Ambities, verwachte en wenselijke toekomst
Ambities
De belangrijkste ambitie voor het thema sportstimulering en vitale aanbieders is dat sportaanbieders in Drenthe in 2030 vitaler zijn dan nu. Dit betekent vooral dat er een stevigere basis is gevormd op zowel het technische- als het bestuurlijk vlak. Vitale aanbieders zijn naar verwachting beter in staat om aan te sluiten bij sportieve en maatschappelijke ontwikkelingen.
Verwachte toekomst
De verwachting vanuit de landelijke sporttoekomstverkenning is dat sportdeelname in de periode tot 2030 ongeveer gelijk zal blijven. Wel zal er een verschuiving plaatsvinden naar andere typen sport dan nu populair zijn, voornamelijk naar meer individuele sporten. Clublidmaatschap zal in de komende jaren afnemen. Deelnemers aan de RSTV-sessies in Drenthe verwachten dat zonder actief beleid het aantal vitale clubs in Drenthe zal afnemen en dat er op termijn dus minder (goed gekwalificeerd) technisch en bestuurlijk kader in verenigingen zal overblijven.
Wenselijke toekomst
In de wenselijke toekomst zien we meer sporttak-overstijgende samenwerking als het gaat om de ondersteuning van sportaanbieders. Dit leidt ertoe dat sportaanbieders de basis op orde hebben en vervolgens uit eigen kracht kiezen om wel of niet maatschappelijk betrokken te zijn.
Indicatoren voor succes
Voor het thema sportstimulering en vitale aanbieders vanuit een positieve sportcultuur zijn verschillende relevante indicatoren te noemen. Naast sportdeelname en clublidmaatschap gaat het om de vitaliteit van verenigingen, open aanbieders, de omvang van het vrijwillig kader en de samenwerking tussen sportaanbieders en de gemeente. In een aantal gevallen zijn gemeentecijfers beschikbaar. Cijfers over sportverenigingen zijn per landsdeel beschikbaar. Hier bestaat de mogelijkheid om gemeentecijfers te verzamelen door (bijvoorbeeld collectief) een verenigingsmonitor op lokale/regionale schaal uit te voeren.
Vitale sportverenigingen
Een kwart van de Nederlandse sportverenigingen is vitaal. Het percentage vitale verenigingen is relatief laag in het Noorden van Nederland en in anticipeerregio’s.
Vitale sportverenigingen zijn sportverenigingen die organisatiekracht (=de mate waarin verenigingen nu en in de toekomst in staat zijn om hun sport aan te bieden aan de huidige en potentiële leden) bezitten en die zich oriënteren op de maatschappij (=de mate waarin verenigingen zich richten op maatschappelijke activiteiten of taken).
Bron: Verenigingsmonitor, 2018, Mulier Instituut.
Wens voor de toekomst
Vanuit de RSTV Drenthe kwam de wens naar voren om meer inzicht te hebben in de kenmerken van sportverenigingen in de Drentse gemeenten. Te denken valt aan de mate van vitaliteit en het open karakter van de verenigingen. De optie om een regionale verenigingsmonitor uit te zetten werd aangedragen als een manier om dit inzicht te verkrijgen.
Open sportaanbieders
In Nederland is 15 procent van de sportverenigingen te beschouwen als een club die grotendeels of vergaand open is. Grote verenigingen en verenigingen die een sportaccommodatie ter beschikking hebben zijn vaker grotendeels of vergaand open. In Noord-Nederland is 13% van de sportverenigingen grotendeels open. Er zijn geen vergaand open verenigingen.
Binnen de index ‘open club’ worden vier dimensies onderscheiden: open cultuur, ondernemerszin, vraaggerichtheid en samenwerking. De vier dimensies samen maken de index open club.
Bron: Verenigingsmonitor, 2018, Mulier Instituut.
Voldoende omvang vrijwillig kader
82% van de sportverenigingen in Nederland geeft aan over voldoende vrijwilligers te beschikken.
Bron: Verenigingsmonitor, 2018, Mulier Instituut.
Samenwerking sportaanbieders
In Nederland werkt 57% van de sportverenigingen samen met de gemeente. In Noord-Nederland ligt dit percentage iets lager.
Bron: Verenigingsmonitor, 2018, Mulier Instituut.