Milieu

Milieu

Een schone en aantrekkelijke woonomgeving draagt bij aan de brede welvaart. We zijn immers afhankelijk van onze leefomgeving en het milieu voor een goed en gezond leven. Daarnaast hangt milieu samen met de mate waarin iemand zich thuis en betrokken voelt bij zijn of haar leefomgeving. Voldoende ruimte, natuur en frisse lucht dragen hieraan bij.

In het kort

  • Behalve in Borger-Odoorn en Emmen wordt het zwemwater in alle gemeenten gekwalificeerd als uitstekend.
  • Stedelijke gebieden in Drenthe hebben vaker te maken met hittestress, en natuur- en landbouwgebieden hebben een groter risico op droogtestress. 9% van de Drenten gaf aan dat zij last hadden van hitte, en 2% last had van wateroverlast.
  • Gemiddeld wordt er in Drenthe meer gas en elektriciteit verbruikt dan landelijk.
  • Qua energiearmoede zitten de meeste Drentse gemeenten zitten onder het landelijk gemiddelde. Borger-Odoorn en Emmen hebben het hoogste percentage in de provincie.

Veel waardering voor Drentse landschap

Het Drents Panel waardeert het Drentse landschap hoog, met een rapportcijfer van 8,6. Om fijn te wonen en leven is een aantrekkelijke leefomgeving van groot belang. Gemiddeld krijgt het Nederlandse buitengebied een 7,5 als rapportcijfer.

Terugkijkend op de afgelopen 5 jaar vindt 38% van de Drenten dat de kwaliteit van het Drentse landschap gelijk is gebleven. Eén op de zes heeft een verbetering ervaren. 21% vindt dat de kwaliteit van het Drentse landschap de afgelopen 5 jaar achteruit is gegaan. Hier wordt vaak gerefereerd aan horizonvervuiling door de vele windmolens en zonneparken in het landschap.

Natuur- en bosgebieden

Het totale oppervlakte natuur- en bosgebied in Drenthe beslaat 17,8% van het totale oppervlak. In Nederland is dit 14,9%. Inwoners van Drenthe hadden in 2017 gemiddeld veruit het meeste natuurgebied per inwoner van Nederland, namelijk 96 hectare per 1.000 inwoners. In 2008 was dit nog 89 hectare.

Tussen 1996 en 2015 is het natuur- en bosgebied in Drenthe met bijna 2% toegenomen. De gemeente Westerveld heeft veruit het meeste bos- en natuurgebied (38,2%), gevolgd door Noordenveld (25,4%) en Aa en Hunze (24%). Gemeente Meppel heeft met 2,7% het minste aandeel bos- en natuurgebied van Drenthe en ligt daarmee ver onder het landelijk gemiddelde.

Afstand tot openbaar groen

De gemiddelde afstand tot openbaar groen wordt berekend over de weg tot het dichtstbijzijnde openbaar groen. Het terrein is minimaal 1 hectare groot en kan een park of plantsoen, terrein voor dagrecreatie, natuur of bos zijn.

De meest recente data betreft 2017. De afstand tot openbaar groen is in Drenthe in 2017 hetzelfde als in de meeste andere provincies, namelijk 0,5 kilometer. In de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland is dit minder: respectievelijk 0,4; 0,4; en 0,3 kilometer. In Drenthe is tussen 2006 en 2017 de afstand tot openbaar groen iets afgenomen, van 0,6 naar 0,5 kilometer. Binnen de Drentse gemeenten varieert in 2017 de afstand tussen 0,4 en 0,6 kilometer.

Kwaliteit zwemwater

De kwaliteit van zwemwater in de binnenwateren wordt gemonitord door het Europees Milieuagentschap. De kwaliteit van het zwemwater wordt volgens deze EU-normen ingedeeld in 4 klassen, waarbij 1 staat voor slecht en 4 voor uitstekend. In Drenthe is de kwaliteit van het zwemwater van de binnenwateren de laatste jaren uitstekend, op een gelijk niveau met de meeste andere provincies. Dit geldt voor alle gemeenten, behalve Borger-Odoorn en Emmen, waar de zwemwaterkwaliteit met een 3 wordt beoordeeld (goed).

Ervaren hittestress en wateroverlast

Klimaatverandering heeft aanzienlijke effecten op de Drentse natuur. Stijging van temperatuur, forse periodes van droogte en extreme regenval raken de Drentse natuur. Er is objectief sprake van hittestress door warme nachten als er meer dan 14 tropische nachten per jaar voorkomen in een bepaald stedelijk gebied (zie: https://www.klimaateffectatlas.nl/nl/).

In 2022 is het Drents Panel gevraagd in hoeverre zij in het afgelopen jaar last hebben gehad van hitte in de woning of woonomgeving; 9% van de Drenten gaf aan dat zij hier vaak last van hadden.

Het aantal dagen dat er extreme neerslag valt (gemiddeld aantal dagen meer dan 25mm) en er objectief sprake is van wateroverlast, ligt in de provincie Drenthe (tussen 1 en 2 dagen) onder het landelijke gemiddelde (tussen 2 en 3 dagen). Volgens het Drents Panel wordt wateroverlast minder herkend dan hittestress, 2% gaf aan last te hebben gehad van wateroverlast in de afgelopen 12 maanden.

Uitstoot fijnstof naar lucht gehalveerd ten opzichte van 2000

Fijnstof deeltjes zijn schadelijk voor de gezondheid en worden uitgestoten door onder andere industrie en verkeer.

In 2020 werd er in Drenthe gemiddeld 200 ton PM2.5 per km2 uitgestoot. In 2000 was de emissie van fijnstof in Drenthe nog 400 ton PM2.5 per km2. De uitstoot van fijnstof is dus met de helft gedaald. De gemiddeld uitstoot voor Nederlandse gemeenten daalde tussen 2000 en 2020 van 1200 naar 500 ton PM2.5 per km2. Het lijkt er dus op dat de emissie van fijnstof in Drenthe minder hard daalt dan gemiddeld in Nederland.

Binnen Drenthe  stootten de gemeenten Meppel (600), Assen (500), Hoogeveen (400), en Emmen (300) de hoogste uitstoot van fijnstof uit per km2.

Broeikasgasemissies

Op het gebied van broeikasgasemissies per inwoner zit Drenthe in de middenmoot, met 9 ton CO2-equivalent per inwoner in 2020. In 2015 was dit 11 ton, wat betekent dat de uitstoot de afgelopen jaren gedaald is. Binnen Drenthe is de uitstoot per inwoner het hoogst in de gemeenten: Midden-Drenthe (20 ton), Aa en Hunze (14 ton), De Wolden (14 ton), en Westerveld (14 ton). In Assen (3 ton) is de uitstoot het laagst. Een hoog cijfer kan veroorzaakt worden door relatief meer zware industrie of autowegen. Ook land- en tuinbouw zijn verantwoordelijk voor een hogere uitstoot van broeikasgasemissies. Een laag cijfer kan komen doordat in een stedelijke omgeving de bevolkingsdichtheid hoger is, de woningen gemiddeld kleiner zijn, en er bijvoorbeeld meer gebruikt wordt gemaakt van de fiets en het openbaar vervoer in plaats van de auto (Gill en Moeller, 2018).

Meer gas en elektriciteitsverbruik in Drenthe

De energietransitie is één van de grootste sociaal-maatschappelijke opgaven voor de komende periode. De Nederlandse overheid wil de energievoorziening richting 2050 verduurzamen. Fossiele brandstoffen moeten worden vervangen door duurzame of hernieuwbare energiebronnen (zonne- en windenergie en aardwarmte).

In Drenthe wordt het meeste gas verbruikt van alle Nederlandse provincies. Een gemiddelde woning in Drenthe verbruikte in 2021 1.590 m3 gas, landelijk is dit gemiddelde 1.280 m3. In Drenthe verbruiken de gemeenten Aa en Hunze (1.880) en Borger-Odoorn (1.870) het meeste gas. De gemeenten Assen en Meppel (allebei 1.320) hebben het laagste gasverbruik.

Een vergelijkbaar patroon is zichtbaar voor het elektriciteitsverbruik in 2020. In een Drents huis wordt meer elektriciteit verbruik dan landelijk; 2.890 kWh in Drenthe tegenover 2.810 kWh landelijk. Ook ligt in Drenthe het elektriciteitsgebruik van koopwoningen (3.210 kWh) hoger dan dat van huurwoningen (2.080 kWh). De gemeente Assen (2.520 kWh) verbruikt het minste stroom, de gemeenten Westerveld (3.170 kWh), Aa en Hunze (3.160 kWh), Borger-Odoorn (3.220 kWh), en De Wolden (3.230 kWh) het meest.

Van de ruim 226.000 woningen in Drenthe heeft 57,6% een geldig energielabel, iets onder het nationale niveau (59,8%). Circa 31% heeft een A-label (of hoger), wat vergelijkbaar is met het landelijk gemiddeld (32%). Daarentegen heeft Drenthe, vergeleken met het landelijk gemiddelde, wel meer woningen met een energielabel B of C (45% versus 42%). Het aandeel woningen met een energielabel D en E (15%) en F en G (8%) is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde (18% en 8% respectievelijk).

Energiearmoede het hoogst in Borger-Odoorn en Emmen

De energietransitie heeft ingrijpende gevolgen voor Drentse huishoudens. Met name ten aanzien van de betaalbaarheid van de energietransitie liggen er de nodige uitdagingen. Zo is te verwachten dat duurzame renovaties voor woningeigenaren met lage inkomens moeilijker te realiseren is. Zeker bij oplopende energiekosten, zoals in 2022 merkbaar werd, dreigt voor inwoners met lage inkomens in toenemende mate energiearmoede (Trendbureau Drenthe, 2020). Eind 2022 gaf ruim een kwart van het Drents Panel (28%) aan moeite te hebben met het betalen van de energierekening. Een vergelijkbare groep (26%) zei het financieel niet op te kunnen brengen om te investeren in duurzame energie(maatregelen).

Problemen van algemene armoede en energiearmoede zijn uiteraard sterk met elkaar verweven, maar dit gaat niet voor iedereen op. Ook de energetische kwaliteit van de woning doet er in belangrijke mate toe (TNO, 2021). We spreken van energiearmoede als een huishouden te maken heeft met een laag inkomen in combinatie met een hoge energierekening of een woning van (zeer) slechte energetische kwaliteit (TNO, 2021). Om een beeld te krijgen van (mogelijke) energiearmoede kijkt TNO in samenwerking met CBS naar het aandeel huishoudens waarvan het gestandaardiseerd huishoudinkomen niet hoger is dan 130% van de lage inkomensgrens. Dit wordt vergeleken met huishoudens waarvan de energierekening of het verwachte energieverbruik hoger is dan het gemiddelde van woningen met een energielabel C. Deze indicatoren geven samen een inschatting van het aandeel huishoudens dat mogelijk te maken krijgt met energiearmoede.

In Drenthe gaat dit gemiddeld om 7,2% van de huishoudens. Dit ligt iets onder het landelijk gemiddelde (7,4%). De meeste Drentse gemeenten zitten onder het landelijk gemiddelde. De gemeenten Emmen (10,3%) en Borger-Odoorn (8,5%) ervaren het hoogste percentage huishoudens met energiearmoede.

Drenten voelen eigen verantwoordelijkheid in energie- en klimaattransitie

Een peiling onder het Drents Panel in 2019 naar draagvlak en participatie in de energietransitie, laat zien dat een ruime meerderheid van de Drenten zich zorgen maakt over klimaatverandering en bereid is actie te ondernemen om energie te besparen (Lexnova, 2019). De belangrijkste redenen hiervoor zijn om klimaatverandering tegen te gaan en om de eigen energierekening te verlagen. Ook wordt door de panelleden veel belang gehecht aan de sociale energietransitie, waarbij de lusten en de lasten eerlijk worden verdeeld tussen lagere en hogere inkomens.

Het Drents Panel is tevens gevraagd hoe zij hun eigen rol zien in de energie- en klimaattransitie. Iets meer dan de helft van de ondervraagde Drenten voelt zich hiervoor (geheel) verantwoordelijk (53%). 15% voelt zich helemaal niet verantwoordelijk. Verder blijkt dat vrouwen, hoger opgeleiden, mensen met een koophuis en mensen in de middelste leeftijdscategorieën zich meer verantwoordelijk voelen (Lexnova, 2019).

Indicatoren Milieu - Monitor Brede Welvaart Drenthe

Het thema Milieu wordt in de Regionale Monitor Brede Welvaart van CBS in beeld gebracht met zeven indicatoren; natuur- en bosgebieden, natuurgebied per inwoner, afstand tot openbaar groen, emissies van fijnstof naar lucht, broeikasgasemissies per inwoner, kwaliteit van zwemwater binnenwateren en kwaliteit van zwemwater kustwateren.

We vullen deze indicatoren aan met regionale inzichten. We kijken specifiek naar waardering voor het Drentse landschap. In het kader van de energietransitie kijken we daarnaast naar gas- en elektriciteitsverbruik en (mogelijke) energie-armoede onder Drentse huishoudens.

Medewerker

Ewout van Spijker

Data-analist

Betrokken medewerkers

Ewout van Spijker

Ewout van Spijker

Data-analist

  • Mail
  • LinkedIn
Heike Delfmann

Heike Delfmann

onderzoeker

  • Mail
  • LinkedIn

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Brede Welvaart

Provincie Drenthe aan de slag met brede welvaart in de praktijk

Brede Welvaart

Update: Het actuele beeld van de brede welvaart in Drenthe staat online

Brede Welvaart

Raamwerk brede welvaart in beleid: een hulpmiddel voor breed beschouwen vanaf de start

Om brede welvaart als beleidskader te kunnen inzetten, hebben wij een ‘raamwerk brede welvaart in beleid’ ontwikkeld. Dit raamwerk helpt Drentse gemeenten die aan de slag willen met brede welvaart. De vragen in het raamwerk helpen aan de start van elk nieuw project, om vanuit een breder perspectief naar het betreffende project te kijken. Het is

Brede Welvaart

Gemeentelijke Collegetour Brede Welvaart

Hoe ziet de brede welvaart in jouw gemeente eruit? Wat zijn de verwachtingen en wensen voor de toekomst? En welke rol kan brede welvaart spelen in gemeentelijk beleid? Trendbureau Drenthe start met een collegetour om antwoord te geven op deze vragen en meer. De Monitor Brede Welvaart Drenthe vormt de basis van de collegereeks. Met behulp van de

Brede Welvaart

5 uitgangspunten voor het meenemen van het perspectief van inwoners in beleid

In mei vond de eerste bijeenkomst plaats van de Community of Practice (CoP) ‘Bewoners in beeld’. Deze CoP heeft als doel om het perspectief van bewoners mee te nemen in het beleid gericht op brede welvaart. Het was een inspirerende bijeenkomst waarin experts en casushouders samenkwamen om kennis en ervaringen uit te wisselen. Nadat in 2022 h

Publicaties

Brede Welvaart

Vrijwilligerswerk en buurtparticipatie in Groningen en Drenthe

Brede Welvaart

Rapport Wonen en werken in het noorden

Brede Welvaart

Monitor Brede Welvaart Drenthe 2021