Op weg naar één provinciaal kader voor 'tijdelijke bedden'

Terug

Op weg naar één provinciaal kader voor ’tijdelijke bedden’

Geschreven op 17 mei 2019

“Niet het type bed is leidend, maar de zorgvraag. Breng waar mogelijk de zorg naar de mensen toe, in plaats van de mensen naar de zorgvoorziening.”

Op 9 april 2019 vond vanuit de Alliantie Drentse Zorg voor Ouderen een werksessie plaats over ‘tijdelijke bedden’. Deze werksessie stond in het teken van de ontwikkeling van één gemeenschappelijk provinciaal kader voor alle soorten tijdelijke bedden.* De inzet is dat kader zo in te richten dat de huidige knelpunten rond tijdelijke bedden verdwijnen en iedereen passende zorg krijgt op de best passende plek.

Uitkomsten in het kort  

De deelnemers aan de werksessie hebben benoemd wat zij belangrijk vinden bij de ontwikkeling van dat provinciaal kader. Kort samengevat:

  • Centraal staat dat mensen de juiste zorg krijgen op de juiste plek, zoveel mogelijk thuis of dichtbij huis. De reisafstand zou niet meer dan 15 minuten moeten zijn, zodat de eigen huisarts en het eigen netwerk betrokken kunnen blijven. (Dit geldt ook bij eerstelijnsverblijf (ELV) hoogcomplex).
  • Het zicht op de beschikbare tijdelijke bedden moet beter: realtime informatie, op basis van uniforme registratie in heel Drenthe.
  • Een uniform werkproces voor triage is dringend gewenst. Elementen zijn onder meer: een duidelijke rol voor de wijkverpleegkundige en betrokkenheid van de specialist ouderengeneeskunde (consultfunctie).
  • Het Transferpunt Salland is een inspirerend voorbeeld voor het ontwikkelen van één of twee regionale transferpunten in Drenthe. (Winstpunten: eenduidige triage, ontzorging van huisartsen en minder gebruik van tijdelijke bedden (want vaker oplossing in de thuissituatie)).
  • Patiënten en mantelzorgers mogen geen last hebben van het feit dat er verschillende soorten bedden zijn. Zorgaanbieders en financiers moeten creatieve oplossingen zoeken.
  • Ouderen moeten tijdig voldoende keuze-informatie over tijdelijke bedden krijgen en desgewenst cliëntondersteuning, zodat zij zelf goede keuzes kunnen maken en eigen regie kunnen voeren.
  • De ICT-samenwerking moet worden doorontwikkeld (Point voor registratie bedden, VIP voor uitwisseling patiëntinformatie).
  • De vergoedingen voor aanbieders van tijdelijke bedden moeten kostendekkend zijn.

Presentaties en verslag

De sheets van de presentaties die Jaap te Velde (HZD), Martin Bakker (Trendbureau Drenthe) en Karen Jansen (Transferpunt Salland) op 9 april verzorgden verschijnen als je op de betreffende naam klikt. Klik hier voor het volledige verslag van de werksessie.

Organisatie en deelnemers

De bijeenkomst op 9 april is voorbereid door HZD, Proscoop en Trendbureau Drenthe, m.m.v. Zilveren Kruis, gemeente Assen en Tangenborgh.

Er namen ongeveer 40 mensen deel vanuit meer dan 30 verschillende organisaties: zorgaanbieders (GGz, ziekenhuis, VVT, wijkverpleging, huisarts), zorgverzekering, welzijnsorganisaties, gemeenten en overige (Denktank 60+, Drents Platform Mantelzorg, Netwerk Dementie, e.a.).

*De afbeelding hieronder laat zien dat er diverse tijdelijke bedden zijn, met verschillende wettelijke kaders en verwijzers/indicatiestellers. Niet in de afbeelding weergegeven: Het eerstelijns verblijf kent 3 typen (laag- en hoogcomplex en palliatief) en in het kader van de Wlz zijn er tijdelijke bedden voor crisis- of logeerzorg .

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers