De feiten op een rij

Op deze pagina vind je de belangrijkste bevindingen en conclusies uit de Drentse Onderwijsmonitor,  per onderwerp samengevat.

Primair onderwijs

Drentse scholen

  • Aan het begin van schooljaar 2022-2023 zijn er 252 basisscholen in Drenthe (2 minder dan in het vorige schooljaar).
  • Drenthe heeft relatief meer kleine scholen dan landelijk (respectievelijk 10% en 4% scholen met minder dan 50 leerlingen).
  • In Drenthe zijn er gemiddeld 149 leerlingen per school (landelijk 222).
  • In de anticipeergemeenten in Oost-Drenthe (verwachte bevolkingskrimp) is het gemiddeld aantal leerlingen per school beneden het provinciale gemiddelde.

Leerlingen op de basisscholen

  • Aan begin van schooljaar 2022-2023 zijn er 37.619 basisschoolleerlingen in Drenthe.
  • Het aantal basisschoolleerlingen is aan begin van schooljaar 2022-2023 met 0,8% afgenomen t.o.v. een jaar eerder (landelijk is de afname minder sterk).
  • De gemeenten Hoogeveen, Coevorden en Meppel hebben in 2022-2023 te maken met de grootste afname van aantal basisschoolleerlingen vergeleken met het schooljaar ervoor.
  • In Tynaarlo (3,4%), De Wolden (0,6%) en Westerveld (0,4%) is in schooljaar 2022-2023 een (kleine) toename van het aantal basisschoolleerlingen ten opzichte van schooljaar 2021-2022.
  • In Drenthe zijn relatief minder scholen met een lage schoolweging (15%) en dus gemiddeld genomen de meest kansrijke leerlingen dan landelijk (20%).
  • In Drenthe zijn relatief iets meer scholen met een bovengemiddelde schoolweging en dus minder kansrijke leerlingen (Drenthe 45% en landelijk 40%).
  • In de verdeling van schoolwegingen zijn grote verschillen per gemeente en schoolbestuur.

Scholen en leerlingen in het speciaal onderwijs

  • In 2022-2023 zitten 981 leerlingen op een Drentse school voor speciaal basisonderwijs. Dat is minder dan een jaar eerder.
  • Het aantal leerlingen op Drentse instellingen voor speciaal onderwijs is 511 leerlingen. Een toename van 45 leerlingen ten opzichte van het voorgaande schooljaar.
  • Bij aanvang van schooljaar 2022-2023 zijn 876 leerlingen ingeschreven op een Drentse school voor voortgezet speciaal onderwijs. Dat is ongeveer even veel als een schooljaar eerder.
  • Van alle leerlingen in het primair onderwijs volgt in Drenthe 93,3% regulier basisonderwijs (landelijk 92,7%). Sinds 2018 neemt het aandeel geleidelijk af, zowel in Drenthe als landelijk.
  • Tynaarlo en Westerveld hebben de hoogste percentages reguliere basisschoolleerlingen (beide ruim 96%). In Assen, Hoogeveen en Emmen zijn de percentages het laagst. De nabijheid van scholen voor speciaal onderwijs speelt hierin o.a. een rol.
  • Het aandeel leerlingen in het speciaal basisonderwijs is in Drenthe iets hoger dan landelijk (resp. 2,6% en 2,3%).
  • Gemeenten Assen en Meppel hebben de hoogste percentages leerlingen in het speciaal basisonderwijs.
  • Het aandeel leerlingen in het speciaal onderwijs is in Drenthe lager dan landelijk (1,5% en 2,3%). Het aandeel leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs is in Drenthe en Nederland even hoog (beide 2,6%).
  • Assen en Hoogeveen hebben de hoogste percentages leerlingen in het speciaal onderwijs (beide 2,1%).
  • Emmen, Assen en Hoogeveen hebben de hoogste percentages leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs.

Prognoses leerlingaantallen (speciaal) basisonderwijs

  • In 2025 zijn er naar verwachting bijna 36.000 basisschoolleerlingen in Drenthe. Dat zijn 2.000 leerlingen minder dan in 2021 (-5%)
  • Vanaf 2030 is weer een toenemend aantal leerlingen te zien (ruim 36.000 leerlingen), in 2035 zet de trend door naar bijna 38.000 leerlingen. Daarmee is het leerlingenaantal praktisch weer op het niveau van 2021.
  • Landelijk neemt het aantal basisschoolleerlingen vanaf 2030 ook toe, die groei is sterker dan in Drenthe.
  • Het aantal leerlingen op Drentse sbo scholen neemt verder af tot bijna een kleine 1.000 leerlingen in 2030.
  • Daarna lijkt het tij te keren met een geschat leerlingenaantal van ruim 1.000 leerlingen in 2035. Daarmee is het leerlingenaantal praktisch weer op het niveau van 2021.
  • Landelijk zet de stijging eerder en sneller in. In 2030 is het aantal leerlingen weer op het niveau van 2021.

Passend onderwijs

  • Vergeleken met het aanvangsjaar van Passend Onderwijs (2014) zijn de huidige aandelen leerlingen in het speciaal basisonderwijs binnen alle samenwerkingsverbanden toegenomen.
  • Het landelijke kengetal voor deelname speciaal basisonderwijs is 2,4%. Vergelijkbaar met 2014.
  • In het samenwerkingsverband waar Assen, Aa en Hunze, Tynaarlo en Midden-Drenthe onder vallen is het aandeel leerlingen in het speciaal basisonderwijs even hoog als landelijk. In de andere samenwerkingsverbanden is dit aandeel hoger dan landelijk.
  • In het samenwerkingsverband waar Noordenveld onder valt is het aandeel in het speciaal basisonderwijs het hoogst (3,5%).
  • In alle samenwerkingsverbanden waar de Drentse gemeenten onder vallen is het aandeel leerlingen in het speciaal onderwijs lager dan landelijk (1,9%).
  • In het samenwerkingsverband waar Noordenveld onder valt is het aandeel in het speciaal onderwijs het hoogst (1,6%).
  • Landelijk gezien is het aandeel leerlingen in het speciaal onderwijs sinds 2014 toegenomen. Dat geldt ook voor 3 van de 5 samenwerkingsverbanden waar Drentse gemeenten onder vallen. Binnen PO2304 (Coevorden) en PO2203 (Hoogeveen, Westerveld, De Wolden, Meppel) zien we vergelijkbare percentages met die in 2014.

Leerkrachten in het primair onderwijs

  • Het aandeel vrouwelijke leerkrachten in het Drentse basisonderwijs is de afgelopen jaren gestegen naar 85% in 2021. In het (voortgezet) speciaal onderwijs is het aandeel vrouwen voor de klas juist afgenomen naar 68%. Het aandeel juffen in het speciaal basisonderwijs zit daartussenin met 80%.
  • Het aandeel vaste aanstellingen in het Drents primair onderwijs is de afgelopen tien jaren afgenomen. Binnen alle onderwijssoorten heeft zo’n 90% een vaste aanstelling.
  • Het aandeel 55-plussers is binnen alle onderwijssoorten in Drenthe afgenomen. In 2021 is vier op de vijf leerkrachten in het basisonderwijs tussen de 25 en 55 jaar. In het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs is dit aandeel nog hoger.
  • In 2021 zien we alleen in het Drents (voortgezet) speciaal onderwijs een stijging van de gemiddelde leeftijd van leerkrachten.

Prestaties basisonderwijs

Taal en rekenen in het basisonderwijs

  • 92% van de Drentse basisscholen heeft gegevens aangeleverd voor de Drentse onderwijsmonitor.
  • Prestaties op kernvakken afgelopen vijf jaren gedaald.
  • Prestaties begrijpend lezen groepen 4 redelijk stabiel en net boven landelijk gemiddelde. Scores in overige groepen afgelopen jaren gedaald tot onder landelijk gemiddelde.
  • Dalende spellingsscores voor de groepen 6, 7 en 8. Groep 6 zakt daarmee onder de landelijke norm.
  • Prestaties op technisch lezen in de groepen 4, 6, 7 en 8 vertonen neerwaartse lijn. Groep 8 scores nog net op landelijk niveau, overige groepen scoren daaronder.
  • Alleen rekenprestaties groep 4 nog net boven landelijk gemiddelde. Groep 8 laat in afgelopen 5 jaren de grootste daling zien.
  • De scores op taal en rekenen verschillen behoorlijk wanneer de gemeentelijke gemiddelden worden vergeleken.

Jongens en meisjes en taal en rekenen

  • Jongens scoren in gemiddeld over alle groepen hoger op rekenen dan meisjes.
  • Meisjes scoren gemiddeld over alle groepen hoger op begrijpend lezen dan jongens.
  • Bij technisch lezen zijn er over het algemeen geen significante verschillen te zien tussen jongens en meisjes.
  • Bij spelling zien we als we alle groepen samen nemen betere prestaties bij de meisjes dan bij de jongens.

Referentieniveaus in groep 8

  • 98% van de Drentse leerlingen behaalt minimaal het vereiste niveau voor leesvaardigheid. Drenthe doet hierin niet onder voor de rest van Nederland.
  • Het aandeel Drentse leerlingen dat minimaal het vereiste niveau op taalvaardigheid bereikt is 97% en daarmee gelijk aan het landelijke aandeel.
  • 93% van de Drentse leerlingen behaalt minimaal het vereiste niveau voor rekenen. Dit is ongeveer gelijk aan het landelijke percentage.
  • Sinds schooljaar 2015-2016 neemt het aandeel leerlingen dat bij leesvaardigheid en taal boven het vereiste 1F-niveau uitkomt toe.

Oordeel Inspectie van het Onderwijs

  • Op peildatum 1 september 2022 zijn er drie scholen in Drenthe met het oordeel onvoldoende of zwak, in 2020 waren dat er 5.
  • De scholen met een onvoldoende liggen in Borger-Odoorn (cbs Rehoboth) en Assen (Maria in Campisschool en De Vuurvogel).
  • Er zijn op peildatum 1 september 2022 (evenals in 2021) geen zeer zwakke scholen in Drenthe. In 2020 waren dat er 2.
  • De verschillen met het landelijk beeld zijn klein (een half procentpunt). In Drenthe heeft 1,1% van de scholen het predicaat ‘onvoldoende’. Landelijk gaat het om 0,6% van de scholen. Landelijk heeft 0,2% van de scholen het oordeel ‘zeer zwak’.

Overgang naar voortgezet onderwijs

De eindtoetsen in het basisonderwijs

  • In 2022 heeft 42% van de Drentse leerlingen de IEP toets gemaakt, 31% de CET toets en 24% de Route 8 toets.
  • In Drenthe is de IEP-toets nog steeds in opmars en daalt het gebruik van de CET toets nog steeds.
  • Er zijn regionale verschillen wanneer het gaat om toets keuze: in Noord en Midden Drenthe wordt de IEP toets het vaakst afgenomen, in Zuidoost Drenthe is dat de CET toets en in Zuidwest Drenthe de ROUTE8 toets.
  • In Drenthe worden de IEP toets en ROUTE8 toets vaker afgenomen dan landelijk. De meest gebruikte toets in Drenthe is de IEP toets, landelijk gezien is dat de CET toets (al zien we ook hier een afnemend gebruik in het voordeel van de IEP toets).

Resultaten op de eindtoets

  • In 2022 is de Drentse gemiddelde score op de CET toets nauwelijks lager dan het landelijk gemiddelde (resp. 534,3 en 535,1). De scores komen overeen met een vmbo gt- en havoadvies.
  • In 2022 is de Drentse gemiddelde score op de IEP toets bijna vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde (resp. 79,6 en 80,2). Ook hier komen de scores overeen met een vmbo gt-/havoadvies.
  • In 2022 is de Drentse gemiddelde score op de ROUTE8 toets lager dan het landelijk gemiddelde (resp. 186,8 en 189,9). De Drentse score komt overeen met een vmbo kb-/gt-advies, de landelijke met een toetsadvies voor vmbo gt en havo.

De schooladviezen

  • Op Drentse basisscholen is het percentage vwo adviezen en havo-vwo adviezen lager dan landelijk (resp. 15% tegen 20% vwo adviezen en 9% tegen 12% havo-vwo adviezen).
  • Het aandeel vmbo adviezen is in Drenthe hoger dan landelijk (respectievelijk 47% en 40%).
  • In 2022 kreeg 58% van de sbo-leerlingen in Drenthe een pro-advies, 30% een vmbo advies en 9% een vso-advies.
  • Evenals voorgaande jaren adviseert het speciaal basisonderwijs in Drenthe in 2021-2022 vaker praktijkonderwijs en vso (67% in totaal) dan landelijk (52%).
  • 24% van de leerlingen krijgen een verwijzing naar de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo in Drenthe en 19% in Nederland. Deze aandelen zijn vergelijkbaar met 2020-2021 en eerder (voor de coronacrisis). In 2019-2020 waren er meer vmbo adviezen (respectievelijk 26% en 22%).
  • Vergeleken met 2019-2020 (het jaar zonder eindtoets) waren er in 2020-2021 meer havo plus adviezen (met eindtoets). In 2022 is dit aandeel weer iets afgenomen.
  • Leerlingen op scholen in Tynaarlo krijgen veruit het vaakst een vwo advies (26%).
  • Aa en Hunze, Emmen en Hoogeveen deelden in 2022 de meeste vmbo adviezen uit (respectievelijk 54%, 50% en 51%).
  • Het aandeel dubbeladviezen is in Drenthe lager dan landelijk (resp. 29% en 32%). Sinds 2014-2015 neemt dit aandeel zowel in Drenthe als landelijk toe.
  • Het aandeel dubbeladviezen is al jaren het hoogst in Coevorden (48%) en het laagst in Aa en Hunze (17%). Ook Borger-Odoorn, Assen, Meppel en Noordenveld gaven relatief weinig dubbeladviezen.

Heroverweging en bijstelling van de schooladviezen

  • In Drenthe heeft de eindtoets van het jaar 2022 in 47% van de gevallen aanleiding gegeven tot een verplichte heroverweging van het schooladvies (landelijk 37%). Onderadvisering komt daarmee nog steeds vaker voor in Drenthe dan Nederland.
  • Krap een vijfde deel van de schooladviezen die verplicht moeten worden heroverwogen is in 2022 daadwerkelijk bijgesteld. Dat is ongeveer evenveel als in voorgaande jaren. Landelijk is dit aandeel iets toegenomen (van 23% in 2017 naar 28% in 2022).
  • Van het totaal aantal schooladviezen is in Drenthe 9% herzien, landelijk is dit 10%.
  • Onderadvisering, waarbij het schooladvies lager uitvalt dan het toetsadvies, komt in 2022 in Tynaarlo en Westerveld het minst vaak voor. Scholen in Noordenveld moesten adviezen het vaakst heroverwegen.
  • Scholen in Tynaarlo hebben het vaakst de adviezen bijgesteld omdat het eindtoetsadvies hoger uitviel dan het oorspronkelijke schooladvies. In Hoogeveen en Noordenveld gebeurde dat het minst vaak.

Gelijke kansen in het onderwijs

  • Bij leerlingen die de CET hebben gedaan is de kans dat het advies van de toets hoger uitvalt dan het oorspronkelijke schooladvies groter dan bij de andere toetsen.
  • Een paar jaar geleden was de keuze voor het type eindtoets van grotere invloed op het verschil tussen schooladvies en toetsadvies dan nu.
  • Een hoger eindtoetsadvies dan het schooladvies komt in alle drie de woonregio’s even vaak voor.
  • Het opleidingsniveau van ouders heeft geen invloed op de mate waarin het advies van de eindtoets hoger is dan dat van het oorspronkelijke schooladvies.
  • Herziene schooladviezen komen vaker voor bij leerlingen die de Route-8-toets hebben gedaan.
  • Het percentage herziene adviezen verschilt niet bij leerlingen uit verschillende woongebieden en leerlingen van hoger- of lageropgeleide ouders.

Voortgezet Onderwijs

De scholen voor voortgezet onderwijs

 

Leerlingen in het voortgezet onderwijs

  • Bijna 27.000 vo-leerlingen van start in 2022. Dat aantal is 0,4% lager dan bij aanvang van het vorige schooljaar (landelijk 0,8% afname).
  • In schooljaar 2021-2022 volgt 23% van de Drentse jongeren in het voortgezet onderwijs een vmbo-opleiding (landelijk 20%).
  • De Drentse deelname aan het vwo (15%) is in verhouding lager dan landelijk (18%).
  • Vier procent van de Drentse vo-leerlingen zit op het praktijkonderwijs (landelijk 3%).
  • Leerlingen uit Hoogeveen en Emmen volgen vaker een vmbo-opleiding en leerlingen uit Tynaarlo en Westerveld zitten vaker op havo of vwo.

Prognoses leerlingenaantallen voortgezet onderwijs

  • Drenthe, Friesland, Groningen en Overijssel hebben tot 2035 van alle provincies de grootste afname van het aantal vo-leerlingen.
  • De prognose is dat de komende jaren het aantal leerlingen op Drentse scholen veel sterker afneemt dan landelijk (in 2035: respectievelijk -15% en -2%).
  • In 2035 zijn van het huidige aantal van ruim 23.500 leerlingen op de Drentse vo scholen naar verwachting nog ongeveer 20.000 over.

Onderwijsniveau leerjaar 3 vergeleken met het schooladvies

  • Versoepelde overgangsnormen aan het eind van schooljaar 2019/20: evenveel leerlingen starten in 2020 het 3e leerjaar op adviesniveau basisschool als het jaar daarvoor (pré corona). Op- en afstroom ook vrijwel gelijk gebleven.
  • 55% van de leerlingen volgt in leerjaar 3 het onderwijsniveau dat door de basisschool geadviseerd was (landelijk: 54%).
  • In Drenthe is de afstroom ten opzichte van het schooladvies iets hoger dan landelijk (resp. 13% en 10%).
  • De opstroom ten opzichte van het schooladvies komt in Drenthe bijna even vaak voor als landelijk (12% en 13%).
  • De laatste jaren zagen we het percentage opstromers stijgen en het percentage afstromers dalen. Die trend zette in 2019-2020 niet door. Door corona is het lastig de cijfers van 2020/2021 te duiden.
  • Vergeleken met Nederland belanden leerlingen met een dubbeladvies in Drenthe iets minder vaak op het hogere niveau van het dubbeladvies.
  • Leerlingen in Drenthe met een dubbeladvies op vmbo-niveau (b/k en k/gt) komen vaker op het hogere dan op het lagere niveau terecht. Leerlingen met het advies vmbo gt/havo of havo/vwo belanden vaker op het lagere niveau van het dubbeladvies.
  • Landelijk gezien stromen leerlingen met een enkel advies vaker op dan af. In Drenthe valt de balans vaker door naar de andere kant (meer af- dan opstroom).
  • Vergeleken met schooljaar 2019/2020 (pré corona) zijn iets minder leerlingen met een enkel advies afgestroomd. Ook de opstroom is over het algemeen iets lager.
  • Ongeveer 1 op de 5 leerlingen met een havoadvies volgt in leerjaar 3 op een lager niveau onderwijs. Voor leerlingen met een vmbo gt of vwo-advies gaat het om ongeveer 1 op de 7 leerlingen. En van  leerlingen met een vmbo k-advies stroomt ongeveer 1 op de 10 af.

Zittenblijven en op- en afstroom

  • Het Drentse percentage zittenblijvers aan het begin van schooljaar 2022-2023 is 6,0% (1.322 leerlingen), landelijk is dit 6,1%.
  • Het aandeel zittenblijvers ligt na het lage aandeel in 2020 (vanwege corona) in 2022-2023 weer rond de gebruikelijk 5% tot 6%.
  • In de bovenbouw van het Drentse vmbo is het percentage zittenblijvers (4,7%) iets lager dan landelijk (5,2%).
  • Zittenblijven komt het meest voor in de bovenbouw van het havo. Het Drentse percentage ligt hoger dan landelijk (respectievelijk 12,2% en 11,6%).
  • In de bovenbouw van het vwo is het percentage zittenblijvers op Drentse scholen al een aantal jaren hoger dan landelijk, in 2022 was dit ook het geval (respectievelijk 10,6% en 8,4%).
  • Drentse scholieren stromen iets vaker af dan landelijk (respectievelijk 4,3% en 3,4%) en iets minder vaak op dan landelijk (3,7% versus 4,6%).
  • De afstroom is het grootst in leerjaar 2.

Doorstroom na leerjaar 3

  • Zo’n 2% van de vmbo-b leerlingen in Drenthe stroomt na leerjaar 3 op naar vmbo-k. 91% gaat door met vmbo-b.
  • 94% van de vmbo-gt leerlingen blijft na leerjaar 3 op hetzelfde niveau (vmbo-k en vmbo-b leerlingen wisselen vaker).
  • Bijna 7% van de Drentse havo 4-leerlingen gaat door naar het mbo.
  • Circa 11% van de Drentse leerlingen gaat na vwo 3 verder op de havo. In vwo 5 maakt 5% nog deze overstap.

Examens en slaagresultaten

  • De slaagpercentages in 2021-2022 zijn iets lager dan in 2019-2020, maar nog steeds hoger dan de jaren daarvoor. Zowel in Drenthe (96%) als in heel Nederland (94%).
  • Voor praktisch alle onderwijstypen zien we dat de slagingspercentages hoger uitvallen dan in 2018-2019 en daarvoor. Voor vmbo gt en havo is dat verschil zelfs zo’n 5 procentpunten.
  • Al jaren zijn de slagingspercentages voor havo het laagst en voor vmbo bl het hoogst. Zowel in Drenthe als landelijk. In 2022 ligt het slagingspercentage op vmbo kl net iets hoger.
  • Voor vmbo kl en gt en havo zijn de slagingspercentages van Drentse scholen een fractie hoger dan de nationale gemiddeldes. Voor de andere niveaus zijn de Drentse slagingspercentages iets lager dan de landelijke.
  • De eindcijfers voor het schoolexamen zijn vergelijkbaar met de jaren voorafgaand aan de coronacrisis. De cijfers verschillen nauwelijks tussen Drentse scholen en die in heel Nederland.

Examenniveau vergeleken met schooladvies

  • 48% van de Drentse leerlingen doet op hetzelfde niveau eindexamen als geadviseerd werd op de basisschool.
  • Een kwart van de leerlingen doet examen op minimaal 1 niveau lager en 8% op minimaal 1 niveau hoger.
  • Jongens doen vaker op een lager niveau eindexamen vergeleken met het niveau van hun schooladvies dan meisjes.

Uitstroom voortgezet (speciaal) onderwijs

Uitstroom vmbo, havo en vwo

  • 91% van de gediplomeerde Drentse vmbo-ers gaat na het behalen van hun diploma naar het middelbaar beroepsonderwijs.
  • Ongeveer 1% van de gediplomeerde vmbo-ers en 6% van de ongediplomeerde vmbo-ers uit Drenthe komt buiten het (bekostigde) onderwijs terecht.
  • Bijna 15% van de gediplomeerde vmbo gt-ers gaat een havo opleiding doen (landelijk 17%).
  • Bijna acht op de tien Drentse havisten met een diploma gaat verder studeren in het hbo (77%). Zo’n 8% gaat door naar het vwo.
  • Iets meer dan een op de vijf Drentse havisten die het diploma niet hebben behaald, gaat verder in het mbo (21%). Eenzelfde percentage kiest voor het volwassenenonderwijs.
  • Ongeveer 70% van de vwo-ers met een diploma gaat verder studeren in het wo.

Uitstroom praktijkonderwijs

  • Jaarlijks verlaat ongeveer 20% van de leerlingen het praktijkonderwijs. Iets meer dan de helft van hen gaat verder in het onderwijs, iets minder dan de helft van hen komt buiten het onderwijs terecht.
  • Jongeren uit Drenthe die van het praktijkonderwijs komen gaan minder vaak verder in het bekostigde onderwijs dan landelijk.

Uitstroom speciaal onderwijs

  • Landelijk volgt 49% van de vso leerlingen de opleiding met het uitstroomprofiel ‘vervolgonderwijs’. Binnen drie van de vier samenwerkingsverbanden die in Drenthe actief zijn is dit aandeel (iets) lager.
  • Landelijk heeft iets meer dan een kwart van de vso leerlingen het uitstroomprofiel arbeid. Binnen de samenwerkingsverbanden waar Drentse leerlingen onder vallen is dit aandeel hoger.
  • Krap een kwart van de leerlingen stroomt landelijk uit met profiel dagbesteding. In SWV VO2201 is dit aandeel veel lager (11%) en in SWV VO2002 hoger (30%).
  • Bijna 4% van de Drentse vso-leerlingen stroomt uit naar het regulier voortgezet onderwijs. In Nederland is dit 7%. De uitstroom in Drenthe naar mbo of volwassenenonderwijs is respectievelijk 35% en 8%. Iets meer dan de helft gaat niet verder in het bekostigd onderwijs.
  • Ongeveer drie op de tien leerlingen (29%) die uitstromen met het profiel vervolgonderwijs blijken een jaar later niet verder te zijn gegaan in het (bekostigd) onderwijs.

Middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs

Leerlingen op het mbo

  • Ruim 17.600 in Drenthe wonende jongeren doen een mbo-studie (bij aanvang schooljaar 2021-2022).
  • Vrijwel vergelijkbaar met vorig jaar volgt 40% van de Drentse mbo’ers een opleiding in de sector Zorg en welzijn. Het is hiermee de meest gekozen sector. Techniek staat op de tweede plek, twee jaar geleden was dat nog economie.
  • We zien vooral een toename in het aantal Drentse studenten dat Techniek of Zorg en welzijn doet. Het aantal studenten in de sectoren Economie en Groen is afgenomen.
  • 98% van de Drentse mbo’ers doet een opleiding op minimaal niveau 2.
  • Meer dan de helft van de mbo’ers (58%) doet een opleiding op niveau 4. Over de jaren heen is dit aandeel iets toegenomen.
  • 27% van de Drentse mbo’ers doet een BBL (beroepsbegeleidende) opleiding. Ook hier zien we een geleidelijke toename over de afgelopen jaren. In Drenthe en Nederland zijn de keuzes voor niveau en leerweg vergelijkbaar.
  • Meisjes zitten vaker dan jongens op het niveau 4 van het mbo (resp. 64% en 52%).

Leerlingen op het hbo en wo

  • In 2021 startten iets minder dan 11.700 in Drenthe woonachtige jongeren in het hoger beroepsonderwijs en meer dan 2.600 in het wetenschappelijk onderwijs.
  • Het aantal hbo- en wo-studenten is sinds 2017 sterk toegenomen (hbo met 23% en wo met 43%).
  • Economie is al jaren veruit de meest favoriete hbo-studierichting (33%).
  • Een vijfde deel van de jongeren kiest in het hbo voor een techniekopleiding. Dit is al een aantal jaren het geval.
  • De grootste toename (in aantallen) zien we in het hbo bij economie, er zijn ruim 900 meer economiestudenten dan 4 jaar geleden. Ook het aantal studenten onderwijs, techniek en gezondheid nam flink toe.
  • In het wetenschappelijk onderwijs zijn de sectoren gedrag en maatschappij en taal en cultuur even populair en de meest gekozen studierichtingen (beide 17%). Op de voet gevolgd door economie, recht en natuur.
  • In het wo is in vergelijking met 4 jaar geleden het aantal Drentse studenten in de sector gedrag en maatschappij het meest toegenomen (175 extra studenten).

Verzuim en schooluitval

Voortijdig schoolverlaters

  • Het Drentse percentage voortijdig schoolverlaters (2021-2022) is 2,3%. Dat is hoger dan het voorgaande schooljaar en even hoog als het landelijke percentage.
  • Het aantal Drentse vsv’ers in 2021-2022 is ruim 910 (vorig jaar ruim 780).
  • Zowel in Drenthe als landelijk is het aantal vsv’ers in 2021-2022 toegenomen vergeleken met het jaar daarvoor (zowel absoluut als relatief). Sinds 2015-2016 nam het aandeel toe, maar in 2019-2020 zagen we een afname.
  • In Zuidoost Drenthe zijn relatief de meeste voortijdig schoolverlaters (2,9%) en in Noord- en Midden Drenthe de minste (1,9%).
  • Vergeleken met het voortgezet onderwijs telt het mbo veel meer voortijdig schoolverlaters. 87% van de vsv’ers in Drenthe komt uit het mbo (landelijk 83%).

Verzuim en thuiszitters

  • Er wordt in Drenthe iets minder vaak gespijbeld dan landelijk.
  • Het aandeel (leerplichtige) jongeren dat niet op school is ingeschreven (absoluut verzuim) is in de gemeente Westerveld het hoogst.
  • In Drenthe zijn er vergeleken met landelijke cijfers meer jongeren die op basis van lichamelijke of psychische gronden een vrijstelling voor de leerplicht hebben.

Medewerker

Imke Oosting

Onderzoeker

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws

Vacature onderzoeker (32 tot 36 uur per week)

Drents Panel

Vier op de vijf inwoners van Groningen en Drenthe ervaren een toename van polarisatie

Brede Welvaart

Bewonersperspectief: de ervaren Brede welvaart - Dossierkennis Brede welvaart

Wat is brede welvaart en waarom is het belangrijk? Hoe meten we brede welvaart in een regio? Dit zijn vragen die steeds vaker gesteld worden als we de kwaliteit van leven meten in een regio. Om dit soort vragen te beantwoorden, zijn we een podcastserie gestart: Dossierkennis: Brede welvaart. De komende tijd brengen we elke twee maanden een afleveri

Onderwijs

Stem van Groningse en Drentse jongeren landelijk gehoord!

In het voorjaar van 2024 gingen we in Groningen en Drenthe in gesprek met jongeren over pesten en discriminatie. De uitkomsten deelden we via een feitenblad (PDF) en uitgebreide publicatie (PDF). Daarnaast maakten we een filmpje (YouTube) waarin we de reactie van bestuurders op ons onderzoek lieten zien. Maar daar bleef het niet bij! De stem van ru

Jeugdpanel

Oproep: denk mee over duurzame jongerenparticipatie

Trendbureau Drenthe zet zich in om jongeren een stem te geven in de beleidsvorming van maatschappelijke organisaties, gemeenten en de provincie. Hoewel het belang van jeugdparticipatie erkend wordt, blijkt het in de praktijk vaak lastig om dit concreet vorm te geven. Het Drents Jeugdpanel biedt hiervoor een duurzame aanpak, waarin jongeren structur

Publicaties

Brede Welvaart

Omgaan met verschillen - Groningers en Drenten over polarisatie

Zorg

Drenten over de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning

Brede Welvaart

Brede Welvaartsaspecten van een mogelijke Lelylijn