In de gemeente Meppel slaan we de handen in één!
Geschreven op 6 januari 2022
“Organisaties kunnen hun kennis vergroten door samen te evalueren hoe een casus is verlopen en wat daarin de succesfactoren of de belemmeringen zijn geweest.”
Beleidsmedewerker Onderwijs en Jeugd van de gemeente Meppel, Karin Zinger, opereert op het snijvlak van deze twee domeinen. Ze vertelt hoe de gemeente Meppel werkt aan een transformatie op dit snijvlak. De gemeente heeft dit vastgelegd in het 'Meppeler akkoord Onderwijs en Zorg voor de Jeugd'. Het is een document met daarin een visie en missie hoe partijen toewerken naar een optimale ontwikkeling van de kinderen en jeugdigen in Meppel en hoe opvang, onderwijs en zorg op elkaar afgestemd moeten zijn. Het Akkoord geeft ook de indicatoren die bepalen wanneer er successen gevierd kunnen worden. Het document begint met: “In de gemeente Meppel slaan we de handen in één!”
Hoe is het Meppeler Akkoord tot stand gekomen?
Alle partijen die betrokken zijn bij het opgroeien van de Meppeler jeugd speelden in de voorbereiding een rol. De trekker van dit proces is de Stuurgroep LEA met werkgroepen vanuit de verschillende sectoren. De deelnemers vertegenwoordigen de voorschoolse periode, het onderwijs en de welzijnsvoorzieningen, zoals de JGZ, Stichting Welzijn MensenWerk, MEE en Biblionet Drenthe. Uitgangspunt in de stuurgroep en in de werkgroepen is geweest “Welke ambities hebben we en hoe vinden we elkaar om die ambities ook waar te maken”. Het resultaat is vastgelegd in het Meppeler Akkoord.
Waar liggen de accenten?
Zowel de transitie van de Jeugdzorg naar de gemeenten als de invoering van Passend Onderwijs hebben niet alleen als doel om er op tijd bij te zijn wanneer opvoeden en opgroeien stagneert, maar vooral om te voorkomen dat er problemen ontstaan. Preventie is essentieel. Meppel heeft hierin een duidelijk onderscheid gemaakt waar de eerste verantwoordelijkheid ligt. Bij het minder goed functioneren van een kind in de opvang of het onderwijs ligt daar een zorgtaak. Wanneer het gaat om opvoeden en opgroeien, niet gericht op onderwijsdoelen, biedt de gemeente de nodige ondersteuning. Vaak betreft een problematiek beide aspecten en is een integrale aanpak nodig. Vanzelfsprekend is de betrokkenheid van ouders van belang. Elkaar kennen als professionals vanuit verschillende organisaties en daardoor korte lijnen hebben wanneer men elkaar nodig heeft, is een ander voordeel van de samenwerking. Organisaties kunnen hun kennis vergroten door samen te evalueren hoe een casus is verlopen en wat daarin de succesfactoren of de belemmeringen zijn geweest.
De uitvoering
De insteek van alle betrokkenen is om kleine stappen te zetten om zo steeds verder vorm te geven aan de samenwerking, waarbij uitgegaan wordt van de indicatoren die in het Akkoord op uitvoeringsniveau zijn vastgesteld. Het Akkoord wordt steeds omgezet naar een Jaarplan. Bijvoorbeeld: er is jaarlijks een inspiratiebijeenkomst om missie en visie actueel te houden en successen te vieren. De overgangen tussen de verschillende vormen van opvang en onderwijs is geregeld en het non-bereik van de VVE-doelgroep is in beeld. Jaarlijks komt de uitvoering van het Meppeler Akkoord op de agenda van het LEA om het geheel te evalueren.
Het monitoren van de resultaten geeft nog een paar puzzels. Wanneer het met een gezin of een kind minder goed gaat, zijn er veel factoren die daarin een rol kunnen spelen. Het is lastig om al deze factoren in beeld te hebben en vast te stellen waardoor een goed resultaat is ontstaan.
WijsZo: een bijzondere voorziening in Meppel waarin onderwijs en zorg samenwerken
De naam van dit orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) is een samenstelling van de woorden Onderwijs en Zorg. De gemeente Meppel heeft dit schooljaar middelen uit de Jeugdwet beschikbaar gesteld aan het OPDC. Leerlingen die zijn vastgelopen in het basisonderwijs kunnen zonder tussenkomst van een verwijzende instantie of een zorgaanbieder gebruik maken van deze bijzondere onderwijsvoorziening. Het is een voorbeeld van wat een integrale aanpak kan betekenen.
OPDC’s bestaan in het voortgezet onderwijs al langer, maar een OPDC voor leerlingen in het basisonderwijs is redelijk nieuw. Meppel is pas de tweede OPDC in het land voor de opvang van basisschoolkinderen. De kinderen volgen een kort, maar intensief traject van een aantal dagdelen in de week. Er zijn trainingen die gericht zijn op het doorbreken van gedrag dat leren en ontwikkeling belemmert. De leerlingen gaan een deel van de week naar de eigen school. De bedoeling is dat de leerlingen volledig terugkeren naar hun eigen school of doorverwezen worden naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Jaarlijks worden hier veertig tot vijftig kinderen opgevangen en het is succesvol. Het thuiszitten van leerlingen wordt voorkomen en ongeveer 80% van de kinderen keert terug naar het reguliere basisonderwijs.