Wonen
Wat is fijn wonen? Het antwoord op deze vraag verschilt per persoon. Het hangt onder meer af van de kwaliteit van de woning en de woonomgeving. Woontevredenheid vormt een belangrijk aspect van de brede welvaart. Waar en hoe mensen wonen is belangrijk voor de gezondheid en voor allerlei sociale aspecten. Zo wordt het woon- en leefklimaat bepaald door in welke buurt iemand woont en de nabijheid van voorzieningen, veiligheidsbeleving en de mate waarin misdrijven plaatsvinden.
In het kort
- Drenten zijn bovengemiddeld tevreden over hun woning en woonomgeving vergeleken met de rest van Nederland.
- Als het gaat om een aantal deelaspecten van de woning, zoals energiezuinigheid en betaalbaarheid, daalt de tevredenheid.
- Jongvolwassenen zijn over het algemeen minder tevreden op het gebied van wonen en hebben vaker een verhuiswens.
- De woningvoorraad groeit, maar onevenredig en minder hard dan elders. De WOZ-waarde in Drenthe (€ 295.000) ligt gemiddeld aanzienlijk lager dan in Nederland (€ 368.000).
Tevredenheid met woonomgeving hoog en bovengemiddeld
Hoe prettig het is om te wonen in een gebied, hangt onder meer af van de woonomgeving. Inwoners van Drenthe zijn over het algemeen zeer tevreden met hun woonomgeving. De Regionale Monitor Brede Welvaart (RMBW) van CBS laat zien dat 87% van de Drenten tevreden is met hun woonomgeving (2021). Daarmee staat Drenthe op de 4de plek op de provinciale ranglijst. Bevragingen uit het Drents Panel bieden hierop aanvullend inzicht.
De meeste Drentse panelleden vonden in 2022 dat ze in een aantrekkelijke woonomgeving wonen met voldoende groen (82%). Dit is echter lager dan in 2020 (86%). Deze lichte daling wordt mogelijk verklaard doordat men in 2020 veel thuis was en in de directe omgeving verbleef door de coronapandemie. We zien ook dat Drenten het groen en de rust en ruimte in de provincie waarderen.
De buitenvoorzieningen in de woonomgeving, zoals het onderhoud van wandel- en fietspaden, groen en buitenverlichting, zijn van invloed op de tevredenheid met de woonomgeving (Van Beuningen, 2018). Over het onderhoud van deze voorzieningen is een deel van de Drentse panelleden niet zo tevreden, al zien we in de afgelopen jaren een stijgende trend. In 2022 was 59% van de panelleden tevreden over het onderhoud van fiets- en wandelpaden. Dit ten opzichte van 48% in 2018 en 56% in 2020. Daarnaast zien de inwoners ook dat er steeds minder vervallen huizen en lege gebouwen zijn. Dit draagt bij aan hun tevredenheid over de buurt.
Tevredenheid met eigen woning hoog
Een goede woning is belangrijk voor het waarborgen van de brede welvaart van een wijk of dorp (Van Beuningen, 2018; Aalders et al., 2021). Drenten zijn tevreden met hun woning. Volgens de Regionale Monitor Brede Welvaart van het CBS is 87% van de Drenten in 2021 tevreden met de huidige woning. Van alle provincies staat Drenthe daarmee op de 7e de plek.
Het Drents Panel waardeert de huidige woning gemiddeld met een rapportcijfer 8,3. Dit cijfer is al jaren stabiel. We vroegen het panel naar diverse deelaspecten van hun woning. Het meest tevreden is men met de aantrekkelijkheid van de eigen woning en het snelle internet (beiden 87%). Het minst tevreden is men met de energiezuinigheid (54%).
Het meest tevreden is men met de aantrekkelijkheid van de eigen woning (87%) en het minst met de energiezuinigheid (53%). Het meest tevreden zijn ouderen. In het bijzonder 75-plussers; zij geven voor alle deelaspecten vaker aan tevreden te zijn.
We lichten vier deelaspecten nader toe, namelijk de drie financiële deelaspecten (betaalbaarheid, waardeontwikkeling en energiezuinigheid) en de mogelijkheid tot lang zelfstandig thuis wonen:
Waardeontwikkeling van de woningen
Het aandeel Drenten dat tevreden is met de waardeontwikkeling van hun woning steeg in de afgelopen jaren. In 2018 gaf iets meer dan de helft aan (zeer) tevreden te zijn met de waardeontwikkeling, inmiddels gaat dat om 73% van de panelleden. In 2020 was het aandeel dat tevreden was nog hoger, namelijk 79%.
Betaalbaarheid
De tevredenheid over de betaalbaarheid van de woning nam in 2022 af. Waar in 2020 77% tevreden was, is dat in 2022 71%. Een mogelijke verklaring is de spanning op de woningmarkt waardoor de betaalbaarheid onder druk staat. Zowel de prijzen van koopwoningen als de huurprijzen stegen de afgelopen jaren. Bovendien wordt de betaalbaarheid beïnvloed door hogere energielasten en stijgen door inflatie ook andere kosten voor levensonderhoud.
Energiezuinigheid
Ongeveer de helft (54%) van de Drenten is tevreden over de energiezuinigheid van hun woning. In 2018 was dit nog 65%. Door de gestegen energieprijzen is de energiezuinigheid van woningen extra belangrijk geworden. Uit onderzoek blijkt dat het risico op energiearmoede in Drenthe hoger is dan gemiddeld, voornamelijk in het oosten van de provincie (TNO, 2023). Dit komt door een combinatie van relatief veel lage inkomens en slecht geïsoleerde woningen (met vaak ook nog groot oppervlak). Het is te verwachten dat duurzame renovatie voor woningeigenaren met lage inkomens moeilijker te realiseren is, aangezien het inkomen en de waarde van hun woning vaak niet in verhouding staan tot de hoge kosten voor verduurzaming. De verduurzaming van huurwoningen loopt achter, maar ook woningeigenaren van voormalige corporatiewoningen blijken vaak moeite te hebben verduurzaming. Deze woningeigenaren hebben vaak net hun sociale huurwoning kunnen kopen, maar hebben niet de financiële ruimte om in onderhoud en verduurzaming mee te komen.
Langer zelfstandig wonen
Het aantal ouderen in Drenthe neemt in rap tempo toe. Deze vergrijzing gaat de komende jaren niet alleen gepaard met een hogere druk op de formele en informele zorg, maar heeft ook gevolgen voor wonen.
Het rijksbeleid is erop gericht om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. 75% van de Drentse panelleden geeft in 2022 aan tevreden te zijn met de mogelijkheden om in de woning langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Dit aandeel nam af ten opzichte van 2020 en 2018. Er moeten nog veel woningen geschikt gemaakt worden om er in de toekomst te kunnen blijven wonen. De babyboomgeneratie woont vaak in grote gezinswoningen, welke in formaat en onderhoud inmiddels veelal niet meer passend is.
Vaker verhuiswens jongvolwassenen, maar wel dichtbij blijven
Onder jongvolwassenen bestaat traditiegetrouw relatief vaak een verhuiswens. In Noord-Nederland geeft 53% van de jongvolwassenen aan binnen twee jaar (misschien) te willen verhuizen. Belangrijke motieven hiervoor zijn levensgebeurtenissen zoals afstuderen, gaan samenwonen of gezinsuitbreiding, en ontevredenheid over de huidige woning. Slechts een klein deel van de jongvolwassenen (6%) wil over grotere afstand verhuizen (> 35 kilometer). Voor deze groep is werk of studie vaak de belangrijkste verhuisreden.
Veruit de meeste jongvolwassenen kunnen gezien worden als ‘blijvers’. Zij willen in de komende twee jaar niet verhuizen of hooguit binnen een straal van 5 kilometer (in totaal gaat dit om 64% voor Noord-Nederland). Wat opvalt is dat het zeker niet alleen gaat om pas afgestudeerden van de hogeschool of universiteit die vertrekken. De blijvers zijn ook relatief vaak hbo- of wo-opgeleid en wonen even vaak in de stad als op het platteland.
Uit gezamenlijk onderzoek met Planbureau Fryslân en Sociaal Planbureau Groningen blijkt dat voor de drie noordelijke provincies de groep jongvolwassenen er regelmatig uitspringt (Trendbureau Drenthe e.a., 2021). Jongvolwassenen zijn minder tevreden over diverse aspecten van hun woning dan oudere leeftijdsgroepen. Ze zijn vooral ontevreden over de energiezuinigheid van hun woning, terwijl zij hier meer waarde aan hechten dan oudere leeftijdsgroepen. De betaalbaarheid van woningen is eveneens een punt van zorg voor jongvolwassenen, wat deels te wijten kan zijn aan stijgende huizenprijzen en strengere leennormen, waardoor het voor starters op de woningmarkt moeilijker is om hun gewenste woning te kopen. Daarnaast hebben jongvolwassenen minder vaak dan oudere leeftijdsgroepen de beschikking over financiële middelen om te investeren in hun woning.
Woningvoorraad groeit onevenredig
Gebieden met een kwalitatief ondermaatse woningvoorraad hebben over het algemeen een zwakkere leefbaarheidssituatie. In Drenthe staan 227.907 woningen (peilmoment november 2023). Het aantal woningen groeide sinds 2018 met 3,2%, minder dan het landelijk gemiddelde (5%). De groei is niet evenredig verdeeld over de gemeenten. In de afgelopen vijf jaar vond de grootste groei plaats in de gemeenten Meppel (5,1%) en Assen (5%). De overige gemeenten zagen ontwikkeling in het aantal woningen onder het Nederlands gemiddelde. In Borger-Odoorn daalde het aantal woningen in deze periode zelfs licht.
De kwaliteit van de woningvoorraad kenmerkt zich onder andere door de verdeling huur- en koopwoningen. In alle Drentse gemeenten is het aandeel koopwoningen hoger dan gemiddeld voor Nederland. Een verklaring daardoor is dat er in Drenthe relatief veel landelijk gebied is, terwijl er in stedelijke gebieden vaak meer huurwoningen zijn. Binnen Drenthe zien we dan ook dat de meer stedelijke gemeenten het laagste aandeel koopwoningen hebben. Tynaarlo heeft relatief de meeste koopwoningen (77%).
WOZ-waarde
Het bezitten van een koopwoning is in Drenthe minder duur dan gemiddeld in Nederland. De WOZ-waarde in Drenthe ( €295.000) ligt gemiddeld aanzienlijk lager dan in Nederland (€ 368.000). Na een daling van de WOZ-waarde in de periode 2013-2016, stijgt deze sindsdien weer.
Gemiddeld is de WOZ-waarde het laagst in de gemeente Emmen (€ 240.000). In drie gemeenten is de WOZ-waarde hoger dan gemiddeld voor Nederland, Westerveld (€ 374.000), De Wolden (€ 378.000) en Tynaarlo (€ 393.000). De verschillen tussen de gemeenten lijken over de jaren heen gelijk te blijven.
In een regio met een lagere gemiddelde WOZ-waarde is het over het algemeen goedkoper om een koopwoning te kopen. Echter is in regio’s met lagere WOZ-waardes over het algemeen het gemiddelde inkomen ook lager.
Het Drents Panel is erg tevreden over de waardeontwikkeling van de eigen woning. Dit is direct te koppelen aan de (landelijke) woningmarktcrisis. Huizenprijzen stijgen de afgelopen jaren sterk en recent met stevige records ten opzichte van vorige jaren. De meest recente Primos-prognose verwacht dat het woningtekort piekt met 3,9% landelijk in 2024, waarna het daalt naar 2,7% in 2030 en 2,0% in 2035 (Gopal et al., 2021). In Drenthe is het huidig tekort 1,9% (2021). Volgens de voorspelling loopt het tekort nog op tot 2,5% in 2025. Met name voor starters en jongvolwassenen (18-34 jaar) is het daardoor moeilijker een betaalbare en geschikte woning te vinden.
Afstand tot voorzieningen
De aanwezigheid en bereikbaarheid van voorzieningen, zoals winkels, scholen en de huisarts, zijn belangrijke factoren voor de leefbaarheid van een gebied. Een gebied is leefbaar voor bewoners als voorzieningen niet al te ver weg zijn. Dat houdt in dat ze voor alle doelgroepen goed te bereiken zijn. De afstand tot de voorzieningen en de mobiliteit van de inwoners beïnvloedt de bereikbaarheid.
De afstanden die Drenten naar een voorziening moeten afleggen zijn groter dan elders in Nederland. Dit heeft te maken met het landelijke karakter van de provincie. Voor veel voorzieningen moet worden gependeld naar het volgende dorp of het regionale centrum in de buurt. Toch is voor veel voorzieningen het verschil in afstand met de rest van Nederland te overzien. Zo staat Drenthe op de 12de plek wat betreft de afstand tot de basisschool met 1 km. De kortste gemiddelde afstand is 0,6 km (in Noord- en Zuid-Holland): een gemiddeld verschil van slechts 400 meter.
Er zijn duidelijke verschillen te zien tussen de gemeenten, steden, dorpen en wijken. Over het algemeen geldt dat voorzieningen in de stedelijke gemeenten relatief dichtbij zijn vergeleken met niet-stedelijke gemeenten. Maar de feitelijke afstand zegt niet alles over de bereikbaarheid. Meer nog dan de nabijheid gaat het om de ervaren bereikbaarheid van voorzieningen. In een gebied waar het autobezit hoog is, en de inwoners mobiel, is minder snel sprake van een ‘leefbaarheidsvraagstuk’. Ook wanneer voorzieningen verder weg zijn dan in een gebied met minder mobiele inwoners. Echter, met name voor ouderen kan het lastig zijn om zelfstandig te reizen naar soms verder gelegen voorzieningen.
Het Drents Panel beoordeeld de beschikbaarheid van voorzieningen in eigen dorp of wijk gemiddeld met een 7,3. De afstanden naar voorzieningen zijn op het platteland groter. In stedelijk gebied ligt de waardering voor de voorzieningen hoger (7,6) en op het platteland lager (7,2).
Meer informatie en inzichten
Meer weten over wonen in de provincie Drenthe? Download hier de Monitor Brede Welvaart Drenthe 2021 voor meer informatie en inzichten, zoals bijvoorbeeld de uitdagingen met betrekking tot het versterken van de brede welvaart in Drenthe.
Verantwoording indicatoren
De Regionale Monitor Brede Welvaart (RMBW) van het CBS kijkt bij het thema ‘wonen’ naar vijf indicatoren, namelijk: tevredenheid met de woonomgeving, tevredenheid met de woning, gemiddelde afstand tot een sportterrein, een basisschool, en cafés.
We vullen deze indicatoren aan met gegevens over de Groningse woningmarkt (WOZ-waarden en woningvoorraad), de gemiddelde afstand tot andere voorzieningen, en de ervaren bereikbaarheid van voorzieningen. Aanvullende inzichten worden met name geboden vanuit onderzoek onder het Drents Panel.