Preventie van eenzaamheid: wat werkt?

Terug

Preventie van eenzaamheid: wat werkt?

Geschreven op 12 oktober 2018

“Een aanpak gericht op preventie van vereenzaming voorkomt niet alleen de fysieke en psychische klachten bij mensen, het voorkomt ook kosten voor de samenleving.”

In het kader van de week van de eenzaamheid bracht het landelijke kennisinstituut Movisie een rapport uit met bouwstenen voor preventie tegen eenzaamheid. Hoe kunnen professionals, vrijwilligers en inwoners elkaar helpen in de aanpak tegen eenzaamheid? Movisie en Trendbureau Drenthe brengen in beeld wat werkt en geven een impressie van een aantal lopende initiatieven in Drenthe.

Eenzaamheid in Drenthe, de cijfers

Eenzaamheid is een maatschappelijk vraagstuk. Mensen die over een langere periode vereenzamen komen vaak in een neerwaartse spiraal terecht. Het aandeel mensen dat zich in meer of mindere mate eenzaam voelt, ligt in Drenthe rond de 40%. Voor 19- tot 65-jarigen is dit 39% en voor de 65-plussers 45%. Ongeacht de leeftijdsgroep ligt het percentage mensen die (zeer) ernstige eenzaamheid ervaren rond de 10%. Eenzaamheid heeft ernstige lichamelijke, psychische en financiële gevolgen. Het verhoogt zelfs de kans op vroegtijdig overlijden.

Preventieve aanpak van belang

Het is belangrijk om een aanpak gericht op preventie van vereenzaming te ontwikkelen. Dit voorkomt niet alleen de fysieke en psychische klachten bij mensen, het voorkomt ook kosten voor de samenleving. In het landelijke actieprogramma ‘Een tegen eenzaamheid’ staat dat de veelzijdigheid van initiatieven al indrukwekkend is, maar daardoor soms ook versnipperd en incidenteel. Lokaal wordt gestreefd naar coalities om vereenzaming tegen te gaan. Gemeenten zijn namelijk op grond van de Wmo 2015 primair verantwoordelijk voor het vormgeven van een aanpak tegen eenzaamheid. Deze aanpak verschilt per gemeente. Kennisinstituut Movisie heeft voor de lokale aanpak tegen vereenzaming aanbevelingen gedaan waar gemeenten en netwerkpartners mee aan de slag kunnen.

Vereenzaming komt bij verschillende groepen meer voor…

  • Bij ouderen

Alhoewel eenzaamheid in alle leeftijdsgroepen voorkomt, is de kans op eenzaamheid gemiddeld groter naarmate mensen ouder worden. Dit geldt specifiek voor sociale eenzaamheid. Sociale eenzaamheid draait om minder contact hebben met andere mensen dan je wenst. Denk aan het missen van vrienden, kennissen of collega’s. Het sociaal netwerk schiet tekort. Er is sprake van een sociale behoefte. Sociale eenzaamheid wordt in Drenthe bij een op de drie ouderen vastgesteld. Emotionele eenzaamheid (het gevoel iemand te missen om mee te delen), komt in Drenthe bij 14% van de ouderen voor. Het percentage mensen dat zich emotioneel eenzaam voelt, neemt meer toe vanaf 75 jaar. In Drenthe liggen de cijfers iets lager dan landelijk. Landelijk ervaart 54 procent van de 75-plussers gevoelens van eenzaamheid, en 11 procent voelt zich sterk eenzaam. Anno 2018 gaat het over ruim 700.000 eenzame ouderen. In 2030 kunnen dit er 1,1 miljoen zijn. Maatschappelijke participatie levert een bijdrage aan het voorkomen en verminderen van eenzaamheid bij 65-plussers. Movisie adviseert gemeenten om vrijwilligerswerk stimuleren bij jong en oud. Bij ‘third agers’ (ouderen tussen de 60-75 jaar) is namelijk met onderzoek aangetoond dat vrijwilligerswerk een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van eenzaamheid.

  • Bij jeugdigen

De kans op eenzaamheid is ook groter bij adolescenten (15-24-jarigen). Om vereenzaming bij kinderen en jongeren te voorkomen is het zinvol om zowel meer aandacht te besteden aan het verbeteren van hun sociale vaardigheden als hun zelfbeeld. En dat medewerkers van de school effectief signaleren en handelen bij signalen van sociaal-emotionele problemen van leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat sportparticipatie tijdens de adolescentie een rol kan spelen in het voorkomen van eenzaamheidsgevoelens. Gemeenten kunnen inzetten op het verbeteren van de mogelijkheden voor jongeren om deel te nemen aan sportactiviteiten. En het stimuleren van scholen om te investeren in de sociale vaardigheden en het zelfbeeld van jongeren.

  •  Bij mensen met een lagere sociaal-economische status

Mensen die een laag opleidingsniveau hebben, een laag inkomen of werkloos zijn hebben een grotere kans op eenzaamheid. Van de laagopgeleiden boven de 19 jaar voelt 63% zich eenzaam, ten opzichte van 36% van de hoogopgeleiden. In Drenthe geven mensen met een laag opleidingsniveau ook vaker aan zich sociaal- en emotioneel eenzaam te voelen (49%), dan mensen met een hoger opleidingsniveau (32%). Wat betreft inkomen geeft landelijk 55 procent van de mensen die moeite hebben om rond te komen aan zich eenzaam te voelen. Eenzaamheidsgevoelens in deze groepen kunnen ontstaan doordat zij (te) weinig financiële middelen hebben om aan allerlei activiteiten deel te nemen. Gemeenten kunnen deze groepen ondersteunen door bijvoorbeeld korting te geven op culturele- en sportactiviteiten.

  • Bij mantelzorgers

Vereenzaming kan ook optreden doordat mantelzorgers overbelast raken en weinig tijd hebben voor ontspanning, het onderhouden van contacten met vrienden en het deelnemen aan sporten en clubverbanden. Gemeenten, professionals en vrijwilligers die mantelzorgers ondersteunen kunnen bijvoorbeeld bijdragen aan het voorkomen van eenzaamheid door mantelzorgers te ondersteunen in het vinden van hulp bij hun zorgtaken (respijtzorg). Zodat zij tijd krijgen voor het in stand houden en versterken van hun sociale netwerk.

Belang van een divers sociaal netwerk

Eenzaamheidsexperts stellen dat een divers sociaal netwerk, bestaande uit contacten die emotionele steun bieden en minder diepgaande contacten, het beste middel is om eenzaamheid te voorkomen Movisie adviseert hierbij om extra aandacht te besteden aan oudere mensen met specifieke risicofactoren, zoals alleenstaanden of ouderen met een lage opleiding en laag inkomen. Want zij hebben doorgaans meer moeite met het onderhouden van een divers sociaal netwerk. Niet iedereen is goed toegerust om een divers sociaal netwerk te creëren en onderhouden. Zelfvertrouwen, sociale vaardigheden, een positief zelfbeeld, veerkracht en zelfmanagement-vaardigheden zijn hierbij van groot belang. Gemeenten kunnen ervoor zorgen dat er voldoende trainingen, groepsactiviteiten en interventies beschikbaar zijn waarin inwoners deze vaardigheden kunnen verbeteren en sociale contacten kunnen opdoen.

Alle gemeentelijke aanbevelingen op een rij 

Wat kunnen gemeenten doen om eenzaamheid te voorkomen?

  • Zet in op algemene bewustwording onder alle inwoners van de belangrijkste risicofactoren voor eenzaamheid (o.a. ingrijpende levensgebeurtenissen) en het belang van het bouwen en onderhouden van een divers sociaal netwerk. Dat kan bijvoorbeeld via creatieve campagnes. Het is daarbij aan te bevelen om te kiezen voor een positieve insteek door niet zozeer het probleem van eenzaamheid uit te vergroten, maar te wijzen op de voordelen van een solide en divers sociaal netwerk.
  • Betrek ervaringsdeskundigen bij het ontwikkelen van beleid. Zij kunnen vanuit hun ervaring vertellen welke ondersteuning hen had kunnen helpen toen zij vereenzaamden.
  • Gemeenten kunnen ondernemers (bakker, supermarkt, kapper) stimuleren om ontmoeting te faciliteren, door bijvoorbeeld een koffiehoek of tafel in te richten.
  • Faciliteer en ondersteun informele vormen van ondersteuning en ontmoeting in de buurt zoals burenhulp en bewonersinitiatieven. Mensen met veel contacten in de buurt zijn meestal minder eenzaam dan mensen met net zoveel contacten op afstand.
  • Stimuleer vrijwilligerswerk bij jong en oud. Bij ‘third agers’ (grofweg ouderen tussen de 60-75 jaar) is met onderzoek aangetoond dat vrijwilligerswerk een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van eenzaamheid.
  • Gezien de vergrijzing kan het zinvol zijn om als gemeente specifiek preventief beleid te richten op zogenaamde ‘third agers’, mensen die met pensioen gaan. Dat kan via cursussen voor mensen die bijna met pensioen gaan ter voorbereiding op de toekomst (zoals Pensioen in Zicht). Benadruk niet alleen het belang van een divers sociaal netwerk, maar bied ook ondersteuning bij hoe ze hun sociaal netwerk kunnen verbeteren en onderhouden. Bied extra aandacht aan oudere mensen met specifieke risicofactoren zoals alleenstaanden of ouderen met een lage opleiding en laag inkomen, want zij hebben doorgaans meer moeite met het onderhouden van een divers sociaal netwerk.
  • Stimuleer scholen om te investeren in de sociale vaardigheden en het zelfbeeld van jongeren, bijvoorbeeld middels school- of klasbrede aanpakken als de Kanjertraining.
  • Verbeter de mogelijkheden voor jongeren om deel te nemen aan sportactiviteiten. Hierbij zou voldoende aandacht moeten zijn voor constructieve sociale interacties en het ontwikkelen van sociale vaardigheden.
  • Bij het ondersteunen van risicogroepen bij het creëren en onderhouden van een divers sociaal netwerk is het belangrijk zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen. De gemeente kan dit via algemene voorzieningen op de volgende manieren doen:
    • Gemeenten kunnen zorgen dat iedereen, onafhankelijk van de beperking, mobiel is. Denk daarbij, naast vervoer, ook aan het verbeteren van ICT-vaardigheden zodat mensen ook via internet contact kunnen onderhouden.
    • Gemeenten kunnen zorgen dat zorg- en welzijnsorganisaties voldoende respijtzorg aanbieden, zodat mantelzorgers voldoende tijd hebben voor het onderhouden van sociale contacten.
    • Gemeenten kunnen zorgen voor korting voor mensen met een laag besteedbaar inkomen op sportieve, recreatieve en culturele activiteiten.
    • Voor mensen met een psychische kwetsbaarheid of (licht) verstandelijke beperking geldt vaak dat hun sociale vaardigheden beperkt zijn. Voor hen is het daarom extra belangrijk dat zij verwelkomt worden als zij in de wijk komen wonen, zodat voorkomen kan worden dat zij in hun woning vereenzamen. Een methode die daarbij kan helpen is ‘Kwartier maken’.

Wat kunnen gemeenten doen om eenzaamheid vroegtijdig te signaleren?

  • Het is van belang om te weten wat de belangrijkste risicogroepen zijn op gemeente- en/of wijkniveau. Deze risicogroepen krijg je eenvoudig in beeld door zowel te kijken naar de cijfers van de Gezondsheidsmonitor van de GGD als in gesprek te gaan met professionals en sleutelpersonen die actief zijn in de gemeente.
  • In de meeste gemeenten zijn er al verschillende netwerken actief, waarin verschillende professionele en vrijwillige organisaties met elkaar afstemmen rondom sociale problematiek. Sluit hierbij zoveel mogelijk aan. Het is zelden nodig een nieuw signaleringsnetwerk op te zetten. Wijs bijvoorbeeld aandachtsfunctionarissen aan in de bestaande netwerken, die ervoor zorgen dat thema eenzaamheid, en het signaleren daarvan, op de agenda blijft staan.
  • Investeer in deskundigheidsbevordering van sociale professionals en vrijwilligers wat betreft kennis over de risicogroepen en het signaleren en bespreekbaar maken van eenzaamheid.

Drenthe beweegt

Het regionale programma ‘Drenthe beweegt’ sluit goed aan bij de belangrijke aanbevelingen van Movisie om vereenzaming tegen te gaan:

  • Behouden en creëren van een diverse sociaal netwerk;
  • Deelname aan sportactiviteiten (en cultuur);
  • Maatschappelijke participatie (vrijwilligerswerk doen).

Drentse gemeenten en netwerkpartners zetten sterk in op het bevorderen van gezondheid van inwoners en op het versterken van mogelijkheden om mee te doen aan het sociale/maatschappelijke leven. Dit gebeurt door het stimuleren van de programma’s ‘Gezonde Scholen’ en ‘JOGG’ (Jongeren op gezond gewicht). Het organiseren van maatschappelijk evenementen en sportactiviteiten. En het stimuleren en bevorderen van lokale participatie in dorpen en wijken. Trendbureau Drenthe is partner van Drenthe beweegt en is betrokken bij de monitoring van de maatschappelijke impact van het programma

Meer informatie

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers