Met de schoolsluiting op 16 maart 2020 gingen scholen over op thuisonderwijs en online lessen. Na een periode van volledige lockdown mochten scholen gedeeltelijk weer open. Dat betekende hybride onderwijs met een deel van de kinderen in de klas en een deel dat thuis de les volgde.
Trendbureau Drenthe sprak met diverse, bij onderwijs betrokken, personen en instanties. Wat hebben zij van deze periode geleerd? Wat werkt wel en wat werkt niet? En vooral hoe behoud je kwaliteit van onderwijs en hoe hou je leerlingen gemotiveerd bij onderwijs op afstand? In december 2020 spraken we Suzanne Visser, coördinator van de verkorte pabo en docente pedagogiek en didactiek bij NHL Stenden.
Bij aanvang van het gesprek via Microsoft Teams stuiten we gelijk op een groot manco van online onderwijs: zonder goede wifi kom je nergens. “Als de techniek het niet doet dan houdt alles op.”
Hoe verwerken jullie de ervaringen van online lesgeven/hybride onderwijs met meer nadruk op digitale vaardigheden in jullie opleidingen. Pas je het curriculum aan?
Ook binnen de pabo-opleiding worden lessen online aangeboden. De tweejarige (verkorte) pabo-opleiding houdt echter binnenkort op te bestaan. Daarom is er weinig vernieuwing en zijn ze niet bezig met onderwijsontwikkeling of het aanpassen van het curriculum naar aanleiding van de recente ontwikkelingen met online onderwijs.
Wat wel gebeurt is dat studenten zelf kiezen voor meer verdieping over afstandsonderwijs. Het eindproduct bestaat meestal uit een theoretische verdieping en een uitwerking in de praktijk, bijvoorbeeld door concreet een aantal lessen te verzorgen of docenten te interviewen. Een groot deel van ons concept bestaat uit zelfsturing van de studenten. Ze hebben veel ruimte om invulling te geven aan hun eigen programma. Dit is ook omdat de studenten overal vandaan komen, ze hebben verschillende achtergronden en verschillende onderwijsbehoeften.
Kiezen studenten vaker voor een verdieping in afstandsonderwijs sinds corona?
Er wordt nu meer voor dit onderwerp gekozen. Afstandsonderwijs was voor corona niet aan de orde. Waar studenten eerder wel voor kozen, en nog steeds voor kiezen, is een verdieping op de inzet van digitale middelen in de klas. ‘Gebruik ik het digitale bord op zo’n manier dat het een toegevoegde waarde heeft voor de lessen die ik geef? Hoe richt ik mijn lessen zo in, dat leerlingen meer gebruik gaan maken van het internet of mediawijsheid?’
Waar liggen voor jullie kansen als het gaat om online onderwijs? Wanneer zou je het meer toe kunnen passen?
- Begeleiden van studenten. Hierbij hoef je niet persé aanwezig te zijn in de klas. Je kan prima een les observeren met een laptop achterin de klas. Pluspunt is dat je minder afgeleid bent door wat er in de klas speelt, maar je voelt ook de sfeer minder, je mist iets aan interactie.
- Klassikale bijeenkomsten met studenten kan je ook online organiseren. Daar heeft de opleiding ook middelen voor aangeschaft, zoals videocamera’s en apparatuur voor betere geluidskwaliteit.
- Je kunt studenten online instructies geven en klassikaal in de opleiding meer op samenwerking en verwerken van de lesstof insteken.
Meer online lessen dus, maar niet alleen maar online lessen. Visser hoort het ook van collega’s; het belang van interactie en relatie in het onderwijs. “Het gemis aan voldoende interactie is een enorme handicap als het gaat om online lesgeven.“
Interactie, relaties en verbondenheid, kinderen in de klas hebben dat ook nodig.
“Zeker. Dat geloof ik absoluut. Ik heb kinderen in de buurt wonen. Op een gegeven moment kwamen de juffen langs. Die stonden dan buiten voor het raam. Nou, als je zag wat dat met die kinderen deed. Dat kan mij nog ontroeren. Dat contact en gezien worden. Je weet niet of je gezien wordt online als je twintig vakjes ziet met hoofden. Nu ook, ik kijk wel naar jullie. Maar we hebben geen oogcontact. Dat gaat in het online onderwijs niet. Ik zou niet weten hoe. Misschien dat het ooit technisch mogelijk wordt. Even iemand aanraken. Even een aai over de bol. Die onderonsjes moet je ook hebben.”
Er zijn ook kinderen die baat hebben gehad bij online onderwijs. Kinderen die beter floreren in een rustige omgeving. Verwacht jij dat deze kinderen in de toekomst zo af en toen even thuis van een afstand de les mogen bijwonen?
Voor kinderen die even niet klassikaal les kunnen volgen en thuiszitten ziet Visser mogelijkheden. Maar het is geen oplossing voor langere tijd. Kinderen hebben contact nodig. Zonder relatie vaart niemand wel. Voor kinderen die meer behoefte hebben aan rust zou je dat bij voorkeur op de school moeten bieden. En dan zijn er wel uitersten: “Ik zie weleens klassen waar bijna alle kinderen een koptelefoon op hebben. Dat is absurd. Als het er een of twee zijn snap ik dat.”
Het zou voor een individueel kind een oplossing kunnen zijn als het thuis de instructie kan volgen en ‘s middags naar school komt. Maar hoe leert dit kind zich in een groepje te handhaven? De mens is een sociaal wezen. Contact is belangrijk, ook als je dat lastig vindt. Kinderen die meer behoefte hebben aan rust om zich heen, moeten er ook mee leren omgaan. De wereld zit ook niet zo in elkaar dat je je in een hutje op de hei kan terugtrekken. Visser zou het veel meer zoeken in rekening houden met elkaar. Iedereen is anders. Iedereen leert op een andere manier het best. Hoe kunnen we dat met elkaar zo goed mogelijk voor elkaar krijgen?
Goed online lesgeven is een kunst, het kost tijd en vraagt ook om reflectie.
Het ontbreekt vaak aan tijd. Volgens Visser zou er meer tijd genomen mogen worden voor ontwikkeling en rustig stilstaan bij hoe we het willen. We reflecteren volgens haar weinig en maken te weinig gebruik van elkaars expertise. De stempel die een 4-jaarlijkse cyclus van de politiek op het onderwijs drukt, is daar ook debet aan. Daardoor kan je in het onderwijs heel moeilijk doorontwikkelen. Er is te weinig langetermijnvisie. Dan weer moet er meer aandacht zijn voor taal en rekenen, dan weer voor passend onderwijs, dan weer voor de creatieve vakken enz.
Zie je kansen in relatie tot het lerarentekort? Bijvoorbeeld door hybride onderwijs, waarbij je meer klassen tegelijk les kunt geven?
Visser gelooft daar niet in. Een onderwijsassistent moet dan de taak van de leraar overnemen. Dan word je een soort boa die de orde moet bewaken. En als leerkracht moet je dan zien dat je online ook boeiend genoeg bent. Dat wordt een chaos.
Hoe motiveer je kinderen bij online onderwijs?
Je moet zorgen dat je bij online onderwijs het individuele kind ziet en dat is lastig.
In de ochtend opstarten met elkaar, en daarna uiteen in kleine groepjes (breakoutrooms). En als leerkracht vervolgens bij die groepjes langs gaan. Zo kom je individueel bij kinderen. Je hebt dan wel een dagtaak aan het begeleiden. Sommige kinderen kan je wat meer loslaten, bij anderen moet je nabij zijn. Niet om te controleren. ‘Ik ben van het stimuleren en het ondersteunen, zien en gezien worden.’
Verder vindt Visser dat kinderen aan de slag moeten kunnen zonder hulp van ouders. Je kan er niet op rekenen dat die ondersteuning bij iedereen hetzelfde is.
Wat kinderen leuk vonden aan het thuisonderwijs is dat ze snel klaar waren. Hun eigen tijd konden indelen.
Visser begrijpt dat wel. ‘Klassikaal onderwijs remt heel veel kinderen af. Nu moeten kinderen vaak wachten op elkaar voordat ze verder mogen met iets.’