Kinderen in armoede
Kinderen en jongeren in armoede groeien op onder moeilijke omstandigheden. Dingen die voor andere kinderen normaal zijn, hebben of kunnen zij vaak niet. Daarnaast hebben ze vaker te maken met spanningen binnen het gezin, sociale uitsluiting en vooroordelen. Opgroeien in armoede kan gevolgen hebben voor de rest van je leven. Kinderen die opgroeien in armoede krijgen minder kansen in onderwijs en werk op latere leeftijd.
In de armoedemonitor gebruiken we onder andere de lage-inkomensgrens om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen op het gebied van armoede in de Drentse gemeenten. In 2022 en 2023 kregen veel huishoudens energietoeslag. Dit zorgde ervoor dat de inkomens van een groot aantal huishoudens met een laag inkomen net boven de lage-inkomensgrens kwamen te liggen. Hierdoor lijkt er een sterke afname te zijn in het aandeel huishoudens met een laag inkomen. Als we echter naar andere inkomensgrenzen kijken, zien we deze sterke afname niet. Daarom hebben we ervoor gekozen om in de figuren ook het sociaal minimum te laten zien. Het filter links bovenin de figuren geeft de optie om het sociaal minimum als inkomensgrens te nemen. In de tekst beschrijven we de cijfers op basis van de lage-inkomensgrens. Voor meer informatie over de verschillende inkomensgrenzen, zie de pagina inkomensgrenzen.
In Drenthe groeien minder kinderen op in armoede dan gemiddeld in Nederland
Naar verhouding groeien in de provincie Drenthe minder kinderen op in armoede dan in Nederland. In heel Nederland leefde in 2023 4,1% van de minderjarige kinderen (jonger dan 18 jaar) in een gezin dat moest rondkomen van een laag inkomen; 1,4% deed dat langdurig. In Drenthe was dat respectievelijk 3,7% en 1,2%. Het gaat dan in totaal om ongeveer 3.200 minderjarige kinderen in een huishouden met een laag inkomen en 1.000 kinderen in een huishouden met een langdurig laag inkomen.
De gemeenten Aa en Hunze, Coevorden, en Emmen (4,2%) telden naar verhouding het grootste aandeel kinderen in een huishouden met een laag inkomen. In de gemeente Assen woonden naar verhouding de meeste kinderen in huishoudens met een langdurig laag inkomen (1,8%). In deze gemeente wonen naar verhouding meer kinderen in een huishouden met een laag inkomen dan gemiddeld in Nederland (1,4%). Tynaarlo en De Wolden waren in 2023 de gemeenten met relatief de minste kinderen in een huishouden met een laag inkomen (respectievelijk 2,5% en 2,7%). De gemeenten Tynaarlo en De Wolden hebben ook het laagste aandeel kinderen in een huishouden met een langdurig laag inkomen (respectievelijk 0,6% en 0,7%).
Trends
Tussen 2011 en 2023 zien we in Nederland dat het aandeel minderjarige kinderen in een huishouden met een laag inkomen steeg tot en met 2013. Vervolgens vond er een daling plaats, waarna het aandeel minderjarige kinderen in een huishouden onder de lage-inkomensgrens ruim onder het niveau van 2011 kwam. In de provincie Drenthe zien we een gelijkvormige trend. Ook in de meeste Drentse gemeenten volgt de ontwikkeling door de jaren deze van de provinciale en landelijke trend. In 2022 en 2023 is het aandeel kinderen in een huishouden met een laag inkomen sterk afgenomen vanwege de inkomensondersteunende maatregelen.
In vergelijking met 2012 is het percentage kinderen in huishoudens met een laag inkomen in alle gemeenten afgenomen. In de gemeente Emmen (1,5 procentpunt) is deze afname het grootst.
In het balkje bovenaan de grafiek kunnen verschillende inkomensgrenzen worden geselecteerd. Als we de trends op basis van de inkomensgrenzen tot 110% en 120% van het sociaal minimum bekijken voor de provincie Drenthe en Nederland, zien we dat de ontwikkeling van het aandeel kinderen in deze huishoudens stabieler is over tijd dan wanneer we kijken naar de lage-inkomensgrens en zien we zelfs een kleine stijging tussen 2022 en 2023. De gemeenten met relatief de meeste en minste kinderen in huishoudens met een laag inkomen, zijn voor alle drie de inkomensgrenzen ongeveer dezelfde.
Risicogroepen
Kinderen in eenoudergezinnen lopen meer risico om in armoede terecht te komen dan kinderen in een huishouden met twee ouders. In de provincie Drenthe leeft in 2023 3,0% van de kinderen in een tweeoudergezin in een huishouden met een laag inkomen, bij de kinderen in een eenoudergezin is dit 7,7%. In Nederland zijn dit respectievelijk 3,5% en 7,5%. Eenoudergezinnen lopen ook meer risico om langdurig van een laag inkomen te moeten leven.