Inkomensgrenzen

Inkomensgrenzen

In onderzoek en beleid worden verschillende criteria gebruikt om te bepalen wie in aanmerking komen voor toeslagen of kwijtscheldingen. De keuze voor een bepaald criterium is van invloed op het aantal minimahuishoudens. Dit illustreren we met recente inkomenscijfers over de provincie Drenthe.

 

Laatst bijgewerkt op: 17 juni 2025

Definities van armoede

Het CBS gebruikt de ‘lage-inkomensgrens’ om huishoudens met een laag inkomen te duiden. De lage-inkomensgrens is geschikt om cijfers over meerdere jaren onderling te vergelijken. Een beperking is dat er geen rechtstreekse link ligt met wat mensen anno nu aan budget nodig hebben.

Het sociaal minimum is een inkomensnorm die wordt vastgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dit doen zij op basis van wat men minimaal nodig heeft om van te leven. Het sociaal minimum is even hoog als een bijstandsuitkering, maar houdt rekening met toeslagen en kortingen. Bij huishoudens met kinderen wordt bijvoorbeeld de kinderbijslag bij het minimumbedrag opgeteld; deze is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijden.

Waargenomen inkomens wijken vaak lichtelijk af van de gestelde normen. Wanneer het normbedrag als inkomensgrens wordt aangehouden, vallen een aantal huishoudens net boven deze grens, terwijl zij in een vergelijkbare situatie zitten als de huishoudens die wel onder de grens vallen. Daarom worden vaak inkomens van 110% of 120% van het sociaal minimum gebruikt om huishoudens met lage inkomens te duiden.

Grensbedragen in 2023

  Eenpersoonshuishouden (21+) Een paar (zonder kinderen)
Lage-inkomensgrens € 1.200 per maand € 1.690 per maand
110% van het sociale minimum* € 1.549 per maand € 2.194 per maand
120% van het sociale minimum* € 1.690 per maand € 2.394 per maand

*nettobedragen zonder toeslagen en kortingen

Omvang van de inkomensgroepen

Het aantal huishoudens dat een laag inkomen heeft, is uiteraard het grootst wanneer de norm met het hoogste grensbedrag wordt gebruikt als grens. De doelgroep is dus het kleinst bij het gebruik van de lage-inkomensgrens.

Wanneer we kijken naar de inkomens op de korte termijn telt de provincie Drenthe in de groep met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum zo’n 18.400 huishoudens meer dan wanneer de groep wordt berekend aan de hand van de lage-inkomensgrens. Dat betekent dat door de keuze voor 120% van het sociaal minimum, in plaats van het aanhouden van de lage-inkomensgrens als criterium, de doelgroep bijna verviervoudigt. Het verschil tussen het aantal huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum en het aantal huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens is ongeveer 12.800 huishoudens. Dat is bijna een verdriedubbeling.

Wanneer we kijken naar de huishoudens die langdurig een laag inkomen hebben, zijn de verschillen tussen de groepen in verhouding groter. Het verschil tussen het aantal huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens en het aantal huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum bestaat bijvoorbeeld uit 13.300 huishoudens; de groep wordt dus ruim negen keer zo groot. Het gebruik van 110% van het sociaal minimum als inkomensgrens, in plaats van de lage-inkomensgrens, zorgt voor een toename van 8.900 huishoudens.

Gemeenten vergeleken

Het aanhouden van verschillende criteria voor lage inkomens heeft geen grote invloed op de volgorde van gemeenten met het hoogste en laagste aandeel huishoudens met lage inkomens. Op basis van het inkomen tot de lage-inkomensgrens heeft de gemeente Assen het hoogste aandeel huishoudens met een laag inkomen, en de gemeente Midden-Drenthe het laagste aandeel. Op basis van een inkomen tot 110% of 120% van het sociaal minimum heeft de gemeente Emmen het hoogste aandeel huishoudens met een laag inkomen, en de gemeenten Tynaarlo en De Wolden het laagste aandeel.

Nieuwe armoedegrens

In 2024 ontwikkelden CBS, SCP en Nibud een nieuwe methode om armoede aan te duiden (CBS, Nibud & SCP, 2024). Hierin wordt niet alleen gekeken naar de inkomsten van een huishouden, maar wordt er ook rekening gehouden met de vaste lasten (woon- en energiekosten) en het vermogen van een huishouden. Volgens deze nieuwe armoedegrens leefde 3,1% van de Nederlanders in 2023 in armoede. In alle Drentse gemeenten ligt dit aandeel lager. De gemeenten Assen en Emmen hebben met 3,0% het hoogste aandeel inwoners in armoede. De gemeenten De Wolden en Westerveld hebben het laagste aandeel inwoners in armoede (beide 1,7%).

Moeite met rondkomen

Wanneer we kijken naar de ervaren armoede, zien we dat het aandeel inwoners dat moeite heeft om rond te komen hoger ligt dan het aandeel huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Het aandeel huishoudens dat aangeeft moeite te hebben met rondkomen is afgenomen ten opzichte van 2022. In 2022 gaf 20,4% van de Drentse huishoudens aan moeite te hebben met rondkomen; in 2024 was dit 11,5%. Het aandeel huishoudens dat moeite heeft om rond te komen is het hoogst in de gemeente Emmen (14,9%) en het laagst in de gemeente Borger-Odoorn (7,1%).

Deze cijfers zijn gebaseerd op de Gezondheidsmonitor van de GGD’en, het CBS en het RIVM. Hierin werden inwoners gevraagd of zij in de afgelopen 12 maanden enige of grote moeite hebben gehad met rondkomen.

Medewerker

Jessy Snip

Onderzoeker

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Armoede

Veel jongeren herkennen schulden niet – en dat baart zorgen

Armoede

Wat is armoede eigenlijk en hoe het komt dat armoede een hardnekkig fenomeen blijft?

Armoede

Armoedemonitor Drenthe geüpdatet

De cijfers in de Armoedemonitor zijn vernieuwd op basis van de meest recente cijfers van het CBS (2023). Ook dit jaar hadden de energietoeslag en andere vormen van inkomensondersteuning veel invloed op het aandeel huishoudens met een inkomen tot aan de lage-inkomensgrens. Bekijk de Armoedemonitor provincie Drenthe Net als in 2022 zorgden toes

Armoede

Armoedemonitor geüpdatet

De cijfers in de armoedemonitor zijn vernieuwd op basis van de meest recente cijfers van het CBS (2022). In 2022 kregen veel huishoudens energietoeslag en andere inkomensondersteuning. Dit zorgde ervoor dat de inkomens van een groot aantal huishoudens met een laag inkomen net boven de lage inkomensgrens kwamen te liggen. Hierdoor lijkt er een ster

Armoede

Investeren in gelijke kansen in en rond het onderwijs gaan we terugzien op allerlei terreinen van Brede Welvaart

Niet ieder kind krijgt van huis uit hetzelfde mee naar school. Of het nu gaat om de inhoud van de broodtrommel of ervaringen met sport, cultuur en muziek, zelfvertrouwen of veiligheid. Het zijn ‘krukjes’ die nodig zijn om aan het einde van de basisschool een minimaal niveau voor taal en rekenen te bereiken. Ieder kind zou dezelfde kansen moeten

Publicaties

Armoede

Verschillen in inkomensondersteuning tussen en binnen Drentse gemeenten

Armoede

Feitenblad Armoede en schulden, gemeente Westerveld 2023

Armoede

Feitenblad Armoede en schulden, gemeente Tynaarlo 2023