Op weg naar een Sluitende aanpak
Geschreven op 15 april 2019
“Het beleid heeft de samenwerking tussen de verschillende domeinen een stimulans gegeven. Er is meer verbinding, waarbij de jongere centraal staat.”
In de RMC-regio Noord- en Midden-Drenthe, met Assen als centrumgemeente, wordt sinds 2016 gewerkt aan een sluitende aanpak voor jongeren in een kwetsbare positie. Met middelen vanuit het Ministerie van Onderwijs is een regionaal plan gemaakt om het aantal VSV-ers te verminderen en voor jongeren van 16 tot 23 jaar in een kwetsbare positie een sluitend netwerk te ontwikkelen. Kenmerkend voor deze werkwijze is het preventief werken en het bieden van maatwerk. Het RMC monitort, volgt en begeleidt waar nodig leerlingen, ook na hun schoolperiode.
Samenwerken aan een sluitende aanpak
Doel is het organiseren van een sluitend netwerk met alle betrokken partners bij de verschillende routes, afspraken maken wie wat doet op welk moment en het bieden van trajectbegeleiding aan voortijdige schoolverlaters om ze terug te leiden naar school. Naast het Drenthe College als contactschool zijn meerdere partners betrokken bij de verschillende routes, zoals:
- voortgezet onderwijs; het samenwerkingsverband po/vo,
- middelbaar beroepsonderwijs;
- leerplichtambtenaren van de gemeente;
- sociale diensten; de arbeidsmarktregio’s;
- hulpverlening.
Routes
Er worden drie 'routes' onderscheiden die jongeren kunnen nemen nadat ze vmbo, praktijkonderwijs (pro) of voortgezet speciaal onderwijs (vso) verlaten. In het laatste schooljaar wordt het toekomstperspectief vastgesteld met de routes Onderwijs, Arbeid of Dagbesteding. Voor elke route zijn afspraken gemaakt met organisaties waar een jongere na school mee te maken krijgt, zodat jongeren in beeld blijven en niet tussen wal en schip vallen.
De laatste jaren gaan scholen steeds meer samenwerken met elkaar en met externe organisaties om aan te sluiten bij de mogelijkheden van de jongeren. Zo is voor de route Arbeid de samenwerking en inzet van de sociale diensten en de arbeidsmarktregio van grote betekenis voor de aansluiting van de jongeren op de arbeidsmarkt.
RMC: Kwetsbare leerlingen monitoren en volgen
Om hoeveel en om welke leerlingen gaat het? Waar zitten ze en hoe doen ze het? Het monitoren van deze groep leerlingen was in het begin in 2016 voor RMC Noord- en Midden-Drenthe vooral een administratieve taak. Het volgen van de leerlingen was een tweede stap. Aan het RMC is uit de regionale middelen een trajectbegeleider verbonden die met jongeren met een pro- en vso-achtergrond aan de slag gaan. Niet alle leerlingen in een kwetsbare positie hebben problemen. Door het dossier te bekijken en soms een leerling te bellen of te spreken, wordt gekeken welke jongeren een specifieke trajectbegeleiding of ondersteuning nodig heeft. Deze begeleiding betreft aandacht voor meerdere leefgebieden, zoals huisvesting, schulden, sociale vaardigheden. Soms wordt de jongere dan praktisch ondersteund, maar de ondersteuning is erop gericht om de jongere in beeld te brengen bij de organisaties die er voor zijn, zoals een sociale dienst, MEE Drenthe, een opleiding, hulpverlening enzovoort.
Resultaat is zichtbaar
Als resultaat van alle inspanningen constateert RMC-coördinator Wim Bakker dat vanaf 2016 bij elke nieuwe groep schoolverlaters de werkwijze van monitoren, volgen en zo nodig begeleiden beter verloopt. “Het beleid heeft de samenwerking tussen de verschillende domeinen een stimulans gegeven. Er is meer verbinding, waarbij de jongere centraal staat. De jongere maakt soms stappen waarover men zich verbaast. Om te komen tot een sluitende aanpak zijn we op de goede weg''.
Achtergrond
Tot 2015 kenden de scholen voor voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs succesvol beleid om het aantal VSV-ers te verminderen. De gemeenten, voortgezet onderwijs en mbo-scholen in de gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo werken al jarenlang samen aan het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Daarvoor is veel (preventieve) samenwerking nodig. Met de drie decentralisaties (Wmo, Participatiewet en de Jeugdwet) verschoof het accent. Gemeenten kregen de opdracht een sluitende aanpak te ontwikkelen voor jongeren in een kwetsbare positie. Dat betekende een uitbreiding van de doelgroep 16- en 17-jarige jongeren met een pro-, vso- of vmbo-bb-achtergrond.