Milieu

Milieu

Een schone en aantrekkelijke woonomgeving draagt bij aan de brede welvaart. We zijn immers afhankelijk van onze leefomgeving en het milieu voor een goed en gezond leven. Daarnaast hangt milieu samen met de mate waarin iemand zich thuis en betrokken voelt bij zijn of haar leefomgeving. Voldoende ruimte, natuur en frisse lucht dragen hieraan bij.

In het kort

  • Het totale oppervlakte natuur- en bosgebied in Drenthe beslaat 17,8% van het totale oppervlak. In Nederland is dit 14,9%. Inwoners van Drenthe hebben veruit het meeste natuurgebied per inwoner van Nederland, namelijk 96 hectare per 1.000 inwoners.
  • Stedelijke gebieden in Drenthe hebben vaker te maken met hittestress, en natuur- en landbouwgebieden hebben een groter risico op droogtestress. 9% van de Drenten gaf aan dat zij last hadden van hitte. 2% van de Drenten had last van wateroverlast.
  • Gemiddeld wordt er in Drenthe meer gas en elektriciteit verbruikt dan landelijk.
  • Qua energiearmoede zitten de meeste Drentse gemeenten onder het landelijk gemiddelde. Borger-Odoorn en Emmen hebben het hoogste percentage energiearmoede in de provincie.

Veel waardering voor Drentse landschap

Het Drents Panel waardeert het Drentse landschap hoog, met een rapportcijfer van 8,6. Om fijn te wonen en leven is een aantrekkelijke leefomgeving van groot belang (zie ook de pagina over Wonen). Gemiddeld krijgt het Nederlandse buitengebied een 7,5 als rapportcijfer.

Terugkijkend op de afgelopen 5 jaar vindt 38% van de Drenten dat de kwaliteit van het Drentse landschap gelijk is gebleven. Eén op de zes heeft een verbetering ervaren. 21% vindt dat de kwaliteit van het Drentse landschap de afgelopen 5 jaar achteruit is gegaan. Hier wordt vaak gerefereerd aan horizonvervuiling door windmolens en zonneparken in het landschap.

Natuur- en bosgebieden

Het totale oppervlakte natuur- en bosgebied in Drenthe beslaat 17,8% van het totale oppervlak. In Nederland is dit 14,9%. Inwoners van Drenthe hadden in 2017 gemiddeld veruit het meeste natuurgebied per inwoner van Nederland, namelijk 96 hectare per 1.000 inwoners. In 2008 was dit nog 89 hectare.

Tussen 1996 en 2017 is het natuur- en bosgebied in Drenthe met bijna 2% toegenomen. De gemeente Westerveld heeft veruit het meeste bos- en natuurgebied (38,2%), gevolgd door Noordenveld (25,4%) en Aa en Hunze (24%). Gemeente Meppel heeft met 2,7% het minste aandeel bos- en natuurgebied van Drenthe en ligt daarmee ver onder het landelijk gemiddelde.

Afstand tot openbaar groen

De gemiddelde afstand tot openbaar groen wordt berekend over de weg tot het dichtstbijzijnde openbaar groen. Het terrein is minimaal 1 hectare groot en kan een park of plantsoen, terrein voor dagrecreatie, natuur of bos zijn.

De meest recente data betreft 2017. De afstand tot openbaar groen is in Drenthe in 2017 hetzelfde als in de meeste andere provincies, namelijk 0,5 kilometer. In de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland is dit minder: respectievelijk 0,4; 0,4; en 0,3 kilometer. In Drenthe is tussen 2006 en 2017 de afstand tot openbaar groen iets afgenomen, van 0,6 naar 0,5 kilometer. Binnen de Drentse gemeenten varieert in 2017 de afstand tussen 0,4 en 0,6 kilometer.

Kwaliteit zwemwater

Het Europees Milieuagentschap monitort de kwaliteit van zwemwater in de binnenwateren. De kwaliteit van het zwemwater wordt volgens deze EU-normen ingedeeld in 4 klassen, waarbij 1 staat voor slecht en 4 voor uitstekend. In Drenthe is de kwaliteit van het zwemwater van de binnenwateren de laatste jaren uitstekend, op een gelijk niveau met de meeste andere provincies. Dit geldt voor alle gemeenten, behalve Borger-Odoorn en Emmen, waar de zwemwaterkwaliteit met een 3 wordt beoordeeld (goed).

Ervaren hittestress en wateroverlast

Klimaatverandering heeft aanzienlijke effecten op de Drentse natuur. Stijging van temperatuur, forse periodes van droogte en extreme regenval raken de Drentse natuur. Er is objectief sprake van hittestress door warme nachten als er meer dan 14 tropische nachten per jaar voorkomen in een bepaald stedelijk gebied (klimaateffectatlas).

In 2022 is het Drents Panel gevraagd in hoeverre zij in het afgelopen jaar last hadden van hitte in de woning of woonomgeving; 9% van de Drenten gaf aan dat zij hier vaak last van hadden.

Het aantal dagen dat er extreme neerslag valt (gemiddeld aantal dagen meer dan 25 mm) en er objectief sprake is van wateroverlast, ligt in de provincie Drenthe (tussen 1 en 2 dagen) onder het landelijke gemiddelde (tussen 2 en 3 dagen). Het Drents Panel heeft minder vaak last van wateroverlast dan hittestress. In de afgelopen 12 maanden ervoer slechts 2% van het Drents Panel wateroverlast.

Uitstoot fijnstof naar lucht gehalveerd ten opzichte van 2000

Fijnstofdeeltjes zijn schadelijk voor de gezondheid en worden uitgestoten door onder andere industrie en verkeer.

In 2021 werd er in Drenthe gemiddeld 200 ton PM2.5 per km2 uitgestoten. In 2000 was de emissie van fijnstof in Drenthe nog 400 ton PM2.5 per km2. De uitstoot van fijnstof is dus gehalveerd. De gemiddelde uitstoot in Nederland daalde tussen 2000 en 2021 van 1.200 naar 500 ton PM2.5 per km2. De uitstoot van fijnstof is in Drenthe dus veel lager dan gemiddeld in Nederland.

Binnen Drenthe stootten de gemeenten Meppel (600), Assen (400), Hoogeveen (400), en Emmen (300) de hoogste uitstoot van fijnstof uit per km2.

Broeikasgasemissies

Op het gebied van broeikasgasemissies per inwoner zit Drenthe in de middenmoot, met 10,0 ton CO2-equivalent per inwoner in 2021. In 2015 was dit 10,6 ton, wat betekent dat de uitstoot de afgelopen jaren gedaald is. Binnen Drenthe is de uitstoot per inwoner het hoogst in de gemeenten: Midden-Drenthe (37,3 ton), Aa en Hunze (14,3 ton), De Wolden (13,5 ton), en Westerveld (12,9 ton). In Assen (3,4 ton) is de uitstoot het laagst. Een hoog cijfer kan veroorzaakt worden door relatief meer zware industrie of autowegen. Ook land- en tuinbouw zijn verantwoordelijk voor een hogere uitstoot van broeikasgasemissies. Een laag cijfer kan komen doordat in een stedelijke omgeving de bevolkingsdichtheid hoger is, de woningen gemiddeld kleiner zijn, en men bijvoorbeeld meer gebruik maakt van de fiets en het openbaar vervoer in plaats van de auto (Gill en Moeller, 2018).

Meer gas en elektriciteitsverbruik in Drenthe

De energietransitie is één van de grootste sociaal-maatschappelijke opgaven voor de komende periode. De Nederlandse overheid wil de energievoorziening richting 2050 verduurzamen. Fossiele brandstoffen moeten worden vervangen door duurzame, of hernieuwbare, energiebronnen (zonne- en windenergie en aardwarmte).

In Drenthe verbruikt men het meeste gas van alle Nederlandse provincies. Een gemiddelde woning in Drenthe verbruikte in 2022 1.230 m3 gas. Het aandeel ligt hoger voor koopwoningen dan voor huurwoningen (respectievelijk 1.370 m3 tegenover 940 m3). Landelijk is het verbruik gemiddeld 980 m3. In Drenthe verbruiken de gemeenten Aa en Hunze (1.440 m3) en Borger-Odoorn (1.430 m3) gemiddeld het meeste gas. De gemeente Assen (1.010 m3) heeft gemiddeld genomen het laagste gasverbruik. Het gasverbruik hangt vaak samen met het type woning. Vrijstaande oudere huizen met een groot oppervlak zijn moeilijker te verwarmen. Dit type woning komt minder vaak voor in stedelijke gebieden.

Een vergelijkbaar patroon is zichtbaar voor het elektriciteitsverbruik in 2022. In een Drents huis wordt meer elektriciteit verbruik dan landelijk; 2.750 kWh in Drenthe tegenover 2.640 kWh landelijk. Ook ligt in Drenthe het elektriciteitsgebruik van koopwoningen (3.110 kWh) hoger dan dat van huurwoningen (2.020 kWh). De gemeente Assen (2.380 kWh) verbruikt het minste stroom, de gemeenten Westerveld (3.040 kWh), Aa en Hunze (3.000 kWh), Borger-Odoorn (3.050 kWh), en De Wolden (3.070 kWh) het meest.

Van de ruim 227.000 woningen in Drenthe heeft 57,6% een geldig energielabel, iets onder het nationale niveau (59,8%). Circa 31% heeft een A-label (of hoger), wat vergelijkbaar is met het landelijk gemiddeld (32%). Daarentegen heeft Drenthe, vergeleken met het landelijk gemiddelde, wel meer woningen met een energielabel B of C (45% versus 42%). Het aandeel woningen met een energielabel D en E (15%) en F en G (8%) is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde (18% en 8% respectievelijk).

Energiearmoede het hoogst in Borger-Odoorn en Emmen

De energietransitie heeft ingrijpende gevolgen voor Drentse huishoudens. Met name ten aanzien van de betaalbaarheid van de energietransitie liggen er de nodige uitdagingen. Zo is te verwachten dat duurzame renovaties voor woningeigenaren met lage inkomens moeilijker te realiseren is. Zeker bij oplopende energiekosten, zoals in 2022 merkbaar werd, dreigt voor inwoners met lage inkomens in toenemende mate energiearmoede (Trendbureau Drenthe, 2020). Eind 2022 gaf ruim een kwart van het Drents Panel (28%) aan moeite te hebben met het betalen van de energierekening. Een vergelijkbare groep (26%) zei het financieel niet op te kunnen brengen om te investeren in duurzame energie(maatregelen).

Problemen van algemene armoede en energiearmoede zijn uiteraard sterk met elkaar verweven, maar dit gaat niet voor iedereen op. Ook de energetische kwaliteit van de woning doet er in belangrijke mate toe (TNO, 2021). We spreken van energiearmoede als een huishouden te maken heeft met een laag inkomen in combinatie met een hoge energierekening of een woning van (zeer) slechte energetische kwaliteit (TNO, 2021). Om een beeld te krijgen van (mogelijke) energiearmoede kijkt TNO in samenwerking met CBS naar het aandeel huishoudens waarvan het gestandaardiseerd huishoudinkomen niet hoger is dan 130% van de lage inkomensgrens. Dit wordt vergeleken met huishoudens waarvan de energierekening of het verwachte energieverbruik hoger is dan het gemiddelde van woningen met een energielabel C. Deze indicatoren geven samen een inschatting van het aandeel huishoudens dat mogelijk te maken krijgt met energiearmoede.

In Drenthe gaat dit gemiddeld om 7,2% van de huishoudens. Dit ligt iets onder het landelijk gemiddelde (7,4%). De meeste Drentse gemeenten zitten onder het landelijk gemiddelde. In de gemeenten Emmen (10,3%) en Borger-Odoorn (8,5%) is het potentieel aantal huishoudens met energiearmoede het hoogst.

Meer informatie en inzichten

Meer weten over milieu in de provincie Drenthe? Download hier de Monitor Brede Welvaart Drenthe 2021 voor meer informatie en inzichten, zoals bijvoorbeeld de uitdagingen met betrekking tot het versterken van de brede welvaart in Drenthe.

Verantwoording indicatoren

De Regionale Monitor Brede Welvaart van CBS brengt het thema Milieu in beeld met zeven indicatoren:

  1. Natuur- en bosgebieden;
  2. Natuurgebied per inwoner;
  3. Afstand tot openbaar groen;
  4. Emissies van fijnstof naar lucht;
  5. Broeikasgasemissies per inwoner;
  6. Kwaliteit van zwemwater binnenwateren;
  7. Kwaliteit van zwemwater kustwateren.

We vullen deze indicatoren aan met regionale inzichten. We kijken specifiek naar waardering voor het Drentse landschap. In het kader van de energietransitie kijken we daarnaast naar gas- en elektriciteitsverbruik, energielabels en (mogelijke) energie-armoede onder Drentse huishoudens.

 

Medewerker

Ewout van Spijker

Data-analist

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Brede Welvaart

Vier op de vijf inwoners van Groningen en Drenthe ervaren een toename van polarisatie

Brede Welvaart

Bewonersperspectief: de ervaren Brede welvaart - Dossierkennis Brede welvaart

Brede Welvaart

Groot leefbaarheidsonderzoek in Drenthe, Groningen en Friesland

Dit najaar ontvangen circa 20.000 inwoners in Noord-Nederland een vragenlijst over hoe zij het wonen, werken en leven in hun regio ervaren. De vragenlijst wordt voorgelegd aan de burgerpanels in Drenthe, Groningen en Friesland. De uitkomsten van het onderzoek laten zien hoe het er voor staat met de brede welvaart van de inwoners. Dit levert belang

Brede Welvaart

Inwoners in Noordelijk Nederland zijn in meerderheid positief over de Lelylijn

De meerderheid van de inwoners van de noordelijke provincies is positief over de aanleg van de Lelylijn. Wel verschilt per doelgroep en regio welke voor- en nadelen zij zien. Dit blijkt uit onderzoek van Sociaal Planbureau Groningen, Planbureau Fryslân en Trendbureau Drenthe. Met input van inwoners is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar

Brede Welvaart

Workshops Brede Welvaart later: hoe maak je nú goede keuzes met het oog op de toekomst?

Hoe kun je als bestuurder of beleidsmaker rekening houden met de stem van toekomstige generaties, zodat jij nu beslissingen kunt nemen met het oog op de Brede Welvaart later? Trendbureau Drenthe biedt twee typen workshops aan die beleidsmakers helpen om antwoord te geven op deze vraag. We ondersteunen jouw organisatie graag bij dit vraagstuk met de

Publicaties

Brede Welvaart

Omgaan met verschillen - Groningers en Drenten over polarisatie

Brede Welvaart

Brede Welvaartsaspecten van een mogelijke Lelylijn

Brede Welvaart

Online magazine Nationaal Netwerk Brede Welvaart