Investeren in gelijke kansen in en rond het onderwijs gaan we terugzien op allerlei terreinen van Brede Welvaart
Geschreven op 23 juni 2023
“Een volle broodtrommel is geen verantwoordelijkheid van het onderwijs. Maar wat als de helft van de klas zonder ontbijt op school komt?”
Niet ieder kind krijgt van huis uit hetzelfde mee naar school. Of het nu gaat om de inhoud van de broodtrommel of ervaringen met sport, cultuur en muziek, zelfvertrouwen of veiligheid. Het zijn ‘krukjes’ die nodig zijn om aan het einde van de basisschool een minimaal niveau voor taal en rekenen te bereiken. Ieder kind zou dezelfde kansen moeten krijgen. Dat betekent voor sommige kinderen meer krukjes stapelen dan voor andere. En de lat niet lager leggen voor kinderen met een minder gunstige thuissituatie, zoals de onderwijsinspectie nu doet. Krukjes stapelen dus.
Stel je voor. Je bent directeur van een basisschool met 350 leerlingen. Hiervan groeit negen op de tien op in armoede. De helft komt zonder ontbijt op school. Je hebt lang gedacht dat maaltijdverzorging geen taak is van het onderwijs. Maar wat als je merkt dat het heel erg loont? Anna Vreugdenhil is zo’n directeur, van basisschool De Regenboog in Zoetermeer. Op haar school krijgen kinderen een ontbijt en naschoolse activiteiten.
Meer krukjes stapelen voor kinderen in armoede
Hoeveel krukjes een kind meekrijgt heeft voor een groot deel met inkomen te maken. In 2021 groeide bijna 6% van de Drentse kinderen op in armoede (5.100 kinderen). In de gemeente Emmen ging het om bijna 8% van de kinderen (1.400 kinderen)[1].
In 2022 en 2023 is een toename van de armoede voorkomen. Dit kwam door een stapeling van een aantal maatregelen voor huishoudens met de laagste inkomens, zoals de energietoeslag via gemeenten, de stijging van het wettelijk minimum loon en de daaraan gekoppelde uitkeringen, en de verhoging van de zorg- en huurtoeslag. Veel van deze maatregelen zijn tijdelijk. De armoede in 2024 dreigt dan ook alsnog te stijgen. Zonder aanvullend beleid worden de kabinetsdoelstellingen (halvering van de kinderarmoede in 2025 en van de algemene armoede in 2030) niet gehaald[2].
Gevolgen van kinderarmoede werken vaak door tot in volwassenheid
Er is al veel bekend over wat armoede met kinderen doet. Gevolgen van kinderarmoede werken vaak door tot in de volwassenheid. Zoals ontwikkelingsachterstanden, een slechtere gezondheid en sociale uitsluiting.
Levenservaringen van kinderen zijn belangrijk voor de vorming van hun brein. Armoede kan leiden tot chronische stress en onderzoek wijst uit dat chronische stress schade veroorzaakt in het brein. Zoals een kleinere hippocampus (belangrijk voor leren en het geheugen), een kleinere amygdala (het hersengebied voor emotieverwerking) en een kleinere prefrontale hersenschors (een gebied dat betrokken is bij ‘complex’ denken zoals redeneren, keuzes maken en plannen).[3][4] Lichtpunt: ons brein is plastisch en kan zich steeds aanpassen en herstellen.
Toch kun je met het voorkomen van armoede en de gevolgen daarvan niet vroeg genoeg beginnen.
Kinderen met meer toegang tot hulpbronnen presteren beter
Armoede kan niet alleen leiden tot letterlijk en figuurlijk minder ruimte in het brein. Ook hebben kinderen die opgroeien in armoede minder toegang tot hulpbronnen, zoals ontwikkelmogelijkheden via boeken, muzieklessen of museumbezoeken. Of ontspanningsmogelijkheden, zoals vakanties en logeerpartijen. Maar ook voorzieningen als een eigen slaapkamer, bed, fiets of ontbijt. Hoe meer hulpbronnen kinderen tot hun beschikking hebben, des te hoger de scores op de eindtoets.[5]
Verschillen tussen leerlingen met hoge en lage sociaaleconomische status nemen eerder toe dan af gedurende de basisschooltijd[6] en het onderwijs is niet dé gelijkmaker, dat kan je ook niet verwachten. Met voor- en vroegschoolse educatie (vve) kunnen onderwijsachterstanden tussen deze groepen kinderen vaak wel verkleind worden, maar door ongunstige thuissituatie met minder toegang tot hulpbronnen, nemen achterstanden in de loop van de basisschool vaak weer toe. Dat wijst ook op het belang van een andere manier van investeren. Investeren in het welzijn, de gezondheid en de brede ontwikkeling van kinderen.
Voldoende pleidooi om armoede te voorkomen en gezondheid te bevorderen. Investeren in de gezondheid van haar inwoners is iets dat de Zweedse overheid al in de jaren 50 van de vorige eeuw deed.
Schoolmaaltijden in Zweden: investeren in gezondheid loont
Sinds 1950/60 zijn er schoollunches in Zweden voor ieder kind. Recent is onderzoek gedaan naar de langetermijneffecten van de schoollunches in Zweden. Groepen volwassenen die in hun kindertijd wel en geen schoollunches hebben gekregen, zijn vergeleken. Wat blijkt? Volwassenen die op de bassischool een maaltijd kregen waren langer (wat onderzoekers zien als een positief gezondheidseffect), genoten meer studiejaren, gingen vaker naar de universiteit en kregen een hoger inkomen. De onderzoekers zien een effect voor alle volwassenen, maar nog het meest bij de volwassenen die in hun kindertijd te maken hadden met lage gezinsinkomens. De onderzoekers berekenden dat iedere euro investering vier euro oplevert. [7]
Het belang van welzijn en het concept brede welvaart
Het belang van welzijn dringt ook steeds meer door bij de Nederlandse overheid. We kijken niet alleen meer naar welvaart in termen van geld en het BNP, maar ook naar het welzijn van mensen. We hebben het dan over brede welvaart. Dat betekent ook dat we niet alleen kijken naar het economisch nut en of iets rendabel is, maar ook het sociaal nut. Dat vraagt ook om langetermijndenken.
De principes van brede welvaart worden in toenemende mate omarmd als richtinggevend voor toekomstbestendig beleid. Brede welvaart gaat daarbij over meer dan alleen ons inkomen, economie of groei. Het gaat over alles dat het leven ‘de moeite waard’ maakt. Dus ook over leefbaarheid en veiligheid, kwaliteit van de leefomgeving, sociale samenhang en voorzieningenniveau, onderwijs en arbeidsmarkt, klimaat en energie, natuur en landbouw, bereikbaarheid en woningmarkt.
Van brede ontwikkeling (krukjes stapelen) naar brede welvaart
Terug naar onderwijs, dat niet alleen de gelijkmaker kan zijn.
We investeren veel in voor- en vroegschoolse educatie, waardoor kinderen een achterstand deels inhalen. Maar vanaf groep 3 tot en met 8 zien we de prestaties vervolgens weer verder uiteenlopen. Omdat die thuissituatie nu eenmaal verschillend is en kinderen ook buiten school veel leren.
Daarom is investeren in zoveel mogelijk krukjes stapelen, via brede schoolactiviteiten, schoolmaaltijden en dergelijke van belang. Wel in de schoolomgeving, maar niet als verantwoordelijkheid van de school. Zo zorgen we voor gelijke kansen, investeren we in inclusie, zorgen we dat iedereen mee kan doen in de maatschappij, kinderen lekkerder in hun vel zitten, opgroeien tot gezondere mensen en gaan we dat op langere termijn terugzien op allerlei terreinen van brede welvaart.
[1] Armoedemonitor (2023), Trendbureau Drenthe
[2] Verdieping Sociaal Economisch Plan 2023 (2023), CPB Raming
[3] Van Sprundel, M. (2020), Hoe armoede de hersenontwikkeling verstoort, NEMO Kennislink
[4] Oates, J., Karmiloff-Smith, A., Johnson M.H. (2012), Focus op de eerste kinderjaren -Hersenontwikkeling
[5] Ter Weel, B., Bussink, H., Koeman, N. (2022), Gevolgen van kansenongelijkheid in Nederland, SEO Economisch Onderzoek
[6] Borghans, L., Diris, R., (2021), Ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs door de jaren heen, Ongelijk Nederland, een drieluik over migratie, onderwijs en de coronacrisis
[7] Lundborg, P., Rooth, D-O., Alex-Petersen, J. (2022), Long-Term Effects of Childhood Nutrition: Evidence from a School Lunch Reform, The Review of Economic Studies