Interview vestigingsmanager vo-school

Met de schoolsluiting op 16 maart 2020 gingen scholen over op thuisonderwijs en online lessen. Na een periode van volledige lockdown mochten scholen gedeeltelijk weer open. Dat betekende hybride onderwijs met een deel van de kinderen in de klas en een deel dat thuis de les volgde.

Trendbureau Drenthe sprak met diverse, bij onderwijs betrokken, personen en instanties. Wat hebben zij van deze periode geleerd? Wat werkt wel en wat werkt niet? En vooral hoe behoud je kwaliteit van onderwijs en hoe hou je leerlingen gemotiveerd bij onderwijs op afstand? In januari 2021 spraken we Richard Gerding, vestigingsmanager van het Dr. Nassaucollege in Norg.

Laatst bijgewerkt op: 6 april 2021

Het Dr. Nassaucollege in Norg geeft gepersonaliseerd onderwijs geïnspireerd door het Zweedse onderwijsconcept Kunskapsskolan. Leerlingen bepalen hun eigen leerroute en werken met leerdoelen. De leraren helpen de leerlingen bij het behalen van hun leerdoelen.

De school heeft tijdens de eerste lockdown sterk ingezet op sociale interactie en verbondenheid tussen leerlingen en leerkrachten.

Was het voor jullie makkelijker om over te stappen op online les, omdat jullie je inzetten op gepersonaliseerd onderwijs?

“Wij ondersteunen de leerlingen om doelen te halen. Wij zeggen niet wanneer ze iets af moeten hebben. Het zorgt voor eigenaarschap bij leerlingen. Op deze manier sturen we op de intrinsieke motivatie.” Intrinsieke motivatie en gevoel van eigenaarschap maken het makkelijker voor de leerlingen om het leren vol te houden tijdens de lockdown. Ze hebben meer discipline omdat ze weten dat ze het voor zichzelf doen.

Merk je verschil tussen de leerlingen die net nieuw zijn op school en de leerlingen die al langer volgens jullie onderwijsconcept werken?

“Na de zomer wilden we op gelijke voet door als voor de lockdown. Dat werkte niet. Leerlingen en ook ouders gedroegen zich anders. Ik ben tot de conclusie gekomen dat we een mismatch hebben gevonden tussen de mate van betrokkenheid en de mate van eigenaarschap. Ons onderwijs is altijd gericht om een hele nauwe band aan te gaan met leerlingen en te zorgen voor een gevoel van gemeenschap. De betrokkenheid is langzaam afgebrokkeld over de laatste zes maanden. Vooral in de eerste leerjaren. Daarom zijn we ons meer gaan focussen op de betrokkenheid. De cognitieve ontwikkeling stond even op een lager pitje.”

Hoe geven jullie je lessen vorm tijdens deze tweede lockdown?

“We hebben tijdens deze tweede lockdown gelijk alles online doorgezet. De lessen duren nu een half uur in plaats van vijfenveertig minuten. Zodat de leraren iets worden ontlast en de leerlingen minder lang naar een scherm hoeven te kijken.

Bij onze school is een derde van de lessen in de vorm van een traditionele les. De rest is meer workshop gericht. Tijdens de workshops bepalen de leerlingen zelf waar ze mee aan de slag gaan. We doen nu zowel deze ‘traditionele’ lessen als de workshops online.

We hebben normaal gesproken ook altijd een dag-start en een dag-einde in alle klassen. En elk kind heeft wekelijks een gesprek met een personal coach. Deze dingen zetten we ook online door.”

Wat heeft de eerste lockdown je geleerd en wat wil je vasthouden voor de langere termijn?

“Het heeft gezorgd voor een bewustwording van het feit dat naar school gaan met elkaar toegevoegde waarde heeft. Op school heb je een belangrijk sociaal component.

We hebben na de lockdown hybride les gegeven. De lessen waren dan online thuis te volgen. Als we dat vasthouden en de lessen gaan opnemen, dan kunnen leerlingen de les en uitleg volgen en ook weer terugkijken. Dat moet je dan technisch goed faciliteren in het klaslokaal. Daar zie ik wel mogelijkheden.”

We horen van sommige docenten dat ze structureel hybride onderwijs niet zien zitten, omdat het te veel energie kost. Herken jij dat?

“Ja, dat herken ik. Als je hybride les geeft, focus je je al snel op de leerlingen in de klas. De kwaliteit van het online onderwijs is dan minder. Je moet je docenten ook beschermen. Wij zouden die werkdruk kunnen verlichten door alles technisch goed te faciliteren in de lokalen.”

Gerding ziet het volgen van lessen digitaal alleen als optie voor kinderen die vanwege ziekte thuis zitten. De andere kinderen heeft hij het liefst op school. Als kinderen moeite hebben met concentreren in de klas zouden zij bijvoorbeeld wel een uitleg kunnen volgen via een filmpje, maar dan wel ergens ander op school.

Biedt het online lesgeven meer mogelijkheden om samen te werken met verschillende schoollocaties om van elkaar te leren of als oplossing voor organisatorische zaken als het rondkrijgen van een lesrooster?

De meerwaarde van de fysieke docent is enorm. Voor het geven van uitleg en instructies kunnen online lessen volgens Gerding in sommige situaties wel uitkomst bieden. Als je een kleine school bent heb je soms vakken met weinig leerlingen in examenjaren. Dan zou je de les online kunnen aanbieden en de ondersteuning op locatie doen.

Ook biedt samenwerking op het aanbieden van online lessen volgens Gerding de mogelijkheid om meer aan te sluiten bij verschillende leerstijlen. De manier van lesgeven verschilt erg per docent. Als je docenten van hetzelfde vak ook hetzelfde onderwerp laat behandelen zou een leerling er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om de lessen te volgen van de docent waarvan hij/zij de leerstijl het prettigste vindt. Het zou mooi zijn als je in dat aanbod gaat variëren.

Wat is volgens jou een belangrijke tip als het gaat om onderwijs ten tijde van corona?

“Je moet aan de slag met de cognitieve ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de mate van betrokkenheid. Als je de laatste twee uit het oog verliest dan maak je minder meters op de eerste.

Het is belangrijk dat scholen bewust zijn van het feit dat een leerachterstand de minst grote zorg is. Je moet denken ‘Wat doet dit met een mens’. Je merkt dat de leerlingen een lastige tijd hebben. Het hele leven van de leerlingen wordt verstoord. Daar moeten we allemaal oog voor hebben.”

Medewerker

Imke Oosting

Onderzoeker

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Jeugdpanel

Wat jongeren én trainees ons leren over mentaal gezond werken

Brede Welvaart

Digitale werksessie brede welvaart

Overig nieuws

Helft van de Drenten en Groningers doet vrijwilligerswerk: meer aandacht nodig voor flexibele inzet

Vrijwilligerswerk blijft populair onder inwoners van Drenthe en Groningen. In februari 2025 gaf 54% van de Drenten en 45% van de Groningers aan in het afgelopen jaar vrijwilligerswerk te hebben gedaan. Toch blijkt het voor veel organisaties lastig om voldoende vrijwilligers te vinden én te behouden. Vooral jongeren zijn moeilijk te vinden voor vri

Brede Welvaart

Monitor Brede Welvaart: Brede welvaart in Drenthe; achter hoge tevredenheid schuilt ongelijkheid

Vrijdag 16 mei presenteerde Trendbureau Drenthe de Monitor Brede Welvaart Drenthe. De monitor werd overhandigd aan Yvonne Turenhout, gedeputeerde Provincie Drenthe. Uit het rapport blijkt dat het op veel vlakken goed gaat in Drenthe. Inwoners van de provincie zijn over het algemeen tevreden met hun leven, hun woonomgeving en hun sociale contacten.

Armoede

Wat is armoede eigenlijk en hoe het komt dat armoede een hardnekkig fenomeen blijft?

Tijdens een webinar bespraken Erik Meij (onderzoeker op het gebied van generatiearmoede bij  Trendbureau Drenthe & Sociaal Planbureau Groningen) en Sander Laning (universitair docent stedelijke armoede & ongelijkheid bij Rijksuniversiteit Groningen) inzichten gebaseerd op hun wetenschappelijk onderzoek naar intergenerationele armoede in

Publicaties

Brede Welvaart

Vrijwilligers in Drenthe - Als iedereen iets doet, ziet de wereld er mooier uit

Brede Welvaart

Monitor Brede Welvaart Drenthe 2024

Brede Welvaart

Boek Van meer waarde - Brede welvaart in de beleidspraktijk