zijn. 43% wil maximaal 15-30 minuten reizen naar het werk. Meer panelleden zijn bereid om een half uur tot een uur te reizen (42% in 2022).

Nieuw in de Regionale Monitor Brede Welvaart van CBS is de afstand tot het openbaar vervoer. Drenthe staat met gemiddeld 500 meter op de 9de plek, gedeeld met drie andere regio’s. De gemiddelde afstand per provincie varieert van 300 tot 500 meter. Op gemeenteniveau zijn de verschillen wat groter, waarbij Assen en Meppel met 300 meter afstand er positief uitspringen en Coevoerden en Westerveld de grootste afstand tot het ov hebben (met 700 meter).

Opleidingstype

Met 25,3% van de beroepsbevolking dat in 2022 een hbo-/wo-opleiding afrondde, bevindt Drenthe zich volgens de Regionale Monitor Brede Welvaart op de 11de plek. Het aandeel mensen met een hbo- of wo-opleiding is minimaal gestegen ten opzichte van 2021 (+0,2 procentpunt). De plek in de landelijke ranglijst is hiermee gelijk gebleven.

Er zijn duidelijke verschillen tussen de gemeenten. Zo heeft de gemeente Tynaarlo (41,6%) veruit het hoogste aantal hbo-/wo-opgeleiden van de provincie, gevolgd door Noordenveld en Aa en Hunze (33,2% en 31,2%). Het verschil met de gemeenten Hoogeveen (17,8%) en Emmen (18%) is groot. De invloed van Groningen als onderwijsstad en de relatief korte reisafstand vanaf deze gemeenten is hier mogelijk een verklaring voor.

Aandeel laaggeletterden

Laaggeletterdheid gaat niet alleen om lezen en schrijven, maar ook om rekenen en digitale vaardigheden. Laaggeletterden zijn volwassenen die niet het taal- of rekenniveau hebben dat je aan het eind van een vmbo-, mbo 2- of 3-opleiding zou moeten hebben (Stichting Lezen en Schrijven, 2021). In de arbeidsmarktregio Drenthe is naar schatting 10% van alle inwoners laaggeletterd. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde (de drie noordelijke Drentse gemeenten vallen binnen de arbeidsmarktregio Groningen). Het aandeel laaggeletterden is in de gemeenten Aa en Hunze (19%) en De Wolden (14%)  het hoogst en ligt samen met Emmen en Hoogeveen boven het Drents gemiddelde.

Verschillen in laaggeletterdheid kunnen deels verklaard worden door de bevolkingssamenstelling. Zo zijn er vaak minder laaggeletterden in gemeenten waar mensen gemiddeld meer onderwijsjaren volgden en vaker fulltime werken. Dit zijn factoren die sterk samenhangen met laaggeletterdheid (Huijts et al., 2020).

 

Meer informatie en inzichten

Meer weten over arbeid en vrije tijd in de provincie Drenthe? Download hier de Monitor Brede Welvaart Drenthe 2021 voor meer informatie en inzichten, zoals bijvoorbeeld de uitdagingen met betrekking tot het versterken van de brede welvaart in Drenthe.

Verantwoording indicatoren

De Regionale Monitor Brede Welvaart van CBS meet arbeid en vrije tijd in Drenthe aan de hand van zes indicatoren, namelijk netto en bruto arbeidsparticipatie, hoogopgeleide bevolking, werkloosheid, vacaturegraad en de tevredenheid met reistijd van en naar het werk.

De indicatoren worden aangevuld met de regionale economische structuur door banen en werkgelegenheid per sector te tonen en de gemiddelde woon-werkafstand. Daarnaast zoomen we in op de regionale jeugdwerkloosheid en laaggeletterdheid. Het Drents Panel geeft een aanvulling met het inwonersperspectief over tevredenheid met de beschikbaarheid van werk in de regio.

 

Medewerker

Heike Delfmann

Onderzoeker

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Brede Welvaart

Bewonersperspectief: de ervaren Brede welvaart - Dossierkennis Brede welvaart

Brede Welvaart

Groot leefbaarheidsonderzoek in Drenthe, Groningen en Friesland

Brede Welvaart

Inwoners in Noordelijk Nederland zijn in meerderheid positief over de Lelylijn

De meerderheid van de inwoners van de noordelijke provincies is positief over de aanleg van de Lelylijn. Wel verschilt per doelgroep en regio welke voor- en nadelen zij zien. Dit blijkt uit onderzoek van Sociaal Planbureau Groningen, Planbureau Fryslân en Trendbureau Drenthe. Met input van inwoners is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar

Brede Welvaart

Workshops Brede Welvaart later: hoe maak je nú goede keuzes met het oog op de toekomst?

Hoe kun je als bestuurder of beleidsmaker rekening houden met de stem van toekomstige generaties, zodat jij nu beslissingen kunt nemen met het oog op de Brede Welvaart later? Trendbureau Drenthe biedt twee typen workshops aan die beleidsmakers helpen om antwoord te geven op deze vraag. We ondersteunen jouw organisatie graag bij dit vraagstuk met de

Brede Welvaart

Panelonderzoek recreatie en toerisme als input voor nieuwe Agenda Recreatie & Toerisme 2024-2028

De recreatie- en toerismesector is voor Drenthe van grote waarde. De provincie Drenthe wil dat alle inwoners en bezoekers kunnen profiteren van de positieve effecten van recreatie en toerisme. Als input voor de nieuwe 'Agenda Recreatie en Toerisme' vulde het Drents Panel dit voorjaar, op verzoek van Gedeputeerde Staten, een enquête in over 'vrije

Publicaties

Brede Welvaart

Brede Welvaartsaspecten van een mogelijke Lelylijn

Brede Welvaart

Online magazine Nationaal Netwerk Brede Welvaart

Brede Welvaart

Feitenblad Jongvolwassenen ervaren lagere brede welvaart