Toekomstscenario’s Kindvoorzieningen

Terug

Toekomstscenario’s Kindvoorzieningen

Geschreven op 15 juni 2021

“De vier mogelijkheden voor een herziening van het stelsel zijn bekeken aan de hand van de effecten op de arbeidsmarkt, de ontwikkeling van het kind en de vereenvoudiging van het stelsel.”

Welke opties zijn er voor de voorschoolse voorzieningen in de toekomst? We bespreken vier toekomstscenario's aan de hand van de Eindrapportage Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen.

De huidige situatie in de voorschoolse voorzieningen

Vanuit de Tweede Kamer komen er regelmatig verzoeken om de voorzieningen voor jonge kinderen onder de loep te nemen. Deze verzoeken hebben verschillende motieven. Soms gaat het om een impuls te geven aan de arbeidsmarkt, soms gaat het om financiële motieven. Duidelijk is wel dat de huidige situatie niet wenselijk is. Niet alleen vanuit de overheid worden de voorschoolse voorzieningen onder de loep genomen. Meer nog vanuit de samenleving komen geluiden dat de voorschoolse voorzieningen anders georganiseerd zouden moeten worden. De opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar en het basisonderwijs zijn ondergebracht bij verschillende Ministeries en kennen ook verschillende, soms complexe regelgeving. De helaas bekende Toeslagenregeling en alles wat daar in mis kon gaan, is hier een voorbeeld van. Wanneer de overheid geen actie onderneemt, zijn het vaak de betrokken organisaties die zelf zorgen voor oplossingen. Zo ontstaan er steeds meer IKC’s en voorscholen, waarbij kinderopvang en basisonderwijs nauw samenwerken. Toch blijft daarin de complexe regelgeving vaak een handicap.

Eindrapportage Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen

Inmiddels is er een beleidsonderzoek uitgevoerd en heeft de overheid een rapport ontvangen met daarin een viertal opties hoe de voorschoolse voorzieningen of kindvoorzieningen het best georganiseerd kunnen worden. Maar ook hoe dit voor de gezinnen gratis kan worden aangeboden. De vier mogelijkheden voor een herziening van het stelsel zijn bekeken aan de hand van de effecten op de arbeidsmarkt, de ontwikkeling van het kind en de vereenvoudiging van het stelsel. De keuzevrijheid van ouders om wel of niet van een aantal uren kinderopvang gebruik te maken, is een ander vertrekpunt.

De vier toekomstscenario’s

  1. Het huidige stelsel verbeteren

Deze optie gaat uit van het in stand laten van het huidige stelsel en verbeteringen aan te brengen in bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag. Maar ook toewerken naar een goede overgang van de 4-jarigen naar het basisonderwijs. Dit kan door de pedagogisch medewerkers uren te geven om meer af te stemmen op het basisonderwijs. Dit zal een positief effect hebben op de ontwikkeling van kinderen, vooral voor de kinderen die extra aandacht moeten krijgen. De nadelen van dit perspectief is, dat alle complexe regelgeving in stand blijft of zelfs nog uitgebreid wordt.

  1. Eenvoudigere en betaalbare voorzieningen voor werkende ouders

Dit scenario richt zich vooral op de wijze van financiering van de kinderopvang. Hier is het voorstel de kinderopvangtoeslag af te schaffen en de financiële middelen rechtstreeks te betalen aan de kinderopvangvoorzieningen. De ouders betalen dan zelf een inkomensafhankelijke bijdrage. Niet werkende ouders vallen hier niet onder, zoals ook in het huidige stelsel. Voordeel van deze optie is dat de complexiteit van het geheel minder wordt.

  1. Kindvoorzieningen voor alle gezinnen

Dit is een verdergaande optie die de toegankelijkheid van de kindvoorzieningen vergroot, ook voor ouders die niet werken. Het grote voordeel van deze optie is dat de ontwikkeling van álle kinderen hiermee een impuls krijgt. En dat ouders werk en zorg gemakkelijker met elkaar kunnen combineren. Uitgangspunt bij deze optie is ook een uniforme norm voor het kwaliteitsniveau.

  1. Richting een integrale voorziening

Kijkend naar de ontwikkeling van kinderen geeft dit scenario de beste mogelijkheden om kinderen doorlopende ontwikkelingslijnen te bieden. Uitwisseling van personeel in de kinderopvang en in het basisonderwijs wordt gemakkelijker. De toegankelijkheid is eveneens geborgd voor alle kinderen, omdat deze vorm van kindvoorzieningen voor iedereen gratis is en zo mogelijk voor de voorschoolse periode en de basisschoolperiode op dezelfde locatie plaatsvindt. Er komen in dit scenario vaste uurprijzen voor de kinderopvang, die rechtstreeks worden bekostigd door de overheid. Naast de integrale voorzieningen blijven afzonderlijke kinderopvangvoorzieningen mogelijk, die eveneens gratis toegankelijk zullen zijn. Dit vergroot de keuzemogelijkheden van de ouders.

Welke scenario gaat het worden?

Kijkend naar de drie aspecten die meegewogen zijn in het bepalen van de vier scenario’s, namelijk arbeidsparticipatie, de ontwikkeling van kinderen en een vereenvoudiging van het stelsel, richten beide laatste scenario’s zich duidelijk meer op de ontwikkeling van kinderen. Niet alleen wat betreft de toegankelijkheid voor alle kinderen, maar ook om doorlopende ontwikkelingslijnen voor alle kinderen mogelijk te maken.

In bovenstaande beschrijvingen zijn niet alle factoren genoemd, zoals de verschillen in de bekostiging van de opties en het tijdspad dat in het rapport wordt genoemd. Dat laatste is soms aanzienlijk, uitgedrukt in jaren. Kijkend naar de huidige praktijk lijkt het of de kinderopvanginstellingen en het basisonderwijs al verder zijn in het waarmaken van wenselijke opties dan de overheid.

Laten we hopen dat de gewenste ontwikkelingen niet die tijd vragen die in het rapport aan de orde zijn en dat de ontwikkeling van alle kinderen steeds tot het uitgangspunt wordt genomen.

Meer informatie:

Mariet Thalens
coördinator Regiegroep Drentse Onderwijskwaliteit
06 51 55 28 02
m.thalens@gmail.com