Arbeid en vrije tijd
Brede welvaart hangt voor veel mensen sterk af van het hebben van passend en betaald werk. Daar staat tegenover dat ook vrije tijd grote invloed heeft op de levenskwaliteit die mensen ervaren. Werk en vrije tijd moeten dan ook in balans zijn (CBS). Een goede match tussen de regionale arbeidsmarkt en bijvoorbeeld opleidingsniveau is een belangrijke voorwaarde van een vitale economie, en voor Drenten zelf zorgt het hebben van een baan en zekerheid van inkomen voor een betere brede welvaart.
In het kort
- De bruto arbeidsparticipatie in Drenthe is 71,4% en de netto arbeidsparticipatie ligt op 68,8%. Dit ligt lager dan het landelijk niveau (70,4%).
- In Drenthe steeg het aantal banen in 2021 en daalde het werkloosheidspercentage. Dit komt overeen met het landelijk beeld.
- 44% van het Drents Panel geeft aan (zeer) tevreden te zijn met de werkgelegenheid en 86% is (zeer) tevreden met de reistijd.
- Het aantal hbo- en wo-opgeleiden ligt in Drenthe onder het landelijk gemiddelde, maar is wel wat toegenomen in de afgelopen jaren. Dat is in lijn met de landelijke trend. Er zijn vrij grote regionale verschillen in opleidingsniveau.
- Laaggeletterdheid in Drenthe is op provincie niveau gelijk aan landelijk, maar per gemeente zijn de verschillen groot en kan het aandeel laaggeletterdheid sterk oplopen.
Arbeidsparticipatie in Drenthe lager dan landelijk
De arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de beroepsbevolking op de arbeidsmarkt actief is. Een hogere mate van arbeidsparticipatie draagt bij aan een hoger bbp, maar ook aan het in stand houden van sociale voorzieningen. Het hebben van een baan biedt bovendien sociale contacten, mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling en het gevoel een bijdrage te leveren aan de samenleving, dit wordt positief geassocieerd met hoger welzijn.
Met een 11de plek in het overzicht van alle provincies ligt de bruto arbeidsparticipatie in Drenthe relatief laag. De afstand tot de arbeidsmarkt is het grootst onder jongeren en met name laagopgeleiden. Door een afnemende werkloosheid is de netto arbeidsparticipatie de afgelopen jaren wel toegenomen tot 68,8% in 2021. De toenemende trend van 2015 tot 2019 en lichte daling in 2020 is zichtbaar in alle Drentse gemeenten. Met name in het tweede kwartaal van 2020 daalde de arbeidsparticipatie door de eerste lockdown. In de tweede helft van 2020 is dit voor een belangrijk deel hersteld, maar niet geheel. Cijfers van CBS laten zien dat de arbeidsparticipatie sinds eind 2020 weer elke maand toeneemt.
De gemeenten in Drenthe volgen de landelijke trend, maar de Oost-Drentse gemeenten blijven achter ten opzichte van de West-Drentse gemeenten. De uitzondering is de gemeente Westerveld, in die Westelijke gemeente ligt de netto arbeidsparticipatie lager (66,6%). De netto arbeidsparticipatie is het laagst in de gemeente Emmen (66,2%) en het hoogst in de gemeenten Meppel (71,1%) en De Wolden (71,0%).
Kleine daling werkgelegenheid
In 2022 waren er in Drenthe ruim 235.330 banen. Dit beslaat zo’n 27% van de totale werkgelegenheid in de drie noordelijke provincies (ruim 800.000 arbeidsplaatsen). De werkgelegenheid in Drenthe is met 8,9% toegenomen in de periode 2017-2022. Alleen van 2019 op 2020 was er sprake van een krimp van -0,1% in Drenthe, als gevolg van de coronacrisis. De meeste andere provincies zagen in dat jaar nog wel enige groei in het aantal banen, uitgezonderd Noord-Nederland en Zeeland (LISA, 2022). Vervolgens is de economie in Drenthe van 2020 tot 2022 bovengemiddeld gegroeid met 5,4% ten opzichte van 4,2% landelijk. Per 100 inwoners zijn de meeste banen in de stedelijke gebieden als Assen (82 banen per 100 inwoners), Meppel (79) en Hoogeveen (75). Het laagst aantal banen per 100 inwoners vinden we in Borger-Odoorn (46).
Aandeel zzp’ers blijft gelijk
Tussen 2011 en 2016 groeide het aandeel van 10,6% naar 11,8%. Het aandeel zzp’ers onder werkenden blijft sinds 2016 ongeveer gelijk; in 2021 ligt het aandeel op 11,7%. Landelijk wordt 12,6% van de werkgelegenheid door zzp’ers gevormd. In de gemeenten Assen, Emmen, Hoogeveen, en Meppel wonen de minste zzp’ers onder werken binnen de provincie Drenthe.
Zorg blijft de grootste sector
In Drenthe is de gezondheidszorg de grootste sector. Bijna een op de vijf banen in Drenthe is een baan in de zorg (19,7%). Drenten werken ook veel in de handel (17,7%), zakelijke dienstverlening (12%) en industrie (11,1%). In vergelijking met Nederland is vooral het aandeel banen in de zorg groot en het aantal banen in de zakelijke dienstverlening wat kleiner
Scherpe afname vacaturegraad in 2020, maar ook scherpe stijging in 2021
Drenthe staat voor de vacaturegraad op de 7e plek landelijk, net iets onder het landelijk gemiddelde met 44 vacatures per 1.000 banen (landelijk 45). De vacaturegraad liet een stijgende lijn zien tussen 2015 en 2019 en een scherpe afname in 2020. In 2021 is de vacature zeer sterk toegenomen, en is nu hoger dan toen de daling in 2019 inzette. Drenthe volgt de landelijke trendlijn op de voet.
Een hoge vacaturegraad is een indicator van een krappe arbeidsmarkt. Sinds het herstel van de economische crisis zien we inderdaad dat de vacaturegraad stijgt en in 2020 met de coronacrisis een duidelijk daling. Momenteel zien we de nadelen van een te krappe arbeidsmarkt in de zorgsector – deze sector kende al personeelstekorten maar dit is versterkt door corona.
Krapte in zorg en vrijetijdseconomie
Mede door de steunpakketten heeft de coronacrisis niet gezorgd voor een substantiële verruiming van de arbeidsmarkt, waardoor de krapte weer direct en in veel sectoren voelbaar is. Veel bedrijven in de vrijetijdssector (horeca, de reisbemiddeling en de cultuursector) hebben in de coronatijd hun personeel moeten laten gaan. Een deel van deze voormalige medewerkers is gedurende de diverse lockdowns elders gaan werken, waardoor bijvoorbeeld de horeca moeite heeft om weer voldoende personeel terug te krijgen. (Trendbureau Drenthe, 2021c).
De sector zorg en welzijn staat tijdens de coronacrisis onder hoge druk. Het is bovendien in Drenthe een belangrijke sector wat betreft de werkgelegenheid. De sector heeft te maken met een dubbele vergrijzing, door vergrijzing van het personeelsbestand waardoor er rekening gehouden moet worden met een hoge uitstroom van personeel. En er is sprake van een vergrijzende bevolking die de vraag naar zorg doet stijgen. Een positieve ontwikkeling is dat er sinds 2017 meer nieuwe medewerkers instromen dan uitstromen.
Werkloosheidspercentage volgt landelijke lijn
Voor de werkloosheid kijken we naar het aantal niet-werkende werkzoekenden dat geregistreerd staat bij het UWV. Het percentage niet werkenden werkzoekenden is berekend ten opzichte van de 15 tot 75-jarige beroepsbevolking. In Drenthe ligt het werkloosheidspercentage, in 2021, op 3,4% en landelijk op 4,2%. Het verschil met het Nederlands gemiddelde fluctueert gedurende het jaar, bijvoorbeeld door seizoenswerkgelegenheid in landbouw, horeca, detailhandel en bouw in Drenthe. Hierdoor neemt de werkloosheid af in het voorjaar en de zomer en toe in het najaar en de winter.
Het werkloosheidspercentage ligt in alle Drentse gemeenten onder het landelijk gemiddelde. De werkloosheidspercentages zijn in 2021 het hoogst in de gemeente Emmen (4,1%)liggen in 2021 o. De laagste percentages vinden we in De Wolden (3%), Midden-Drenthe (3,1%) en Tynaarlo (3,1%).
Hoge instroom WW, lage doorstroom naar bijstand
De coronacrisis heeft invloed gehad op het aantal WW-uitkeringen. Ten opzichte van februari 2020 steeg het aan nieuwe WW-uitkeringen in maart fors met 53%. In reguliere jaren daalt het aantal nieuwe aanvragen in Drenthe in maart, door de opstart van seizoenswerk (UWV, 2020). In de dienstverlenende beroepen is een grote stijging van 38% te zien in augustus 2020 ten opzichte van exact een jaar eerder. Voor jongeren was op dat moment de instroom in de WW 2,5 keer zo hoog (meetmoment augustus 2020).
Een klein deel van mensen met een WW-uitkering komt vervolgens in de bijstand (UWV, 2020). Het doorstroompercentage in de arbeidsmarktregio Drenthe ligt met 3,6% rond het landelijk gemiddelde. De doorstroom van WW naar bijstand is in Drenthe hoger in de grootstedelijke gebieden. Dit heeft te maken met het hogere aandeel alleenstaanden en laagopgeleiden. Ook stromen er gemiddeld meer 50-plusser door van de WW naar de bijstand, als gevolg van een minder gunstige arbeidsmarktpositie.
Hoge jeugdwerkloosheid, vooral in stedelijke gemeenten
Voor de jeugdwerkloosheid gebruiken we het aandeel bij het UWV geregistreerde werkzoekende jongeren onder de 27 jaar (niet alle werkloze jongeren laten zich registreren bij het UWV, omdat ze niet altijd recht hebben op een uitkering). In Drenthe ligt dit met 6,2% hoger dan landelijk 5,2%. Het aandeel dat geregistreerd staat als niet-werkzame werkzoekende is in Drenthe 3,4% en landelijk is dit 2,8%. Het percentage geregistreerde werkzoekende jongeren onder de 27 jaar was in 2020 het hoogst in de gemeentes Emmen (8,4) en Assen (8,2%). Ook in Borger-Odoorn, Coevorden en Meppel was het aandeel jongeren relatief hoog. Het aandeel niet werkende werkzoekende jongeren ligt in de gemeenten Assen, Emmen, Meppel en Westerveld boven de 4%. De werkloosheid onder jongeren is vaak veel hoger dan de algemene werkloosheid. Jongeren zijn vaak de eersten die in een crisis hun werk verliezen. In het geval van de coronacrisis zien we dat jongeren vaker in de hardst geraakte sectoren werken (horeca en detailhandel) en dat zij vaker een tijdelijk of een flex-contract hebben.
Tevredenheid met werk in de regio blijft stijgen
Met het herstel na de economische crisis stijgt de werkgelegenheid sinds 2017 en dat zien we terug in hoe de Drentse panelleden het aanbod van werk ervaren: er is een duidelijk stijgende lijn in hoeveel panelleden tevreden zijn over de hoeveelheid beschikbaar werk in de regio. Het Drents Panel is in toenemende mate tevreden met de werkgelegenheid in de regio. In 2022 was 44% tevreden, ten opzichte van 33% in 2018. Objectief gemeten doet Drenthe het minder goed op het gebied van werk vergeleken met de rest van Nederland. Met een 10de plek van alle provincies is de netto arbeidsparticipatie in Drenthe laag.
Meer reiskilometers naar werk, maar Drenten zijn wel heel tevreden
Ook de tevredenheid met de reistijd naar het werk is van invloed op de werk- en privébalans. De gemiddelde woon-werk afstand van Drenten in 2019 is 28 kilometer en gemiddeld voor Nederlanders is dit 22,2 kilometer. Toch is 88,1% van de Drenten (zeer) tevreden met de reistijd. Hiermee staat de provincie op de 2de plek van alle provincies en lijkt de grotere afstand niet ten koste te gaan van de tevredenheid. Op gemeenteniveau zijn er verschillen te zien. Inwoners van de gemeenten Westerveld (33,6 km) en Borger-Odoorn (32,4 km) moeten gemiddeld de grootste afstand afleggen. In Hoogeveen (25,2 km) hoeft men gemiddeld het minst ver te reizen, gevolgd door Tynaarlo, Noordenveld en Assen.
Uit onderzoek onder het Drents Panel blijkt dat stedelingen iets minder vaak bereid zijn om lange afstanden af te leggen. Mensen die op het platteland wonen zijn vaker bereid om driekwartier of langer te reizen. Het aanbod van werk binnen een acceptabele reisafstand van het woongebied is van belang voor de leefbaarheid in een gebied. Drentse panelleden willen best een eindje reizen naar hun werk. 10% geeft aan minder dan 15 minuten onderweg te willen zijn. 43% wil maximaal 15-30 minuten reizen naar het werk. Meer panelleden zijn bereid om een half uur tot een uur te reizen (42% in 2022).
Jongvolwassenen willen liever niet blijvend thuiswerken
Tijdens de coronapandemie gold veelal een thuiswerk-advies. Het Drents Panel is gevraagd of ze denken in de nabije toekomst (na de coronacrisis) blijvend meer thuis te gaan werken. Van de panelleden voor wie het van toepassing is geeft 41% gaf aan deze mogelijkheid nu al te hebben of dit in de nabije toekomst te gaan doen. De helft heeft deze mogelijkheid niet of maar beperk door hun beroep en 1% geeft aan dat de werkgever er geen voorstander van is. 8% weet dit op het moment van vragen nog niet.
Er zijn enkele duidelijke verschillen tussen de leeftijdscategorieën. Met name 35-49-jarigen geven vaak aan in de toekomst meer thuis te willen werken. Jongvolwassenen juist het minst. Jongeren zijn nog maar kort met hun loopbaan begonnen en zijn op zoek naar contact, hulp van collega’s en moeten nog een netwerk opbouwen (Wawoe, 2021). Ook is de kans groter dat je huis als jongere minder geschikt is om thuis te werken. Van der Lippe waarschuwt dat (volledig) thuiswerken de ongelijkheid op de arbeidsmarkt zou kunnen vergroten doordat jongeren minder zichtbaar zijn en door minder werkervaring vanuit huis ‘minder snel klimmen op de carrièreladder of een vast contract krijgen’ (2021).
Kleiner aandeel hoogopgeleiden
Met 25,3% van de beroepsbevolking dat in 2021 een hbo/wo opleiding heeft afgerond, bevindt Drenthe zich volgens de Regionale Monitor Brede Welvaart samen met Overijssel de 11de plek. Het aantal hbo/wo-opgeleide mensen is in lijn met de landelijke trend de afgelopen jaren toegenomen in Drenthe. Ook zijn er duidelijke verschillen tussen de gemeenten. Zo heeft de gemeente Tynaarlo (41,2%) veruit het hoogste aantal hbo/wo-opgeleiden van de provincie, gevolgd door Aa en Hunze (31,2%) en op enige afstand Noordenveld (32,8%). Het verschil met de gemeenten Hoogeveen (17,7%) en Emmen (17,6%) is groot. De invloed van Groningen als onderwijsstad en de relatief korte reisafstand vanaf deze gemeenten is hier mogelijk een verklaring voor.
Aandeel laaggeletterden hoogst in Aa en Hunze
Laaggeletterdheid gaat niet alleen om lezen en schrijven, maar ook om rekenen en digitale vaardigheden. Laaggeletterden zijn volwassenen die niet het taal- of rekenniveau hebben dat je aan het eind van een vmbo-, mbo 2- of 3-opleiding zou moeten hebben (Stichting Lezen en Schrijven, 2021). In Drenthe is naar schatting 11% van alle inwoners laaggeletterd, dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Het aandeel laaggeletterden in de gemeenten Aa en Hunze (19%) en De Wolden (14%) is het hoogst en liggen samen met Emmen en Hoogeveen boven het boven het Drents gemiddelde.
Verantwoording
Indicator Arbeid en vrije tijd – Monitor Brede Welvaart Drenthe
In de Regionale Monitor Brede Welvaart van CBS wordt arbeid en vrije tijd in Drenthe gemeten aan de hand van zes indicatoren, namelijk netto en bruto arbeidsparticipatie, hoogopgeleide bevolking, werkloosheid, vacaturegraad en de tevredenheid met reistijd van en naar het werk.
De indicatoren worden aangevuld met de regionale economische structuur door banen en werkgelegenheid per sector te tonen en de gemiddelde woon-werk afstand. Daarnaast zoomen we in op de regionale jeugdwerkloosheid en laaggeletterdheid. Vanuit het Drents Panel wordt een aanvulling gegeven met het inwonersperspectief over thuiswerken en tevredenheid met de beschikbaarheid van werk in de regio.
Gerelateerde publicaties
Effectieve hulp voor ondernemers met schulden, 2021 (PDF)