De doorgaande lijn geborgd door samenwerking tussen voorscholen en basisscholen

Terug

De doorgaande lijn geborgd door samenwerking tussen voorscholen en basisscholen

Geschreven op 15 juni 2021

“Omdat pedagogisch medewerkers en leerkrachten één team vormen is er veel uitwisseling, niet alleen wat betreft de cognitieve ontwikkeling van kinderen, maar juist in pedagogische benadering. De brede ontwikkeling van kinderen staat daarin centraal.”

Het jonge kind is een specifiek aandachtsgebied van Henny van den Berg, clusterdirecteur bij het Openbaar Onderwijs Emmen. Ze is vanaf het begin betrokken geweest bij het inhoudelijk beleid om een goede samenwerking tussen voor- en vroegschoolse educatie te krijgen en heeft zichtbaar affiniteit met dit onderdeel in haar takenpakket. In 2015 heeft de gemeente Emmen het besluit genomen om per 1 augustus 2018 bij elke basisschool een voorschool te realiseren en te subsidiëren.

De samenwerking op gemeentelijk niveau

Stichting Peuterwerk, de Stichting Ontwikkeling Kindcentra Emmen (OKCE) en de schoolbesturen zijn de partners van de gemeente om dit beleidsterrein vorm te geven. In de Stichting OKCE hebben vijftien organisaties voor Kinderopvang zich verenigd om de voorscholen te realiseren. De schoolbesturen hebben ieder hun eigen werkwijze en verantwoordelijkheid om de vroegschoolse educatie en voorschoolse educatie op elkaar af te stemmen.

Alle kinderen van 2 ½ tot 4 jaar hebben de mogelijkheid een voorschool te bezoeken. Niet alle locaties bieden de mogelijkheid om hier 16 uur per week naar toe te gaan. Bij het opzetten van de voorscholen is hierover de mening van de ouders gevraagd. Sommige ouders vinden 16 uur per week wel erg veel en kiezen voor een locatie met 10 uur. Op de kleinere locaties kunnen de peuters 10 uur naar de voorschool. De VVE-geïndiceerde kinderen kunnen zowel naar een locatie met 10 uur opvang als naar een locatie met 16 uur.

De samenwerking tussen voor- en vroegschools op lokaal niveau

In het Openbaar Onderwijs Emmen zijn de locatieleiders verantwoordelijk voor een goede inhoudelijke afstemming tussen de voor- en de vroegschoolse educatie in groep 1 en 2. De pedagogisch medewerkers en leerkrachten blijven in dienst bij hun eigen organisatie. Op elke locatie is er een coördinator, die zorgt voor de planning en afstemming van activiteiten. Henny van den Berg ondersteunt deze coördinatoren. Zij is ook het aanspreekpunt voor de leerkrachten van de groepen 1 en 2 en organiseert de werkgroep voor de onderbouwleerkrachten. Een van de taken van deze werkgroep is onder ander het ontwikkelen van nieuwe thema’s. Op welke onderwerpen de samenwerking en afstemming plaatsvindt, heeft Henny beschreven in het Samenwerkingsdocument. Een document dat de gemeente na aanpassingen inmiddels ook hanteert voor alle voorscholen.

Het samenwerkingsdocument

Het samenwerkingsdocument is een praktisch handvat voor alle betrokkenen. Het geeft een overzicht van de onderwerpen die relevant zijn om samen op te pakken en de afspraken die men maakt. De inhoudelijke doorgaande lijn is het eerste onderwerp in het document en daarmee meteen de kern van de samenwerking. Onderwerpen als welke programma’s gebruiken we of welk aanbod, welke activiteiten pakken we op en welke thema’s worden gebruikt en hoe stemmen we de doelen die we willen bereiken op elkaar af. De SLO-doelen zijn daarbij het uitgangspunt. Maar ook afspraken over het overdrachtsformulier en de warme overdracht van de VVE-geïndiceerde kinderen, het ouder- en zorgbeleid en de resultaatafspraken met de gemeente komen aan de orde in het Samenwerkingsdocument.

De resultaten van de samenwerking tussen de voorscholen en de basisscholen

Elke gemeente is verplicht resultaatafspraken te maken met de voorschoolse organisatie en met het onderwijs over de resultaten van VVE. Dit gebeurt zoveel mogelijk op een concreet niveau. Het schoolgewicht in relatie tot de taalontwikkeling van de kinderen wordt hierin bijvoorbeeld meegenomen. Zowel de voorscholen als het basisonderwijs registreren de ontwikkeling van de kinderen met het observatieprogramma “Kijk!” in de voorschool en in Esis in het basisonderwijs. Beide systemen sluiten op elkaar aan.

Op locatieniveau ziet Henny duidelijke resultaten van de samenwerking. Tussen de voorscholen en de scholen is een educatieve doorgaande lijn zichtbaar. Zo werken ze bijvoorbeeld op dezelfde wijze aan de woordenschat van de kinderen. De leerkrachten in groep 1 en 2 kunnen bij het aanbieden van nieuwe woorden voortgaan op wat al is geleerd in de voorschool. Dit geldt ook voor de aangeleerde liedjes en de prentenboeken die zijn gebruikt. De voorschool en de basisschool geven samen een Nieuwsbrief uit, zodat ouders op een zelfde wijze informatie krijgen. Ook de bijzondere activiteiten zoals Sint en Kerst worden samen gevierd. Als een belangrijk voordeel van de samenwerking ziet Henny het over en weer leren van elkaar. Omdat pedagogisch medewerkers en leerkrachten één team vormen is er veel uitwisseling, niet alleen wat betreft de cognitieve ontwikkeling van kinderen, maar juist in pedagogische benadering. De brede ontwikkeling van kinderen staat daarin centraal.

Het meer bewust werken aan gezamenlijke doelen stimuleert een goede ontwikkeling van de kinderen.

Meer informatie:

Mariet Thalens
coördinator Regiegroep Drentse Onderwijskwaliteit
06 51 55 28 02
m.thalens@gmail.com