SCP: Kwaliteit van leven stijgt, verschillen tussen groepen blijven groot
Geschreven op 20 september 2018
“Op een aantal gebieden zijn er hardnekkige verschillen tussen groepen inwoners.”
Aan de vooravond van Prinsjesdag heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) De sociale staat van Nederland 2018 gepubliceerd. De centrale uitkomst is: de kwaliteit van leven van de Nederlandse bevolking is er de afgelopen tien jaar gemiddeld genomen op vooruit gegaan, maar de verschillen in leefsituatie en tevredenheid tussen inwoners uit verschillende inkomens- en opleidingsgroepen zijn niet kleiner geworden. Wat is de situatie in Drenthe?
Het SCP laat zien dat Nederlanders hun leven over het algemeen goed waarderen. Al jarenlang waarderen Nederlanders hun leven gemiddeld met een 7,8 als rapportcijfer. Zo voelen de meeste mensen zich gezond, stijgt de levensverwachting en nemen de gevoelens van onveiligheid af. Tegelijk signaleert het SCP ook enkele maatschappelijke uitdagingen in Nederland. De belangrijkste maatschappelijke zorgen van Nederlanders gaan over de manier waarop we met elkaar samenleven, immigratie en integratie, en inkomen en economie. Andere belangrijke zorgen betreffen de gezondheidszorg en criminaliteit en veiligheid.
Het SCP ziet in Nederland blijvende verschillen tussen bevolkingsgroepen op uiteenlopende terreinen. In het algemeen blijft de leefsituatie én levenstevredenheid van mensen met een lagere opleiding of een lager inkomen achter bij die van mensen met een hogere opleiding of een hoger inkomen. Ook is de leefsituatie van jongeren en autochtone Nederlanders beter dan die van ouderen en Nederlanders met een migratieachtergrond.
Wat is de situatie in Drenthe?
Uit onderzoek van Trendbureau Drenthe blijkt dat het in Drenthe ook goed gaat. De Drenten zijn zeer tevreden over de leefbaarheid van hun eigen woonbuurt. Ze geven hun woonomgeving gemiddeld een 7,9. Tegelijkertijd constateert het Trendbureau op een aantal gebieden hardnekkige verschillen tussen groepen inwoners.
In Drenthe lijken de bestaande verschillen relatief stabiel. Wie kaartjes naast elkaar legt van ervaren gezondheid van inwoners, levensverwachting, obesitas, aantallen rokers, drankgebruik, bewegingsarmoede, werkeloosheid en armoede, ziet dat de verschillen ook een ruimtelijke component kennen. Een aantal, deels samenhangende, leefbaarheidsvraagstukken zien we in Zuid- en Oost-Drenthe en in bepaalde mate ook stedelijke gebieden als Assen, Hoogeveen en Meppel. Er is sprake van een relatief hoge (jeugd)werkloosheid, een laag gemiddeld opleidingsniveau, een hoog aandeel laaggeletterden en veel (langdurig) lage inkomens. Relatief meer mensen in het gebied geven aan zich niet gezond te voelen.
Deze vraagstukken vragen om gerichte aandacht om de potentie van het gebied volop te benutten en om optimale kansen te creëren voor mensen in de regio. Het gebied wil de ruimte krijgen om te experimenteren. Zes gemeenten (Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Emmen, Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg) en de provincie Drenthe willen een regiodeal met het Rijk sluiten voor het financieren van experimenten in Zuid- en Oost-Drenthe.
Trendbureau Drenthe volgt met de leefbaarheidsmonitor de ontwikkelingen in leefbaarheid in Drenthe. Deze monitor levert de regio inzichten op en stelt hen in staat de ontwikkelingen in leefbaarheid in tijd te volgen. Op grond van objectieve gegevens vanuit de leefbaarheidsmonitor en de ervaren leefbaarheid van inwoners zijn verschillende leefbaarheidsvraagstukken te duiden voor Drenthe als geheel en voor bepaalde regio’s, gebieden en gemeenten.