Verzuim en schooluitval

Verzuim en schooluitval

Iedere jongere moet naar school vanaf 5 jaar tot en met het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt (leerplichtwet). Omdat een diploma meer kans op werk biedt, moeten jongeren daarna wanneer ze geen startkwalificatie hebben (minimaal havo of mbo-2 niveau) nog tot hun 18e jaar onderwijs volgen (de kwalificatieplicht). Sommige jongeren gaan niet naar school en zitten thuis. Voor een deel gaat het om kwetsbare jongeren met uiteenlopende en in bepaalde gevallen complexe problemen, waarvoor een passende plek in het onderwijs moeilijk te vinden is. Hier presenteren we een aantal cijfers, over de jongeren die zo nu en dan spijbelen, maar ook over jongeren die om verschillende redenen langdurig niet naar school gaan.

 

Verzuim en thuiszitters

Er zijn van een aantal gemeenten geen gegevens (meer) beschikbaar vanwege kleine aantallen en privacywetgeving. Op dit moment is het nog niet mogelijk om provinciaal geaggregeerde gegevens te ontvangen, waardoor voor thuiszitters en niet op een onderwijsinstelling ingeschreven jongeren de informatie ontbreekt over de laatste vier schooljaren.

In het kort

  • Er wordt in Drenthe iets minder vaak gespijbeld dan landelijk.
  • Het aandeel (leerplichtige) jongeren dat niet op school is ingeschreven (absoluut verzuim) is in de gemeente Westerveld het hoogst.
  • In Drenthe zijn er vergeleken met landelijke cijfers meer jongeren die op basis van lichamelijke of psychische gronden een vrijstelling voor de leerplicht hebben.

Minder spijbelaars in Drenthe vergeleken met het landelijk gemiddelde

Aan het begin van schooljaar 2021-2022 zijn er in Nederland 10.240 leerplichtige jongeren die niet ingeschreven zijn op een school (relatief gezien zijn dit 4,2 per 1.000 jongeren onder de 18 jaar). Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2020-2021 en voorgaande schooljaren. Uit onderzoek van Ingrado komt naar voren dat deze verdubbeling met name toe te schrijven is aan de komst van Oekraïense vluchtelingen. Daarnaast worden wachtlijsten voor nieuwkomersklassen in het primair onderwijs en voor de Internationale Schakelklassen en het gebrek aan plekken in het reguliere onderwijs genoemd als reden voor de toename van het aantal niet-ingeschreven leerplichtigen. Er is geen recent Drents cijfer. In de gemeente Westerveld zijn er in 2021-2022 19 leerplichtigen die niet op school ingeschreven staan, relatief gaat het dan om 8,1 op de 1.000 leerlingen.

In Drenthe wordt iets minder vaak gespijbeld dan landelijk. We spreken hier over spijbelen (ook wel: relatief verzuim) als het gaat om minimaal 16 uur van school wegblijven in een aaneengesloten periode van 4 weken. In Drenthe waren er in schooljaar 2021-2022 iets meer dan 1.600 spijbelaars, oftewel ongeveer 23,3 op elke 1.000 jongeren. Landelijk gaat het om 24,0 per 1.000 jongeren. Zowel in Drenthe als in Nederland ligt het aantal jongeren dat spijbelt hoger dan in het voorgaande schooljaar. In Zuidoost Drenthe wordt vaker gespijbeld dan in de rest van Drenthe. Overigens is er landelijk in 2,05 op de 1.000 gevallen sprake van zogenaamd luxe verzuim. Dit betekent dat ouders zonder toestemming hun kinderen eerder van school halen om bijvoorbeeld vroeger op vakantie te kunnen. Wanneer dit ontdekt wordt kunnen de ouders een proces verbaal krijgen en een boete (100 euro per dag). In Drenthe is dat bij 1,70 op de 1.000 leerplichtigen het geval.

Als we kijken hoeveel jongeren langdurig (langer dan 4 weken) niet naar school gaan, zien we dat het landelijk om 1,3 per 1.000 jongeren tot 18 jaar gaat. Recente cijfers voor Drenthe zijn er niet, maar eerdere jaren waren de Drentse cijfers vergelijkbaar met de landelijke. Er wordt in dit geval vaak gesproken van thuiszitters, hoewel deze term steeds minder gebruikt wordt omdat deze de lading niet goed dekt.

In de visualisatie is het aandeel niet ingeschreven leerplichtige jongeren, spijbelaars en langdurig verzuimers (thuiszitters) te bekijken via de tabbladen. De cijfers zijn landelijk en provinciaal voor een aantal opeenvolgende schooljaren weergegeven. De provinciale cijfers van niet ingeschreven leerplichtigen en langdurig verzuim ontbreken voor de schooljaren 2017-18 tot en met 2021-2022. In de kaart hieronder staan de gemeentelijke cijfers van schooljaar 2021-2022 voor de gemeenten waarvan de cijfers bekend zijn. Alleen bij het onderdeel spijbelen zijn de cijfers voor alle gemeenten beschikbaar. We zien de meeste spijbelaars in Emmen en Borger-Odoorn. Dit waren in het voorgaande schooljaar ook de gemeenten met relatief het hoogste aantal spijbelende leerlingen.

In Drenthe meer vrijstellingen op basis van lichamelijke of psychische redenen dan landelijk

Jongeren kunnen in een aantal gevallen een vrijstelling van de leerplicht krijgen, wanneer een normale schoolgang niet of nauwelijks mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld op grond van lichamelijke of psychische beperkingen (artikel 5a), op grond van bezwaren tegen de levensbeschouwelijke richting van de school (artikel 5b) of in het geval dat de jongere in het buitenland onderwijs geniet (5c). Buiten artikel 5 is er nog artikel 15 voor een vrijstelling op grond van andere bijzondere omstandigheden, onder voorwaarde dat de jongere op een andere wijze voldoende onderwijs krijgt. In principe gelden deze vrijstellingen slechts voor 1 jaar.

In 2016 werd door de toenmalige staatsecretaris het verzoek aan gemeenten gedaan om de artikel 5a-vrijstellingen nog eens kritisch te bekijken. De reden hiervoor was de forse stijging in de voorafgaande jaren van het aantal 5a-vrijstellingen (een toename van 60% tussen 2010-2011 en 2014-2015). In het najaar van 2018 zijn nog Kamervragen gesteld aan de huidige onderwijsminister over de toename van het aantal vrijstellingen.

In de visualisatie zijn alleen de vrijstellingen op basis van artikel 5a weergegeven. Van de overige artikelen voor vrijstelling van leerplicht ontbreken gegevens op gemeenteniveau, vanwege privacywetgeving. Ook is het op dit moment niet mogelijk geaggregeerde informatie op provincieniveau te presenteren.

De vrijstellingen op basis van artikel 5a komen relatief vaker voor in Drenthe dan landelijk (respectievelijk 4,8 per 1.000 en 3,0 per 1.000 jongeren van 5 tot 18 jaar). Het gaat om 332 jongeren in de provincie. De gemeenten Meppel, De Wolden, Emmen en Assen zitten boven het provinciale gemiddelde.

De afgelopen jaren nam het aandeel vrijstellingen toe. In Drenthe zien we in 2021-22 een verdere stijging, landelijk is die stijging minder groot. In de meeste gemeenten is het aandeel vrijstellingen het afgelopen jaar toegenomen.

Ook het aantal vrijstellingen op grond van ‘richtingsbezwaar’ (art. 5b) neemt toe. In het voorjaar 2023 uitten gemeenten en leerplichtambtenaren hun zorgen hierover. De gemeenten riepen de minister op om een wetsvoorstel dat onderwijs voor thuisblijvende kinderen regelt te laten behandelen. Het voorstel werd eerder controversieel verklaard, wat betekent dat het politiek gevoelig ligt en daarom wordt uitgesteld. Het wetsvoorstel houdt in dat kinderen die vrijgesteld zijn van de leerplicht, vervangend onderwijs moeten krijgen via hun ouders. En dat op dit thuisonderwijs toezicht kan worden gehouden door onderwijsinspecteurs.

Voortijdig schoolverlaters

Jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie (een diploma op minimaal havo- of mbo-niveau 2) het onderwijs verlaten, worden voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) genoemd. Jongeren zonder startkwalificatie hebben het vaak moeilijker op de arbeidsmarkt. In schooljaar 2021-2022 zijn er in Nederland 30.242 vsv’ers geregistreerd. Na een aanvankelijk dalende trend vanaf 2010-2011 is er sinds 2015-2016 jaarlijks weer een toename. Die trend leek in 2019-2020 een halt toegeroepen. Maar in schooljaar 2020-2021, een schooljaar met veel afstandsonderwijs vanwege corona, nam het aandeel vsv’ers weer toe. In 2021-2022 is het aandeel vsv’ers nog verder toegenomen. De landelijk doelstelling van het Ministerie van OCW (jaarlijks maximaal 20.000 vsv’ers tot 2024) is dus ook in dit schooljaar niet gehaald.

De voortijdig schoolverlaters komen voor het grootste deel uit het mbo (25.217), de overige 5.025 vsv’ers komen uit het voortgezet onderwijs en van de vavo. We kijken in dit deel naar het aandeel vsv’ers in Drenthe en we vergelijken dit met de landelijke cijfers.

In het kort

  • Het Drentse percentage voortijdig schoolverlaters (2021-2022) is 2,3%. Dat is hoger dan het voorgaande schooljaar en even hoog als het landelijke percentage.
  • Het aantal Drentse vsv’ers in 2021-2022 is ruim 910 (vorig jaar ruim 780).
  • Zowel in Drenthe als landelijk is het aantal vsv’ers in 2021-2022 toegenomen vergeleken met het jaar daarvoor (zowel absoluut als relatief). Sinds 2015-2016 nam het aandeel toe, maar in 2019-2020 zagen we een afname.
  • In Zuidoost Drenthe zijn relatief de meeste voortijdig schoolverlaters (2,9%) en in Noord- en Midden Drenthe de minste (1,9%).
  • Vergeleken met het voortgezet onderwijs telt het mbo veel meer voortijdig schoolverlaters. 87% van de vsv’ers in Drenthe komt uit het mbo (landelijk 83%).

Aandeel voortijdig schoolverlaters in Drenthe toegenomen

Het Drentse percentage voortijdig schoolverlaters is in 2021-2022 hoger dan in de voorgaande jaren, namelijk 2,3%. Het gaat hierbij om 913 vsv’ers. Vorig schooljaar waren dat er ruim 780. Landelijk zijn er relatief even veel schoolverlaters, ook hier is het aandeel vsv’ers gestegen (van 1,9% naar 2,3%).

In Drenthe zijn drie samenwerkingsverbanden die zich bezig houden met het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, dit zijn de zogenaamde regionale meld- en coördinatiepunten (RMC’s): Noord- en Midden Drenthe (Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Tynaarlo en Noordenveld), Zuidoost Drenthe (Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen) en Zuidwest Drenthe (De Wolden, Hoogeveen, Meppel en Westerveld).

De visualisatie hieronder laat zien hoe het verloop van het voortijdig schoolverlaten is vanaf schooljaar 2017-2018. We zien de hogere percentages in Zuidoost Drenthe, die ook de landelijke cijfers overtreffen. Zuidwest Drenthe heeft, net als voorgaande schooljaren een percentage vsv’ers dicht bij het landelijke gemiddelde. Noord- en Midden Drenthe zit daar met 1,9% onder. De meeste voortijdig schoolverlaters komen uit het mbo. In de visualisatie is de regio te kiezen waarvan te zien is om hoeveel vsv’ers het gaat, zowel in het voortgezet onderwijs als het mbo.

Voortijdig schoolverlaters per woongemeente

In de kaart hieronder is per woongemeente het percentage vsv’ers te zien. De gemeente Tynaarlo heeft relatief de minste vsv’ers (1,2%) gevolgd door Aa en Hunze en de Wolden (beide 1,7%). Emmen heeft het hoogste percentage vsv’ers (3,0%). Naast deze gemeente zitten ook Coevorden, Borger-Odoorn en Hoogeveen boven het provinciale aandeel van 2,3%. In de kaart kan gekozen worden voor welk schooljaar men de cijfers wil zien. Onderaan de visualisatie kan een keuze gemaakt worden voor de regio waarvan de gemeentelijke cijfers voor de jaren 2013-14 tot en met 2020-21 te zien zijn.

In het voortgezet onderwijs blijven alleen in de bovenbouw van het vmbo alle drie de Drentse regio’s onder het gestelde maximale aandeel voortijdig schoolverlaten

Om het voortijdig schoolverlaten binnen de perken te houden zijn er per type en niveau van onderwijs streefuitvalpercentages bepaald. De huidig geldende streefuitvalpercentages zijn als volgt:

vo: onderbouw vo: 0,22%, bovenbouw vmbo: 0,94%, bovenbouw havo/vwo: 0,28%

mbo: niveau 1: 22,6%, niveau 2: 9,58%, niveau 3: 3,89%, niveau 4: 3,25%

In de visualisatie kijken we in hoeverre de Drentse percentages voortijdig schoolverlaters in de verschillende fasen van het voortgezet onderwijs en voor de vier niveaus in het middelbaar beroepsonderwijs beneden de gestelde (maximum) norm liggen.

Evenals in het voorgaande schooljaar ligt alleen Zuidwest Drenthe een heel klein beetje boven het maximum aandeel vsv’ers in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. In de regio Zuidoost Drenthe is het aantal vsv’ers te laag om weer te geven. In de bovenbouw van het vmbo blijft de schooluitval in Noord- en Midden Drenthe en Zuidoost Drenthe onder de gestelde norm. Regio Zuidwest Drenthe komt daar net boven. In de bovenbouw van havo/vwo overtreft de schooluitval in alle drie de regio’s in Drenthe de gestelde norm.

In het middelbaar beroepsonderwijs zien we dat op niveau 1 het voortijdig schoolverlaten in Noord- en Midden Drenthe en Zuidwest Drenthe de norm overtreft. In Zuidoost Drenthe is het aandeel ongeveer gelijk aan de norm. Op de andere drie niveaus in het MBO ligt het voortijdig schoolverlaten in Zuidoost Drenthe hoger dan de norm. Noord- en Midden Drenthe blijft op de andere drie mbo-niveaus onder of ongeveer gelijk aan de norm. Het voortijdig schoolverlaten in Zuidwest Drenthe is verder alleen op mbo 4-niveau hoger dan de norm.

Medewerker

Imke Oosting

Onderzoeker

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws

Vacature onderzoeker (32 tot 36 uur per week)

Brede Welvaart

Vier op de vijf inwoners van Groningen en Drenthe ervaren een toename van polarisatie

Brede Welvaart

Bewonersperspectief: de ervaren Brede welvaart - Dossierkennis Brede welvaart

Wat is brede welvaart en waarom is het belangrijk? Hoe meten we brede welvaart in een regio? Dit zijn vragen die steeds vaker gesteld worden als we de kwaliteit van leven meten in een regio. Om dit soort vragen te beantwoorden, zijn we een podcastserie gestart: Dossierkennis: Brede welvaart. De komende tijd brengen we elke twee maanden een afleveri

Jeugdpanel

Stem van Groningse en Drentse jongeren landelijk gehoord!

In het voorjaar van 2024 gingen we in Groningen en Drenthe in gesprek met jongeren over pesten en discriminatie. De uitkomsten deelden we via een feitenblad (PDF) en uitgebreide publicatie (PDF). Daarnaast maakten we een filmpje (YouTube) waarin we de reactie van bestuurders op ons onderzoek lieten zien. Maar daar bleef het niet bij! De stem van ru

Jeugdpanel

Oproep: denk mee over duurzame jongerenparticipatie

Trendbureau Drenthe zet zich in om jongeren een stem te geven in de beleidsvorming van maatschappelijke organisaties, gemeenten en de provincie. Hoewel het belang van jeugdparticipatie erkend wordt, blijkt het in de praktijk vaak lastig om dit concreet vorm te geven. Het Drents Jeugdpanel biedt hiervoor een duurzame aanpak, waarin jongeren structur

Publicaties

Brede Welvaart

Omgaan met verschillen - Groningers en Drenten over polarisatie

Zorg

Drenten over de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning

Brede Welvaart

Brede Welvaartsaspecten van een mogelijke Lelylijn