Binnenlandse verhuizingen hebben behoorlijke invloed op groeiende inkomensverschillen in Noord-Nederland

Terug

Binnenlandse verhuizingen hebben behoorlijke invloed op groeiende inkomensverschillen in Noord-Nederland

Geschreven op 14 april 2020


De provincies Drenthe en Groningen willen weten of de inkomensverschillen tussen krimp-, anticipeer- en overige gebieden groter worden door verhuizingen. Een anticipeergebied is een gebied waar in de toekomst krimp wordt verwacht. Reden om Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe te vragen om hiernaar onderzoek te doen. Fries Sociaal Planbureau is gevraagd om de situatie in Friesland te bekijken. Zodoende kan gekeken worden of de inkomenskloof tussen gebieden in Noord-Nederland toe- of afneemt.

Uitdagingen

De bevolkingsontwikkelingen in Nederland zijn onevenredig verdeeld. Groei vindt vooral plaats in de Randstad en het overige stedelijke gebied in Nederland. In het landelijk gebied is sprake van bevolkingsdaling, met name aan de randen van Nederland. Tussen groeiende en krimpende gebieden bestaan inkomensverschillen. Gemiddeld zijn mensen in krimpgebieden minder rijk dan in groeiende gebieden. Verhuizingen van mensen met verschillende inkomens dragen mogelijk bij het aan het groter worden van deze inkomensverschillen. In dit onderzoek wordt gekeken of dit daadwerkelijk zo is. De uitkomsten geven voeding aan de toekomstige keuzes ten aanzien van woningbouw en investeringen in het vestigingsklimaat in zowel groeiende als krimpende gebieden.
Andere uitdagingen zijn er bij een onderzoek van deze omvang ook altijd. Ten eerste is het belangrijk om goed te weten op welke vraag je een antwoord wilt. Een goede afbakening van de vraagstelling is de sleutel tot een goed uitgevoerd onderzoek, met antwoorden waar je iets aan hebt.
Daarnaast is het van cruciaal belang om te weten hoe je met zeer grote datasets moet omgaan. Deze grote datasets zijn aanwezig bij het CBS, van die data maken we gebruik. De gecompliceerde onderzoeksgegevens dienen vervolgens zo vertaald te worden dat ze ook voor een breder publiek goed te begrijpen zijn.

Aanpak

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)  verzamelt versleutelde individuele verhuisgegevens van iedereen die in Nederland woont. De verhuisgegevens van iedereen in Noord-Nederland hebben we eruit gefilterd. Die gegevens hebben we vervolgens gekoppeld aan de inkomensgegevens van de mensen die verhuisden. Door deze gegevens met elkaar te verbinden, konden we berekenen welke verhuisstromen er waren van inkomensgroepen van en naar verschillende gebieden. Door deze stromen te vergelijken konden we zien of de inkomensverschillen tussen krimp-, anticipeer- en overige gebieden in Noord-Nederland zijn toe- of afgenomen en in hoeverre verhuisstromen hierin een rol spelen.

Resultaat

Uit het onderzoek komt naar voren dat de inkomensverschillen toenemen tussen krimp- en anticipeergebieden aan de ene kant,  en groeiende landelijke gebieden aan de andere kant. Deze verschillen nemen voor een deel toe omdat mensen met lagere inkomens minder vaak uit krimp- en anticipeerregio’s verhuizen. De belangrijkste oorzaak voor de toename van de inkomensverschillen is echter dat mensen met een hoger inkomen minder vaak naar krimp- en anticipeerregio’s verhuizen.
Dit kan voor gemeenten en provincies aanleiding zijn om te kijken of de verhuisstromen van mensen met lagere en hogere inkomens in zekere mate gestuurd kunnen worden. Dit kan enerzijds door het verbeteren van het vestigingsklimaat voor mensen met hogere inkomens in krimpende gebieden, maar ook door een breder aanbod voor mensen met lagere inkomens in groeiende gebieden. Zij moeten er daarbij rekening mee houden dat urbanisatie (de trek naar de steden) een trend is die zich niet makkelijk laat keren. Een andere optie is daarom om krimp- en anticipeergebieden zo goed mogelijk te ondersteunen in de mogelijke gevolgen van de groeiende inkomensverschillen.
In februari 2020 is het complete rapport De rol van binnenlandse verhuizingen ingroeiende inkomensverschillen tussen gebieden binnen Noord-Nederland opgeleverd aan de provincies, daarnaast is er een compacte publieksversie beschikbaar. Ook zijn de resultaten gepresenteerd op een wetenschappelijk congres, de gedeputeerden van de provincies en beleidsmakers van provincies, gemeenten en andere maatschappelijke instellingen.

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers