Aanleiding en doel
Mensen die langdurig in armoede leven of problematische schulden hebben, ervaren meer stress en hebben minder mogelijkheden om mee te doen in de samenleving. Opgroeien in armoede kan gevolgen hebben voor de rest van je leven. Kinderen die opgroeien in armoede krijgen minder kansen in onderwijs en werk op latere leeftijd. Daarnaast hebben deze kinderen vaker te maken met spanningen binnen het gezin, sociale uitsluiting en vooroordelen. Armoede is dan ook een belangrijk thema binnen het sociaal domein.
Volgens de definitie van het Sociaal Cultureel Planbureau is er sprake van armoede wanneer iemand gedurende langere tijd niet de middelen heeft om te kunnen beschikken over de goederen en voorzieningen die in de samenleving als minimaal noodzakelijk gelden.
De cijfers in deze monitor geven inzicht in de omvang en achtergrond van huishoudens met een (langdurig) laag inkomen in de verschillende Drentse gemeenten. Deze cijfers worden vergeleken met de landelijke en provinciale cijfers en worden gedurende langere tijd gevolgd.
De monitor kan gebruikt worden bij het schrijven en evalueren van (gemeentelijk) beleid op het gebied van armoedebestrijding.
Conceptuele basis
Armoede is een moeilijk meetbaar begrip. Per huishouden kan het namelijk erg verschillen bij welk inkomensniveau armoede ervaren wordt. Niet ieder huishouden met een inkomen onder de lage inkomensgrens leeft in armoede, wel hebben deze huishoudens een grotere kans om armoede te ervaren. In de armoedemonitor spreken we dan ook van een risico op armoede. Om het risico op armoede in beeld te brengen, maken we gebruik van de cijfers van het CBS over huishoudens met een (langdurig) laag inkomen. Door gebruik te maken van een inkomensgrens om deze groep in beeld te brengen, steken we de armoedemonitor financieel in. Dit is een goede manier om inzicht te geven in de omvang van de doelgroep(en). In onze verdiepende onderzoeken proberen we meer inzicht te geven in de beleving van armoede en bestaansonzekerheid en de ervaringen met de hulpverlening.
Om inzicht te geven in de omvang van de schuldenproblematiek in Drentse gemeenten, gebruiken we cijfers over ‘geregistreerde problematische schulden’. deze gegevens zijn verzameld door het CBS en hebben betrekking op de betalingsachterstanden bij de Belastingdienst, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), BKR geregistreerde betalingsachterstanden en minnelijke trajecten, wanbetalers van de zorgverzekering, de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) en het Centraal Curatele en Bewind Register (CCBR). De definitie van geregistreerde problematische schulden verschilt per instantie, deze zijn te vinden in het dashboard ‘Schuldenproblematiek in beeld’ van het CBS.
Werkwijze en databronnen
De cijfers op de pagina’s in de armoedemonitor worden ieder jaar rond het voorjaar vernieuwd op basis van het CBS-bestand ‘laag en langdurig laag inkomen; huishoudenskenmerken, regio’. In de teksten bij de figuren worden opvallende ontwikkelingen uitgelicht, worden gemeenten onderling en met de provinciale en landelijke cijfers vergeleken en worden de cijfers waar mogelijk voorzien van duiding. Om meer inzicht te geven in de ervaren armoede, is het onderdeel ‘moeite met rondkomen’ uit de Volwassenmonitor van het RIVM, CBS en de GGD’en toegevoegd.
De cijfers op de pagina ‘schuldenproblematiek’ zijn afkomstig uit het CBS-dashboard ‘schuldenproblematiek in beeld’. Dit dashboard is opgesteld in het kader van het actieplan Brede Schuldenaanpak in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Om inzicht te bieden in de samenhang tussen de armoedecijfers en andere sociaal-maatschappelijke thema’s, wordt in de tekst verwezen naar rapporten van Trendbureau Drenthe en andere kennisinstellingen.
Thema’s en indicatoren
De armoedemonitor bestaat uit vijf pagina’s met elk een eigen thema. De onderstaande tabel is een overzicht van de thema’s en de bijbehorende indicatoren.
Pagina’s | Indicatoren |
Ontwikkelingen in (langdurig) laag inkomen | Aandeel huishoudens met een laag inkomen |
Aandeel huishoudens met een langdurig laag inkomen | |
Kenmerken van huishoudens met een (langdurig) laag inkomen | Samenstelling van het huishouden |
Leeftijd van de hoofdkostwinner | |
Herkomst van de hoofdkostwinner | |
Type inkomen van de hoofdkostwinner | |
Kinderen in armoede | Aandeel kinderen in huishoudens met een laag inkomen |
Aandeel kinderen in huishoudens met een langdurig laag inkomen | |
Kinderen in huishoudens met laag inkomen, naar herkomst | |
Kinderen in huishoudens met laag inkomen, naar huishoudenssamentelling | |
Criteria voor armoede | Aandeel huishoudens met een inkomen onder de lage inkomensgrens |
Aandeel huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociale minimum | |
Aandeel huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociale minimum | |
Moeite met rondkomen (Volwassenmonitor 2020, RIVM, CBS en GGD’en) | |
Schuldenproblematiek | Aandeel huishouden met geregistreerde problematische schulden |
Achtergrondkenmerken van schuldenaren: – Demografische kenmerken (leeftijd, migratieachtergrond, opleiding); – Huishoudenssamenstelling (type, aantal kinderen, student(en) in huishouden); – Inkomen en vermogen (inkomensbron, jaarinkomen, vermogen); – Werk (werknemer, baan, sector) |
|
Personen met een risico op schulden | |
Achtergrondkenmerken van kwetsbare huishoudens: – Uitkeringen (AO- of ziektewetuitkering, WW-uitkering, bijstandsuitkering); – Re-integratie en doelgroepregistratie; – Zelfstandig ondernemers ((jonge) zzp’er/zelfstandige in huishouden, zzp’er/zelfstandige en laag inkomen, zzp’er/zelfstandige met partner in loondienst); – Onzekere arbeidspositie (laag inkomen, werkzoekend, flexibel contract); – Jeugdhulp/-bescherming of -reclassering in huishouden. |