Met de schoolsluiting op 16 maart 2020 gingen scholen over op thuisonderwijs en online lessen. Na een periode van volledige lockdown mochten scholen gedeeltelijk weer open. Dat betekende hybride onderwijs met een deel van de kinderen in de klas en een deel dat thuis de les volgde.
Trendbureau Drenthe sprak met diverse, bij onderwijs betrokken, personen en instanties. Wat hebben zij van deze periode geleerd? Wat werkt wel en wat werkt niet? En vooral hoe behoud je kwaliteit van onderwijs en hoe hou je leerlingen gemotiveerd bij onderwijs op afstand? In januari 2021 spraken we Joke Bakker, docent speciaal onderwijs bij OC de Twijn in Zwolle.
Joke Bakker is als groepsdocent verantwoordelijk voor een groot deel van de lessen aan haar groep leerlingen in het voorgezet speciaal onderwijs. De school kent drie afdelingen:
- ernstig meervoudig beperkte leerlingen;
- leerlingen met een verstandelijke beperking;
- leerlingen met een fysieke beperking en/of ontwikkelingsstoornis.
Bakker werkt met kinderen uit de laatste groep. Leerlingen met uitstroomprofiel vervolgonderwijs of arbeid.
Hoe zijn jullie de eerste lockdown doorgekomen?
Bakker geeft aan dat het voor de leerlingen extreem ingewikkeld was. Ze zitten al in een uitzonderingspositie. De situatie zorgde voor meer eenzaamheid. “Onze leerlingen komen vanuit de hele regio met taxi’s en busjes naar school. Als ze thuiskomen te zitten, zien ze vaak naast hun ouders helemaal niemand meer. Ze hebben geen klasgenootjes in de buurt wonen.”
Omdat veel leerlingen een zorgverleden achter de rug hebben, gaan ouders er soms te dicht bovenop zitten, vult Bakker aan. “Wij werken met pubers. Een puber moet van zich af kunnen slaan. Als je heel afhankelijk bent, is dat heel moeilijk.”
Ook voor leerlingen met autisme blijkt het thuisonderwijs verwarrend, lastig en vermoeiend. Er waren ook enkele leerlingen die het fijn vonden thuis en zich beter konden concentreren. Veel leerlingen vonden het positief dat ze niet elke dag die lange reistijd hadden naar school.
Bakker geeft aan dat het ook voor het docententeam lastig was. “Tijdens de eerste lockdown hadden we geen idee hoe we het zouden aanpakken. We gingen drie keer een uur online lesgeven en belden onze leerlingen twee keer in de week individueel. Hiernaast waren we onder schooltijd altijd bereikbaar voor vragen of individuele uitleg”.
Had je een goed beeld van hoe het met je leerlingen ging?
Bakker geeft aan de klas goed in beeld te hebben gehad tijdens de eerste lockdown. Wel heeft ze het maximale aantal leerlingen naar school laten komen in het kader van noodopvang. Niet omdat zij zich zorgen maakte over leerachterstanden, maar uit sociaal-emotioneel oogpunt.
“Het grootste gemis tijdens de lockdown was het samen zijn. Het samen lol maken en het samen geconcentreerd bezig zijn.”
Hoe pakten jullie het online lesgeven op afstand op?
Tijdens de eerste lockdown werd het volgens Bakker niet snel opgepakt, maar inmiddels hebben ze het goed ontwikkeld en gestructureerd. Toen ze de tweede lockdown zagen aankomen, is met de leerlingen in de klas met de online software geoefend.
De school werkt met de software van Google. De leerlingen zijn erg gedisciplineerd met het uitzetten van de microfoon en hun hand opsteken als ze iets willen zeggen. Daardoor mist Bakker wel de reuring in de klas. “Nu zitten ze allemaal heel gedisciplineerd stil. Dat vind ik verschrikkelijk. Maar gelukkig reageren ze wel als ik een vraag stel.”
Hoe probeer je de online lessen interactief te maken?
Er valt op dat vlak nog wel wat te leren geeft Bakker toe, vooral als het gaat om de technische mogelijkheden. Nu het allemaal wat langer gaat duren, wordt het des te belangrijker de lessen goed vorm te geven. Bakker gebruikt bijvoorbeeld LessonUp, Kahoot of een tweede scherm om informatie te delen. Ook laat zij de leerlingen soms in tweetallen werken. “Dan stuur ik ze even weg en laat ik ze na een paar minuten terugkomen. Ik hoop de leerlingen ook op deze manier te laten zien dat ze ook onderling het contact kunnen leggen en kunnen samenwerken.”
Wat hebben jullie als school geleerd van het afstandsonderwijs?
“We hebben door het afstandsonderwijs ontdekt wat er mogelijk is. Onze leerlingen komen vanuit de hele regio en zijn vaak lang onderweg naar school. We zouden overleg met ouders en leerlingen ook online kunnen doen om ze te ontlasten van deze reistijd. Hiernaast zouden we ook kunnen overwegen om een leerling af en toe een dagje thuis mee te laten doen. Bijvoorbeeld als een leerling overprikkeld is of oververmoeid is.”
Bakker geeft aan dat de school wel betere apparatuur nodig heeft, willen ze dit structureel goed kunnen vormgeven.
In principe is afstandsonderwijs in po en (v)so niet toegestaan. Dat heeft te maken met de noodzaak van (fysiek) contact voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen op die leeftijd en voor (v)so-leerlingen nog eens extra de bijzondere kenmerken van deze doelgroep. Onder de omstandigheid van de coronapandemie is afstandsonderwijs tijdelijk acceptabel als een alternatief. Daarvoor gelden dan dezelfde criteria als voor het vo (bron: Inspectie van het Onderwijs).
Sommige leerkrachten geven aan dat ze niet naar structureel hybride onderwijs willen, omdat het te belastend is. Hoe sta jij hier tegenover?
Het is wel zwaar, geeft Bakker toe, maar in het speciaal onderwijs moet je kijken naar wat de individuele leerling nodig heeft en soms vergt dat extra inspanning. Docenten die hybride les geven, zou je volgens haar ook van andere taken kunnen ontlasten. “Als ik kijk naar hoe sommige leerlingen er echt baat bij hebben. Voorlopig zijn we nog niet zo ver.”
Structuur, autonomie en dialoog zijn belangrijke factoren die de leeropbrengst bij het afstandsonderwijs beïnvloeden. Hoe pas jij die online toe?
Het kost wel even tijd voordat je de structuur online goed en duidelijk hebt. Tijdens de online lessen hebben de leerlingen juist veel autonomie, maar dat is voor sommige leerlingen ook iets te veel.
Het moeilijkste vindt ik om dialoog te behouden online. Als je op afstand zit kan je niet meteen vragen stellen en je ziet ook niet alles meteen. Normaal als ik een klas voor mij heb ruik ik het als ware als een leerling mijn uitleg niet snapt. Als je online bent, heb ik dat gevoel niet.
Als je kijkt naar de motivatie en betrokkenheid van leerlingen. Ga je daar nog anders mee om tijdens de tweede lockdown?
“Wij zijn daar altijd mee bezig, omdat we met pubers werken die ook moeten leren omgaan met een beperking. Als kind ervaren ze het nog als normaal. Maar nu gaan ze zien dat ze anders zijn. Daar moeten ze mee leren omgaan. En leren zich daar toe te verhouden. Daar gaan we mee door, ook online.”
Op de school van Bakker werken ze met de groeiwijzer. De groeiwijzer is een leerlingvolgsysteem dat middels een vragenlijst jaarlijks onderzoekt waar de leerling staat in de ontwikkeling naar zelfstandigheid. Aan de vragenlijst zijn klassikale activiteiten en individuele opdrachten gekoppeld die de leerlingen moeten stimuleren en ondersteunen op weg naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid.