Samenleving
Voor de brede welvaart is het belangrijk dat iedereen kan deelnemen aan de samenleving en dat mensen vertrouwen op elkaar en op instituties zoals de overheid en het rechtssysteem. Het thema samenleving zegt iets over de mate waarin mensen zich thuis voelen in een gemeenschap. Enerzijds gaat het over de relaties die mensen onderling met elkaar onderhouden. Goede sociale contacten in de directe en indirecte omgeving dragen bij aan de gevoelens van verbondenheid en sociale samenhang. Familie, vrienden en buren kunnen ook als vangnet dienen voor mensen wanneer het minder goed gaat. Anderzijds gaat het over de relaties die mensen hebben met maatschappelijke instellingen en de (lokale) overheid. Voor een sterke samenhang in de maatschappij zijn beide relaties belangrijk.
In het kort
- In Drenthe worden de sociale contacten met familie, vrienden en buurtbewoners, hoog gewaardeerd (7,4). Wel heeft de coronapandemie stevige impact gehad op het sociale leven en eenzaamheid.
- Het vertrouwen in de Tweede Kamer, politie en rechters ligt met 65% iets lager dan het landelijk gemiddelde (67%). Het vertrouwen in anderen (67%) is in Drenthe iets hoger dan in Nederland (66%).
- Vrijwilligerswerk en mantelzorg dragen sterk bij aan de sociale samenhang binnen de samenleving. Bijna de helft van alle Drenten zet zich wel eens vrijwillig in, en zo’n 14% van de Drenten verleent mantelzorg. Voor een deel van de mantelzorgers wordt het wel eens te veel en zij lopen kans op overbelasting
Stijging van eenzaamheid
Eenzaamheid wordt gedefinieerd als het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde relaties. Wanneer mensen weinig sociale contacten in hun omgeving hebben, leidt dit vaker tot eenzaamheid (Winsemius et al., 2016). Langdurige eenzaamheid gaat ten koste van het emotionele en fysieke welbevinden en de eigen gezondheid (Van der Zwet en Van de Maat, 2018). Het aandeel mensen dat zich in meer of mindere mate eenzaam voelt, ligt in Drenthe op 46%, waarvan 11% (zeer) ernstig eenzaam. In Drenthe lijkt eenzaamheid iets minder voor te komen dan gemiddeld in Nederland (gemiddeld 49%, waarvan 14% ernstig).
Wel hebben de afgelopen jaren gezien dat de coronapandemie stevige impact heeft gehad op het sociale leven en eenzaamheid. Uit landelijk onderzoek naar de samenhang tussen corona en eenzaamheid blijkt dat met name jongeren en ouderen kwetsbaar zijn voor eenzaamheid ten gevolge van de pandemie (SCP, 2021). Vooral bij jongeren hakten de corona-maatregelen er sterk in. Zij gaven het vaakst van alle leeftijdsgroepen aan dat zij zich tijdens de coronapandemie vaker eenzaam voelden dan daarvoor. Uit recentere cijfers van het CBS (2022a) blijkt dat jongeren (15-25 jarigen) zich nu voor het eerst vaker emotioneel eenzaam voelen (een hechte band missen) dan ouderen. Ook laat deze leeftijdsgroep de sterkste toename zien ten opzichte van 2 jaar eerder, van 8% sterk emotioneel eenzaam in 2019 naar 14% in 2021.
Vertrouwen in anderen en instituties
Sociaal vertrouwen in de medemens is belangrijk om prettig te leven. Ook vanuit de samenleving gedacht is vertrouwen belangrijk voor de onderlinge samenwerking en hulpbereidheid. Onderling vertrouwen is immers een belangrijke bouwsteen van sociale cohesie in de samenleving.
Vertrouwen in maatschappelijke instellingen en de overheid is belangrijk voor het functioneren van de samenleving. Daarnaast is het belangrijk om ook regionaal te kijken naar het vertrouwen in provinciaal en gemeentelijk bestuur. Het lokaal bestuur heeft immers een grote mate van invloed op de directe leefomgeving van inwoners.
Vertrouwen in elkaar gestegen
Over het algemeen is het in de provincie Drenthe goed gesteld met het vertrouwen in anderen. Zo geeft 67% van de inwoners in 2021 aan dat de meeste mensen te vertrouwen zijn. Landelijk geldt dit voor 66% van de inwoners. Het vertrouwen van mensen in elkaar nam in beide coronajaren flink toe en lag zowel landelijk als in Drenthe 5 procentpunt hoger dan in 2019. Drenthe staat op de derde plaats van alle provincies. In de gemeente Emmen is het vertrouwen in anderen het laagst met 58%, terwijl het in Tynaarlo het hoogst is met 83%. We zien dus grote verschillen binnen de provincie.
Nog niet eerder was het vertrouwen in anderen in Nederland zo hoog. De landelijke trend in het sociaal vertrouwen verschilt wel tussen bevolkingsgroepen. Vooral onder hbo/wo-opgeleiden, mannen, mensen in de leeftijd van 25-45 jaar en mensen met een Nederlandse achtergrond is het sociaal vertrouwen hoog (CBS, 2022e).
Vertrouwen in landelijke instituties
In Drenthe ligt het vertrouwen in landelijke instituties (gemiddelde van Tweede Kamer, politie en rechters) met 65% wat beneden het Nederlands gemiddelde (67%), maar volgt wel dezelfde trendlijn. Het vertrouwen in instituties kende in het eerste coronajaar (2020) een aanzienlijke toename. In 2021 nam dit weer wat af, maar al met al zien we een langjarige stijgende trend. De piek van 2020 werd vooral veroorzaakt door het vertrouwen in de Tweede Kamer. Deze nam tussen 2019 en 2020 sterk toe, waarna het in de loop van 2021 weer afnam. Het vertrouwen in de andere instituties nam in 2021 wel verder toe (CBS, 2022e). Drenthe staat op de 10e plaats van alle provincies. In de gemeenten Emmen (59%) en Hoogeveen (60%) is het vertrouwen in instituties het laagst, terwijl het in Tynaarlo het hoogst is (73%).
Het vertrouwen in de landelijke politiek ligt lager in gebieden buiten de Randstad; zo is het vertrouwen in de Tweede Kamer het laagst in krimpregio’s in Noord-Holland, Oost-Groningen, Drenthe en Zuid-Limburg (Van den Berg & Kok, 2021). Ook onderzoek onder het Drents Panel laat zien dat een deel van de inwoners zich beperkt vertegenwoordigd voelen door de landelijk politiek (34%). Het beeld dat politici niet luisteren, is voor veel mensen een reden om zich niet goed vertegenwoordigd te voelen. Langlopende dossiers als de kindertoeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen, en meer recent de stikstofcrisis met boerenprotestacties, versterken dit beeld (Ridder et. al., 2022).
In Drenthe iets meer uren mantelzorg per week
Mantelzorgers geven onbetaalde en vaak langdurige zorg aan naasten als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. In Drenthe is in 2022 14% van de volwassen inwoners mantelzorger, ten opzichte van 13% landelijk. Zij gaven gemiddelde 13 uur per week mantelzorg. Dit is iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde van 11,8 uur. Mantelzorg wordt met name verleend door 50- tot 75-jarigen. Deze groep is vooral actief in de langdurige zorg voor (thuiswonende) ouderen van 85 jaar en ouder.
Mantelzorgers in Drenthe zijn overwegend tevreden; het zorgen voor een naaste geeft voldoeding, ondanks de vaak afnemende gezondheid van de oudere voor wie ze zorgen. Wel blijkt dat bijna elke mantelzorger momenten heeft waarop de zorg te veel wordt (Trendbureau Drenthe, 2019). Net als landelijk geeft in Drenthe zo’n 20% van de mantelzorgers aan zwaarbelast te zijn. Wel zijn er grote verschillen tussen gemeenten. Met name in de gemeente Emmen (30%), Assen (23%) en Coevorden (23%) voelen mantelzorgers zich vaker zwaar belast.
Uit een peiling onder het Drents Panel is gebleken dat er in coronatijd een groter beroep is gedaan op bestaande mantelzorgers in Drenthe. Eén op de drie mantelzorgers gaf eind 2020 aan dat de mantelzorgtaken door de coronacrisis in negatieve zin zijn veranderd. De vaakst genoemde verandering betreft de hoeveelheid zorg die wordt verleend.
Kwart van alle kinderen en jongeren is jonge mantelzorger
Van alle kinderen en jongeren (tot 25 jaar) in Drenthe wordt ongeveer een kwart gerekend als ‘jonge mantelzorger’. Deze jongeren zijn belast met extra zorgen over de naaste en missen mogelijk zelf de nodige zorg en aandacht binnen het gezin (Strategische Alliantie Jonge Mantelzorgers, 2021). Uit een recente peiling blijkt dat landelijk circa driekwart van de jonge mantelzorgers van 12-24 jaar sinds de uitbraak van het corona-virus een (veel) grotere emotionele belasting ervaart. 60% geeft aan zelf meer zorg en aandacht te missen en nog eens 6 op de 10 jonge mantelzorgers geeft aan meer zorg te verlenen (Brussen Erbij Beweging, 2020).
Dalende trend mantelzorgpotentieel
Nu steeds meer ouderen tot op hoge leeftijd zelfstandig een eigen huishouden (moeten) blijven voeren, neemt het belang van mantelzorg toe (Kooiker et al., 2019). Hoe dit is de toekomst zal zijn is in te schatten met de ‘Oldest Old Support Ratio’ (OOSR). Het gaat hierbij om de verhouding van het aantal 50-74-jarigen ten opzichte van het aantal 85-plussers. Een lage ratio betekent weinig potentiële mantelzorgers ten opzichte van oude ouderen die mogelijk ondersteuning en zorg nodig hebben (De Jong en Kooiker, 2018).
De verwachting in Drenthe, net als landelijk, is dat de leeftijdsgroep 85-plus de komende jaren sterk zal groeien en dat de leeftijdsgroep 50- tot 75-jaar afneemt. Dit betekent dat de OOSR daalt en dat de druk op mantelzorgers in deze leeftijdsgroep steeds groter wordt. In 2020 waren er in Drenthe nog gemiddeld 13 potentiële mantelzorgers per zorgbehoeftige oudere. In 2030 is dat aantal naar verwachting gedaald naar 9 en in 2040 naar 5.
Vrijwilligerswerk & lidmaatschap bij verenigingen
Het aantal actieve vrijwilligers is een belangrijke graadmeter voor de sociale cohesie en brede welvaart. Vrijwilligerswerk stelt veel mensen in staat de hulp en ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben en biedt veel voldoening en een gevoel van betrokkenheid bij de samenleving. Verwacht wordt dat vrijwilligerswerk in de toekomst nog belangrijker zal worden door de vergrijzing en overheidsbeleid.
De Regionale Monitor Brede Welvaart laat zien dat in 2021 43% van de inwoners van Drenthe vrijwilligerswerk deed. Hiermee staat Drenthe samen met Overijssel op een gedeelde derde plaats van alle provincies en ligt het aandeel boven het landelijk gemiddelde (39%). Er is echter een daling te zien ten opzichte van 2020, toen het percentage op 48% lag. De vrijwilligersgraad is het hoogst in de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze (beide 47%), en het laagst in de stedelijke gebieden Assen (38%) en Emmen (36%). Dit bevestigt de trend dat in stedelijke gebieden minder vrijwilligerswerk wordt gedaan dan op het platteland.
De coronacrisis heeft sociale gevolgen gehad voor het vrijwilligerswerk. Uit landelijk onderzoek blijkt dat 45% van de vrijwilligers minder vrijwilligerswerk is gaan doen (Miltenburg et al., 2020). Ook leden van het Drents Panel merken de gevolgen en geven aan dat het doen van vrijwilligerswerk op een lager niveau is komen te staan. Daarnaast wordt opgemerkt dat het (opnieuw) vinden van vrijwilligers belangrijk is om het sociale leven weer op gang te brengen (Trendbureau Drenthe, 2020 en 2021).
Naast het doen van vrijwilligerswerk toont ook de betrokkenheid bij een vereniging de verbondenheid met de samenleving. Dit kan op verschillende manieren; door een passief lidmaatschap bij een vereniging of door zelf actief te zijn binnen een vereniging.
Het Drents Panel laat zien dat ook in Drenthe circa 78% van de inwoners lid is van één of meer verenigingen. Wat betreft het soort vereniging, de meest populaire zijn sportverenigingen (32%), culturele verenigingen (17%) en milieuorganisaties (20%). Een op de vijf Drentenaren is lid van een vakbond.
Oudere mensen en hbo/wo-opgeleiden zijn relatief het vaakst lid van een vereniging. Maatschappelijke participatie hangt ook samen met een gevoel van verbondenheid tussen mensen: mensen die (zeer) tevreden zijn met hun sociale contacten zijn vaker lid van een vereniging
Indicatoren thema Samenleving – monitor Brede Welvaart Drenthe
Om zicht te krijgen op de sociale samenhang bestaat het thema samenleving in de Regionale Monitor Brede Welvaart (RMBW) van CBS uit vier indicatoren, namelijk: het contact met familie, vrienden of buren, het vertrouwen in instituties, het vertrouwen in mensen onderling en het aandeel inwoners dat vrijwilligerswerk doet.
We vullen deze indicatoren aan met regionale inzichten vanuit het Drents Panel. We voegen specifiek aspecten als eenzaamheid, sociale cohesie, mantelzorg toe.
Sociale contacten met familie, vrienden of buren
Mensen voelen zich gelukkiger en tevredener wanneer ze vaker omgaan met familie, vrienden, bekenden of buren. Sociale contacten kunnen mensen ondersteunen in hun geluk, maar ook in hulp en ondersteuning bij gezondheidsproblemen, het versterken van hun weerbaarheid en verrijken van perspectieven, door het delen van ervaringen (Mars en Schmeets, 2011; Steptoe en Diez Roux, 2008).
Uit de Regionale Monitor Brede Welvaart blijkt dat het percentage inwoners van Drenthe dat minstens één keer per week digitaal of persoonlijk contact heeft (70%) vrijwel hetzelfde is als in andere provincies (het landelijk gemiddelde is 71%). Tussen 2012 en 2021 is het percentage mensen in Drenthe dat wekelijks één keer contact heeft met familie, vrienden of buren gedaald van 76% naar 70%.
Tynaarlo en Assen zijn de gemeenten met het laagste percentage wekelijkse contacten, beide op 69%. Aan de andere kant heeft De Wolden het hoogste percentage (75%).