Passen Drentse basisscholen hun advies nog aan na de eindtoets?

Terug

Passen Drentse basisscholen hun advies nog aan na de eindtoets?

Geschreven op 31 mei 2019

“Er zijn tussen de Drentse gemeenten behoorlijke verschillen als het gaat om het herzien van schooladviezen.”

Kort geleden kregen de groep-8-leerlingen de uitslag van de eindtoets. In de Drentse Onderwijsmonitor zien we dat vorig jaar in 38% van de gevallen de eindtoets een hoger schooladvies opleverde dan het oorspronkelijk door de school afgegeven advies. De adviezen kunnen worden bijgesteld (herzien) als het eindtoetsresultaat het oorspronkelijke schooladvies overtreft. Maar hoe vaak gebeurt dit eigenlijk?

Schooladvies in Drenthe vaker beneden eindtoetsresultaat dan landelijk

In Drenthe viel vorig jaar voor 38% van de leerlingen het eindtoetsadvies hoger uit dan het oorspronkelijk advies van de school. Landelijk komt dit in 34% van de gevallen voor. Maar er zijn tussen de Drentse gemeenten behoorlijke verschillen, zoals in de visualisatie te zien is. In Midden-Drenthe en De Wolden ging het vorig jaar om bijna de helft van de leerlingen. In Tynaarlo en Aa en Hunze is hiervan veel minder vaak sprake.

Grote verschillen tussen scholen in aantal bijstellingen schooladvies

Als het eindtoetsadvies hoger is dan het oorspronkelijke schooladvies dan moet dit advies worden heroverwogen en kan het worden aangepast (herzien). Een lager eindtoetsadvies leidt niet tot aanpassing. In 2018 blijkt, wanneer het eindtoetsadvies het schooladvies overtrof, in 20% van de gevallen het advies bijgesteld te zijn. Gemiddeld gebeurde dit in Nederland in 23% van de gevallen. Maar zoals in de kaart te zien is, zijn er grote verschillen tussen de scholen in de mate waarin de adviezen worden aangepast. Op de scholen in Hoogeveen, Midden-Drenthe en Emmen gebeurde dit in 2018 bijvoorbeeld gemiddeld veel minder vaak dan in Tynaarlo of Meppel.

Meer bewust van gelijke kansen?

Als het bij bepaalde groepen leerlingen vaker voorkomt dat het schooladvies beneden het eindtoetsadvies uitkomt dan is dat een teken van ongelijke kansen. Hetzelfde kan gezegd worden als  er bij de ene groep leerlingen vaker sprake is van bijstelling van het schooladvies dan bij de andere groep. De Inspectie van het Onderwijs constateerde in 2016 dat kinderen van ouders met een lagere opleiding vaker een lager advies van de school kregen dan wat verwacht kon worden op basis van hun prestatie op de eindtoets. In de Drentse Onderwijsmonitor van 2017 zagen we hetzelfde. Uit een analyse van de cijfers van het afgelopen jaar lijkt er echter wel een kleine kentering op te treden. Bij kinderen met lager opgeleide ouders komt het vaker voor dat het eindtoetsadvies hoger is dan het oorspronkelijke advies dan bij kinderen met hoger opgeleide ouders. Het verschil is 4 procentpunten. De twee jaren daarvoor was dit verschil nog 6 procentpunten en weer een jaar eerder was het verschil 9 procentpunten. Het verschil is dus iets minder groot geworden. Het is goed mogelijk dat de ruime aandacht voor kansenongelijkheid de bewustwording bij de advisering beïnvloedt. Maar het is nog te vroeg om daar een harde conclusie over te trekken.
Meer informatie over de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is te lezen op de website van Trendbureau Drenthe.

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers