Aanleiding en doel
Het eerste rapport van de Drentse Onderwijsmonitor verscheen in oktober 2006 met als titel “Drentse kinderen in beeld”.
Sindsdien is het een dynamische monitor waaraan onderwerpen zijn toegevoegd of zijn geschrapt op basis van de relevantie en/of beschikbaarheid van de data. Met de monitor kan in brede zin de onderwijskwaliteit gevolgd worden. Het bevat een uitgebreide verzameling trendgegevens over de stand van zaken in het Drentse onderwijs en de Drentse leerlingen en studenten. Van de voorschoolse periode tot het hoger onderwijs.
Aanleiding voor het oprichten van de monitor was het aantal (zeer) zwakke basisscholen in Drenthe. In de periode 2003 – 2007 blijkt 15% van de scholen zwak en 4% zeer zwak.[1]
De Onderwijsmonitor is een belangrijk middel om een spiegel voor te houden en een vinger aan de pols te houden wanneer het gaat om de kwaliteit van het onderwijs in Drenthe. Het heeft op verschillende momenten geleid tot initiatieven om die kwaliteit te verbeteren. Zo is het Kwaliteitsakkoord dat in 2010 werd gesloten tussen het Ministerie van OCW, de provincie, de gemeenten en de schoolbesturen belangrijk geweest. De ambitie om niet alleen de basiskwaliteit in de basisscholen op orde te hebben, maar de lat hoger te leggen, kreeg daarmee een impuls.
De Drentse Onderwijsmonitor valt onder de verantwoordelijkheid van de Regiegroep Drentse Onderwijskwaliteit (voorheen Regiegroep Drentse Onderwijsmonitor). De Regiegroep gaat over de inhoud van de monitor en eventueel aanvullend onderzoek. In de Regiegroep zitten vertegenwoordigers uit het primair en voortgezet onderwijs en vertegenwoordigers vanuit gemeenten en provincie. In de Regiegroep zitten tevens een coördinator Drentse Onderwijskwaliteit en onderzoekers van Trendbureau Drenthe, verantwoordelijk voor de analyses en website van de monitor.
Dit verantwoordingsdocument beschrijft hoe de Drentse Onderwijsmonitor is ingericht.
[1] Drentse Onderwijsmonitor 2008
Conceptuele basis
De Drentse Onderwijsmonitor wil een zo breed mogelijk beeld geven over hoe het Drentse onderwijs ervoor staat en het Drentse leerlingen en studenten vergaat.
De Drentse Onderwijsmonitor is opgebouwd uit verschillende modules ofwel hoofdthema’s. In onderstaand figuur staan de verschillende modules met onderliggende onderwerpen weergegeven. De modules bedekken samen het hele onderwijsveld. Van primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs en sinds kort een module voor de voorschoolse periode (Kinderen van 0 tot 4 jaar). Ook zijn aparte modules gewijd aan de overstap van primair naar voortgezet onderwijs en de doorstroom van het voortgezet (speciaal) onderwijs naar een vervolgopleiding, werk, uitkering of dagbesteding.
Er zijn twee extra thema’s die de verschillende onderwijssoorten overstijgen: verzuim en schooluitval en gelijke kansen.
Verzuim en schooluitval is al jaren een extra thema binnen de Drentse Onderwijsmonitor en ook vanuit het ministerie OCW aandachtspunt.
Sinds enkele jaren besteed de onderwijsmonitor aandacht aan gelijke kansen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de kansenongelijkheid is toegenomen zowel in Drenthe als landelijk, helemaal na corona. Deze kansenongelijkheid manifesteert zich op verschillende manieren en is al vanaf de wieg en daarvoor zichtbaar. Dat is ook een belangrijke reden geweest om de Drentse Onderwijsmonitor het afgelopen jaar uit te breiden met een voorschoolse module ‘Kinderen van 0 tot 4 jaar’.
Geconstateerde trends en ontwikkelingen in de Drentse Onderwijsmonitor waren de afgelopen jaren ook aanleiding voor verdiepend onderzoek. Zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek. De resultaten van deze onderzoeken zijn te vinden op de website van Trendbureau Drenthe.
Figuur 1: Inhoud Drentse Onderwijsmonitor
Werkwijze en databronnen
Voor de Drentse Onderwijsmonitor worden verschillende informatiebronnen geraadpleegd:
DUO
Open databestanden: uit de landelijke, publiek toegankelijke, registratiebestanden van DUO (de zgn. open databestanden van de Dienst Uitvoering Onderwijs) wordt regionale informatie betrokken. Bijvoorbeeld over het aantal leerlingen en scholen, schooladviezen, eindtoetsen en referentiescores taal en rekenen, het aantal studenten in het mbo en hoger onderwijs en de gekozen studierichtingen.
CBS
Gegevens over doorstroom en uitstroom binnen voortgezet onderwijs, nabijheidsstatistieken en schoolwegingen en kinderopvanggegevens (van kinderen waarvoor kinderopvangtoeslag wordt ontvangen).
PBL/CBS
Regionale bevolkingsprognoses.
Landelijk register kinderopvang (LRK)
In het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) staat informatie over kinderopvangvoorzieningen zoals adresgegevens, inspectierapporten en het registratienummer.
Inspectie van het Onderwijs
Via de Inspectie van het Onderwijs verkrijgt Trendbureau Drenthe gegevens over (Eind)oordelen (voorheen: toezichtarrangementen). Ook heeft Trendbureau Drenthe toegang tot de zgn (DANS) Kwaliteitskaarten met o.a. gegevens over schooladvies en leerjaar 3 in het voortgezet onderwijs.
Scholen voor basisonderwijs provincie Drenthe (verzameling en voorbewerking CED Toetsservice)
De opvraag en eerste bewerking van toetsgegevens in het Drentse basisonderwijs is al sinds jaren uitbesteed aan CED Toetsservice en vervolgens aangeleverd aan Trendbureau Drenthe die verdere analyses verricht. Er worden alleen gegevens opgevraagd van scholen waarvan het schoolbestuur toestemming heeft verleend.
Ingrado
Voor gegevens over verzuim, thuiszitters.
Ministerie OC&W, VSV verkenner
Voor gegevens over voortijdig schoolverlaters.
Thema’s en indicatoren
We onderscheiden in de Drentse Onderwijsmonitor op dit moment 9 thema’s. Elk thema wordt gemeten met meerdere indicatoren (zie figuur 2). Gezamenlijk geven de thema’s en indicatoren een beeld van het Drents onderwijs en de onderwijsloopbaan van Drentse leerlingen en studenten.
Figuur 2 thema’s en indicatoren Drentse Onderwijsmonitor